32 336 Dierproeven

Nr. 122 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2021

Uw Kamer heeft mij op 4 november 2021 verzocht te reageren op een brief van de organisatie Diervriendelijk Nederland d.d. 6 oktober 2021 over een «actieplan voor uitfasering dierproeven in Europa». Hierbij doe ik u mijn reactie toekomen.

Het Europees parlement (EP) heeft op 16 september 2021 een resolutie aangenomen om de transitie naar innovatie zonder het gebruik van dieren in het wetenschappelijk onderzoek voor regulatoire testen en het onderwijs te versnellen. Het EP verzoekt de Europese Commissie om daarvoor een EU-breed actieplan op te stellen. Door de ontwikkeling van proefdiervrije methoden en technologieën te versnellen kan aan het doel, afbouw van dierproeven, worden bijgedragen. Belangrijke voorwaarde daarbij is wel dat het niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu niet verlaagd wordt1.

Deze resolutie biedt kansen voor een genuanceerde Europese aanpak om proefdiervrije innovatie te stimuleren en daarmee dierproeven te verminderen. Deze aanpak sluit aan bij de filosofie en de werkwijze van het partnerprogramma Transitie Proefdiervrije Innovatie (TPI). In TPI is de inzet vooral gericht op het opbouwen van proefdiervrije innovaties en niet zo zeer op het uitfaseren of afbouwen van dierproeven. De benadering die in TPI gekozen is, heeft (tot nu toe) geleerd dat de inzet op «betere wetenschap met proefdiervrije methoden» tot meer co-creatie (samenwerking, waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces en het resultaat van het proces) en daardoor tot minder weerstand leidt. Hierdoor is het mogelijk om op een meer indirecte manier bij te dragen aan een vermindering van dierproeven.

Diervriendelijk Nederland heeft een eigen actieplan opgesteld dat veel interessante ideeën bevat voor de uitvoering van de resolutie. Hoewel in dat actieplan de nadruk vooral ligt op uitfasering, bevat het plan zeker ook aanknopingspunten met de TPI-benadering. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt om, op korte termijn, met Diervriendelijk Nederland in gesprek te gaan, zodat zij hun actieplan kunnen toelichten.

Daarnaast wil ik in overleg met andere bij TPI betrokken ministers nagaan hoe we onze inzichten en ervaringen vanuit de Nederlandse TPI-benadering in Europa kunnen delen om te zorgen dat de Europese Commissie deze inzichten en ervaringen kan gebruiken bij de uitvoering van de resolutie.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven