32 314
Instelling van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Wet Raad voor de leefomgeving en infrastructuur)

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college voor advies in te stellen met betrekking tot de hoofdlijnen van beleid inzake de leefomgeving en infrastructuur, onder de gelijktijdige opheffing van de VROM-raad, de Raad voor verkeer en waterstaat en de Raad voor het landelijk gebied;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Er is een Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, hierna te noemen de raad.

Artikel 2

1. De raad heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over strategische beleidsvraagstukken inzake de duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en infrastructuur, meer in het bijzonder op het gebied van wonen, ruimtelijke ordening, milieu, klimaatbeleid, water, landbouw, natuur, voedsel(kwaliteit), verkeer en vervoer en de ruimtelijk-economische ontwikkeling, al dan niet in onderlinge samenhang.

2. De raad heeft voorts tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over de hoofdlijnen van het beleid en wetgeving gericht op het voorkomen van ongevallen en rampen als gevolg van het gebruik, de opslag, de productie en het vervoer van gevaarlijke stoffen en de beperking van de gevolgen van dergelijke ongevallen en rampen.

Artikel 3

De Wet advies en overleg verkeer en waterstaat wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

overlegorgaan: orgaan als bedoeld in artikel 2.

B

Hoofdstuk 2 vervalt.

C

De opschriften van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 vervallen.

D

De artikelen 4 tot en met 19 worden vernummerd tot 2 tot en met 17.

E

In artikel 4 (nieuw) wordt «artikel 5» vervangen door: artikel 3.

F

In artikel 9, tweede lid, onderdeel b, (nieuw) wordt «artikel 7, eerste lid,» vervangen door: artikel 5, eerste lid,.

G

In artikel 11, tweede lid, (nieuw) wordt «De artikelen 7 tot en met 11» vervangen door: De artikelen 5 tot en met 9.

H

In artikel 12, eerste lid, (nieuw) wordt «artikel 7, eerste lid,» vervangen door: artikel 5, eerste lid,.

I

Artikel 15 (nieuw) komt te luiden:

Artikel 15

1. Na de inwerkingtreding van deze wet berust het Besluit overleg verkeer en waterstaat 2004 op de artikelen 2 en 14 van deze wet.

2. Na de inwerkingtreding van deze wet berust het Besluit aanwijzingen betrokkenen overlegorganen verkeer en waterstaat 2004 op artikel 5 van deze wet.

J

Artikel 17 (nieuw) komt te luiden:

Artikel 17

Deze wet wordt aangehaald als: Wet overleg verkeer en waterstaat.

Artikel 4

De Wet op de VROM-raad en de Wet op de raad voor het landelijk gebied worden ingetrokken.

Artikel 5

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 2, tweede lid, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 6

Deze wet wordt aangehaald als: «Wet Raad voor de leefomgeving en infrastructuur» of als «Wet RLI».

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven