32 358 Wijziging van de Wet van 2 mei 1990 tot uitvoering van het op 20 mei 1980 te Luxemburg tot stand gekomen Europese verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen, uitvoering van het op 25 oktober 1980 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen alsmede algemene bepalingen met betrekking tot verzoeken tot teruggeleiding van ontvoerde kinderen over de Nederlandse grens en de uitvoering daarvan en van de Uitvoeringswet internationale kinderbescherming in verband met afschaffing van de procesvertegenwoordigende bevoegdheid van de centrale autoriteit in zaken van internationale kinderontvoering en kinderbescherming, alsmede, in teruggeleidingszaken, de concentratie van rechtspraak, introductie van de bevoegdheid van de rechter om te beslissen aan het hoger beroep in teruggeleidingszaken schorsende werking te verlenen, en beperking van het beroep in cassatie

Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2011

In het kader van de parlementaire behandeling van een wetvoorstel over internationale kinderontvoering heb ik u op 13 januari 20111 toegezegd dat contact met de Nederlandse ambassade in Washington wordt opgenomen om te bezien welke initiatieven in de Verenigde Staten zijn genomen om cabinepersoneel van vliegtuigmaatschappijen op te leiden om gevallen van mensenhandel en internationale kinderontvoering door een ouder (in de regel in verband met een echtscheiding) te herkennen. Het gaat dan vooral om de initiatieven van vliegtuigmaatschappij American Airlines.

Inmiddels is uit informatie van de ambassade gebleken dat American Airlines op het punt staat in haar jaarlijkse trainingen voor cabinepersoneel binnen het onderdeel «veiligheid» aandacht te besteden aan het herkennen van signalen van mensenhandel. Ook heeft American Airlines aan bewustwording van het personeel gedaan door (onder meer) een «bulletin» in haar handboeken op te nemen waarin staat hoe cabinepersoneel signalen van mensenhandel kan herkennen.

Momenteel ben ik in overleg met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Nederlandse luchtvaartsector om de mogelijkheden om luchtvaartpersoneel meer bewust te laten worden van mensenhandel – en hiertegen op te treden – te bespreken. Het gaat hierbij niet alleen om cabinepersoneel dat in aanraking komt met mogelijke slachtoffers van mensenhandel, maar ook om baliepersoneel waar – bijvoorbeeld – de passagiers voorafgaand aan de vlucht zich moeten melden.

Inmiddels is met de luchtvaartsector afgesproken dat er gewerkt zal worden aan een Nederlandse editie van bovengenoemd bulletin, waarmee het luchtvaartpersoneel bewust kan worden gemaakt van mensenhandel. Als dit bulletin gereed is zal in overleg met de luchtvaartmaatschappijen worden bepaald of – en zo ja – op welke schaal het bulletin onder het personeel zal worden verspreid. Daarnaast zal worden bekeken of andere middelen kunnen worden ingezet, zoals het geven van informatie over mensenhandel via een vakblad van luchtvaartpersoneel en het geven van een voorlichtingssessie aan de trainers van het luchtvaartpersoneel (met als doel dat de trainers deze informatie betrekken bij hun opleiding aan het luchtvaartpersoneel). Ook zal het Openbaar Ministerie aan de 12 luchtvaartmaatschappijen die deelnemen aan het zogenaamde «Skyteam» de mogelijkheden presenteren om tegen mensenhandel op te treden.

Overigens is het niet opportuun dat personeel van de luchtvaartsector wordt getraind op het gebied van internationale kinderontvoering. Bij kinderontvoering is er een civielrechtelijk conflict tussen de ouders,bijvoorbeeld na een scheiding. Of een kind ongeoorloofd (in strijd met het gezagsrecht) wordt meegenomen en of het kind terug moet naar het land van de gewone verblijfplaats, dient door een rechter te worden bepaald. Wel kan luchtvaartpersoneel in twijfelgevallen altijd contact opnemen met de Koninklijke Marechaussee, die de kwestie kan voorleggen aan de Nederlandse centrale autoriteit.

Nadat het bovengenoemde overleg met de luchtvaartsector tot meer concrete afspraken heeft geleid zal ik u nader informeren.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven


X Noot
1

Handelingen II, 13 januari 2011, TK 39 (wetsvoorstel 32 358 tot wijziging van de Uitvoeringswet internationale kinderbescherming en de Uitvoeringswet verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen).

Naar boven