nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2010
In reactie op brief van 3 december 2009 van de griffier van de vaste
commissie van Justitie waarin ons wordt verzocht de bestaande praktijk met
betrekking tot de informatievoorziening aan de Kamer ten behoeve van de (voorbereiding
van de) JBZ-Raad na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon te continueren,
en in aanvulling op de aanbiedingsbrief van de geannoteerde agenda van de
JBZ-Raad van 30 november en 1 december 20091, berichten wij u als volgt.
Wij hebben de uitdrukkelijke wens dat de door de inwerkingtreding van
het Verdrag van Lissabon gewijzigde formele relatie tussen regering en parlement
geen afbreuk zal doen aan de dialoog met uw Kamer. Het nieuwe regime vraagt
om uw vroegtijdige betrokkenheid bij het Europese beleids- en besluitvormingsproces.
Justitie en BZK zullen daartoe zoveel mogelijk binnen de daarvoor gestelde
termijnen BNC-fiches opstellen. Verder zullen wij u door middel van geannoteerde
agenda’s en verslagen zo volledig mogelijk blijven informeren over bijeenkomsten
van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken.
In overleg met uw griffie op 19 januari jl. is – in lijn met
eerdere communicatie over dit onderwerp en in lijn met uitlatingen van de
eerste ondertekenaar hierover tijdens het AO JBZ op 26 november jl. –
overeengekomen dat
– de kwaliteit van de geannoteerde agenda en het verslag niet zal
veranderen.
– de opmaak van de geannoteerde agenda zal veranderen (geen annotates
bij A-punten, geen standaardvermelding van de toepasselijkheid van het instemmingsrecht).
– toezenden van documenten door de regering achterwege wordt gelaten,
omdat het parlement documenten rechtstreeks van de Commissie en de Raad ontvangt.
– het parlement de geannoteerde agenda in de regel een week voor
de Raad ontvangt.
– in de aanbiedingsbrief van de geannoteerde agenda zal worden aangegeven
welke onderwerpen vermoedelijk de hoofdpunten van bespreking in de Raad zullen
zijn.
Ten slotte wijzen wij u erop dat het parlement jaarlijks zal worden geïnformeerd
over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het Actieplan
Stockholm Programma.
Wij kijken uit naar voortzetting van de constructieve samenwerking tussen
regering en parlement in het Europese beleids- en besluitvormingsproces.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst