Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2013
Op 27 november jl. heeft u de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 5 en 6 december
en het monitoringsoverzicht JBZ-dossiers ontvangen. In aanvulling op de geannoteerde
agenda en in het kader van de discussie tijdens deze JBZ-Raad over de toekomstige
ontwikkeling van de JBZ-ruimte bied ik u hierbij de Nederlandse schriftelijke inbreng1 t.a.v. dit agendapunt aan. De lidstaten zijn hiertoe door het Litouws voorzitterschap
verzocht. De Nederlandse inbreng is verstuurd op 2 december jl. en is vanzelfsprekend
gebaseerd op het kabinetsstandpunt dat u op 18 november heeft ontvangen (Kamerstuk
32 317, nr. 196).
Ten tweede bied ik u een gezamenlijk paper aan van België, Denemarken, Oostenrijk,
Nederland en Zweden aan met een visie op de toekomstige prioriteiten binnen de JBZ-ruimte
op het gebied van asiel, migratie, visa en grenzen. Dit is op 29 november jl. aan
de Commissie en het voorzitterschap verstuurd. Op het terrein van immigratie, asiel
en grenzen wordt sinds geruime tijd samenwerking gezocht met gelijkgestemde lidstaten.
Bijgevoegd position paper2 is daarvan het resultaat.
Dit paper moet in samenhang worden gezien met de visie van Duitsland, Estland, Finland,
Hongarije, Nederland, Slovenië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden op de algemene uitgangspunten
voor het toekomstige JBZ meerjarenbeleidskader die op 20 november aan de Commissie
en het voorzitterschap is verstuurd. Deze correspondentie heeft u op 22 november jl.
(kenmerk 455927) ontvangen.
Graag zijn wij bereid om hierover met Uw Kamer van gedachten te wisselen.
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven