A
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2010
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 25 maart 2010.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal
wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door
ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de
Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 24 april 2010.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste
lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State
gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen
het voornemen tot opzegging van het op 2 mei 1986 te New York totstandgekomen
Statuut van de Internationale Studiegroep voor Nikkel.
Een toelichtende nota bij het voornemen tot opzegging treft u eveneens
hierbij aan.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
TOELICHTENDE NOTA
Algemeen
Het advies van de Raad van State (van het Koninkrijk) wordt niet openbaar
gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid,
onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).In deze toelichtende nota wordt
mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken toegelicht het voornemen tot
opzegging van het op 2 mei 1986 te New York tot stand gekomen Statuut
van de Internationale Studiegroep voor Nikkel, zoals aangenomen door de Conferentie
van de Verenigde Naties inzake Nikkel (Trb. 1987, 29).
Blijkens artikel 20, onderdeel a, van het Statuut, kan elk lid uit de
Internationale Studiegroep voor Nikkel (hierna: «de Studiegroep»)
treden door een schriftelijke kennisgeving van opzegging aan de Secretaris-Generaal
van de Studiegroep. Voor deze opzegging wordt thans de goedkeuring gevraagd.
Taak van de Studiegroep
De in Lissabon gevestigde Studiegroep heeft als voornaamste taak het vergroten
van de transparantie op de markt voor nikkel door middel van het delen van
statistische kennis. Daarnaast vormt de Studiegroep een overlegforum voor
overheden en bedrijfsleven. Er komen echter geen internationale afspraken
over grondstoffen uit voort. Het betreft slechts vergroting van de markttransparantie.
Bijdrage Nederlandse overheid aan de Studiegroep
Noch de Nederlandse overheid, noch het Nederlandse bedrijfsleven is actief
betrokken bij de Studiegroep. Er worden zodoende ook geen vergaderingen meer
bezocht. Wel wordt jaarlijks de contributie betaald (€ 24 637).
Deze contributie komt ten laste van de begroting van het Ministerie van Economische
Zaken.
Al enige jaren concentreert het Ministerie van Economische Zaken zich
op de hoofdlijnen van het Nederlands economisch beleid. Er wordt geen specifiek
beleid meer gevoerd op sectorspecifieke aangelegenheden, zoals in dit geval
met betrekking tot de markten van enkele metalen. De activiteiten van de Studiegroep
sluiten dus niet langer aan bij de (kern)taken en activiteiten van het ministerie.
Dit heeft als gevolg dat vanuit Nederland niet meer op zinvolle wijze kan
worden bijgedragen aan inhoudelijke discussies binnen de Studiegroep. Verder
is er geen directe behoefte meer aan de kennis en informatie die de Studiegroep
ter beschikking stelt.
Koninkrijkspositie
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Statuut alleen voor
Nederland. De opzegging zal derhalve ook alleen voor Nederland gelden.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven