32 321
Onderzoek naar de effecten van inburgering op participatie in het kader van de Onderzoek- en toekomstagenda 2010

nr. 1
BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden

Den Haag, 18 februari 2010

Het Presidium legt hierbij aan u voor een brief van de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie d.d. 9 februari 2010. In deze brief wordt het besluit van de Kamer d.d. 8 december 2009 om in het kader van de Onderzoek- en toekomstagenda voor 2010 een onderzoek naar de effecten van inburgering op participatie uit te voeren, nader uitgewerkt zowel wat betreft de inhoud als de vorm van het onderzoek.

Zo stelt de commissie voor om dit onderzoek, dat te typeren is als een uitvoeringsonderzoek ex-post, te laten uitvoeren door een externe en onafhankelijke instantie en om een klankbordgroep vanuit de commissie samen te stellen. De kosten voor dit onderzoek zullen maximaal € 47 500,00 bedragen.

Het Presidium stelt u voor om in te stemmen met dit onderzoeksvoorstel inclusief de daarbij behorende kosten ten laste te laten komen van het onderzoeksbudget.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

G. A. Verbeet

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

BIJLAGE

Aan het Presidium

Den Haag, 5 februari 2010

Op 8 december 2009 heeft de Kamer besloten tot het uitvoeren van een onderzoek naar de effecten van inburgering op participatie in het kader van de Onderzoek- en toekomstagenda voor 2010.

De algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie (hierna: commissie) heeft vervolgens het onderzoeksvoorstel nader uitgewerkt. Naast de uitwerking van de doelstelling en onderzoeksvragen, is de onderzoeksvorm, de planning en begroting van het onderzoek beschreven en nader uitgewerkt (de begroting van het onderzoek is bijgevoegd).

In de procedurevergadering van 28 januari jl. heeft de commissie ingestemd met deze uitwerking en besloten het onderzoeksvoorstel met tussenkomst van het Presidium door te geleiden naar de Kamer.

In deze brief wordt nader ingegaan op de inhoud en de vorm van het onderzoek. De begroting treft u bijgaand aan.

Inhoud onderzoek

De primaire doelstelling van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de mate van doeltreffendheid van de inburgering, in het bijzonder de effecten van inburgering op de participatie van inburgeraars in de Nederlandse samenleving. Daarnaast is het de bedoeling dat het onderzoek helder en inzichtelijk maakt welke verbeteringen in de inburgering kunnen worden aangebracht om het effect van inburgering op participatie te vergroten.

Type onderzoek

Voor de Onderzoek- en toekomstagenda van de Kamer worden twee mogelijke typen onderzoek onderscheiden: uitvoeringsonderzoek ex-post en toekomstonderzoek. Het onderzoek naar de effecten van inburgering op de participatie is het best te typeren als een uitvoeringsonderzoek ex-post. Het is een onderzoek naar de uitvoering van bestaande regelgeving en heeft het karakter van een beleidsevaluatie.

Omdat het uitvoeren van kwantitatief onderzoek naar de effecten van inburgering op participatie zeer complex is, geen zekerheid biedt op bruikbare resultaten en bovendien de toegang tot een groot aantal databestanden vereist die door verschillende organisaties worden beheerst, is de commissie van mening dat het onderzoek een kwalitatief onderzoek moeten zijn. De meest logische onderzoeksmethode hiervoor is een casusonderzoek.

Uitbesteden van het onderzoek

Het onderzoek heeft een specialistisch karakter waardoor specialistische kennis van zowel de inhoud van het onderzoek als de onderzoeksmethode noodzakelijk is. Het onderzoek kent voorts een korte doorlooptijd en mede hierdoor is het benodigde tijdsbeslag groot.

Derhalve ligt het voor de hand te kiezen om het onderzoek uit te besteden aan een externe en onafhankelijke instantie. Het uitbesteden van het onderzoek garandeert dat er onafhankelijk, politiek niet gekleurd onderzoek wordt opgeleverd.

Instellen klankbordgroep

De uitkomsten en conclusies van het onderzoek dienen als voorbereiding op het debat met het kabinet over de evaluatie van de Wet inburgering (verwacht in mei 2010). Een separate behandeling van de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek is derhalve niet aan de orde is. Daarom is de commissie van mening dat het instellen van een tijdelijke commissie niet het meest logische «vehiculum» is.

Om wel te waarborgen dat het externe onderzoek aansluit bij de behoefte van de Kamer stelt de commissie voor, conform de Regeling parlementair en extern onderzoek (31 019, nr. 6), vanuit de commissie een klankbordgroep in te stellen, bestaande uit betrokken woordvoerders. De klankbordgroep zal regelmatig overleggen met de onderzoekers. De klankbordgroep trekt geen politieke conclusies, maar zorgt er voor dat de resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd aan en besproken in de commissie en kunnen worden gebruikt voor het debat met het kabinet over de evaluatie van de Wet inburgering.

De samenstelling van de klankbordgroep is als volgt:

– De Krom (VVD, voorzitter)

– Sterk (CDA)

– Dijsselbloem (PvdA)

– Karabulut (SP)

– Fritsma (PVV)

– Ortega-Martijn (CU).

Kosten van het onderzoek

De kosten van uitbesteden van het casusonderzoek worden geraamd op € 30 000 incl. BTW. Voor een aanvullend literatuuronderzoek, voor het geval hiertoe door de klankbordgroep wordt besloten, is een bedrag van € 10 000 in de begroting opgenomen. Inclusief onvoorziene kosten en materieel budget bedragen de totale onderzoekskosten € 47 500. In bijgevoegde begroting worden tevens de kosten voor de inzet van het ambtelijk personeel van de Kamer tevens inzichtelijk gemaakt. Deze kosten leiden niet direct tot extra uitgaven voor de Kamer, omdat deze medewerkers niet allemaal (tijdelijk) vervangen zullen worden.

Navraag bij de stafdienst FEZ van de Kamer heeft duidelijk gemaakt dat de financiële ruimte voor dit externe onderzoek, dat deel uitmaakt van de onderzoeksagenda van de Kamer, beschikbaar is in het onderzoeksbudget over 2010.

Planning onderzoek

Na instemming van de Kamer met de voorliggende uitwerking van het onderzoek zal direct worden aangevangen met de offerselectie en de gunning van de opdracht, zodat het extern onderzoek in maart a.s. kan starten een in mei a.s. kan worden afgerond.

Na afronding van het onderzoek zal de commissie een aantal rondetafelgesprekken organiseren waarin de uitkomsten van het onderzoek worden besproken met deskundigen en betrokkenen. Van deze gesprekken zal een stenografisch verslag worden gemaakt.

Het onderzoek en de rondetafelgesprekken dienen als voorbereiding op het debat met het kabinet over de evaluatie van de Wet inburgering, dat naar verwachting nog voor het zomerreces zal plaatsvinden.

Namens de commissie verzoek ik u de uitwerking van het onderzoek ter goedkeuring aan de Kamer voor te leggen.

De griffier van de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie,

Van der Leeden

Naar boven