Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 augustus 2015
Bij het AO dierproeven d.d. 3 december 2014 (Kamerstuk 32 336, nr. 40) heb ik uw Kamer toegezegd informatie te verstrekken over het Biomedical Primate
Research Centre (BPRC) in Rijswijk. Hierbij doe ik u, mede namens de staatsecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de door het BPRC beschikbaar gestelde informatie
toekomen1.
Het BPRC heeft een overzicht gemaakt van het wetenschappelijke onderzoek dat op het
BPRC wordt verricht en de bereikte resultaten. Daarnaast wordt informatie verstrekt
over het aantal en de soorten apen die op het BPRC gehouden worden, over het fokbeleid
en de borging van het dierenwelzijn.
In het stuk zijn veelal verwijzingen opgenomen naar eerdere publicaties van het BPRC
waarin meer gedetailleerde informatie beschikbaar is. Gemakshalve voeg ik de publicatie
«BPRC-onderzoeksresultaten» en de proefdierkundige en wetenschappelijke jaarverslagen
2013 bij deze brief2.
Ik verwijs u tevens naar het advies van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
(KNAW) «Gebruik van niet-humane primaten als proefdier – nut en noodzaak?» welke op
19 september 2014 aan uw Kamer is verstuurd (Kamerstuk 32 336, nr. 30). De KNAW concludeert dat wetenschappelijk onderzoek met apen, mits goed geargumenteerd
en getoetst, aanvaardbaar en vooralsnog onmisbaar is. Tevens heeft de commissie aanbevelingen
gedaan waardoor er vermindering/vervanging en verfijning van proeven met niet-humane
primaten kan plaatsvinden. Voor de beleidsreactie verwijs ik u tevens naar de brief
van 19 september 2014.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma