Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 oktober 2020
Afgelopen september ontving uw Kamer mijn voortgangsrapportage TPI over de periode
april 2019–augustus 2020 (Kamerstuk 32 336, nr. 108). Met deze brief bied ik uw Kamer nu de terugblik aan op het versnellingsprogramma
Transitie naar Proefdiervrije Innovatie (TPI)1. Deze gaat over de gehele TPI-periode van juni 2018–oktober 2020. Ik bied de «Terugblik
op TPI» aan namens de partners in de Kerngroep van TPI: Health-Holland, NFU, RIVM,
SGF, Proefdiervrij, VSNU en ZonMw en de agendaleden KNAW, NCad.
De TPI-partners kijken positief terug op een programma dat anders is dan anders, omdat
in plaats van doelen en mijlpalen gewerkt is met een Filosofie & Werkwijze. De TPI
leverde een gemêleerd netwerk op. Daarin voeren uiteenlopende stakeholders met elkaar
de dialoog over hoe proefdiervrij te innoveren. Dat doen zij in een breed veld vanuit
verschillende deskundigheden, invalshoeken, sectoren en belangen. Dat is complex,
maar de diversiteit draagt bij aan de innovatie.
De voortgang in de transitieopgave wordt gemeten aan de hand van drie daarvoor gangbare
procesindicatoren: er zijn nieuwe verbindingen gelegd in het groeiende netwerk, er
is anders gekeken naar onderzoeksvoorstellen en er is met de partners een gedeelde
visie ontwikkeld: met alternatieven voor dierproeven beter voorspellen over effecten
in de mens van medicijnen en chemische stoffen.
Deze evaluatie is kwalitatief van aard en beschrijft hoe de transitie naar proefdiervrije
innovatie is versneld. Aangezien de opbouw van proefdiervrije alternatieven heeft
geen direct verband houdt met het aantal uitgevoerde dierproeven, is een kwalitatieve
analyse voor TPI passender dan een kwantitatieve.
De TPI-partners werken de komende maanden actielijnen uit voor een vervolg op TPI.
Daarover zal ik uw Kamer in het voorjaar 2021 verder informeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten