nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 25 februari
2009 (Stb. 120) heeft verklaard dat er grond bestaat een voorstel in overweging
te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid
tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de
rechter;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in artikel II omschreven veranderingen.
ARTIKEL II
Artikel 120 wordt als volgt gewijzigd:
A
Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
B
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Wetten vinden evenwel geen toepassing indien deze toepassing niet
verenigbaar is met de artikelen 1, 2, derde en vierde lid, 3 tot en met 9,
10, eerste lid, 11 tot en met 17, 18, eerste lid, 19, derde lid, 23, tweede,
derde, vijfde, zesde en zevende lid, 54, 56, 99, 113, derde lid, 114, 121
en 129, eerste lid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Justitie,