nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Paspoortwet
te wijzigen in verband met de mogelijkheid om in bepaalde gevallen de verstrekking
van een reisdocument te kunnen weigeren indien het gegronde vermoeden bestaat
dat de betrokkene zich tracht te onttrekken aan strafvervolging of tenuitvoerlegging
van een straf in het buitenland en in verband met een wijziging in de differentiatiemogelijkheden
van de gemeentelijke tarieven;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Paspoortwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, tweede lid, wordt «al naar gelang de leeftijd van
de persoon op wiens naam het reisdocument wordt gesteld» vervangen door:
al naar gelang de leeftijd van de aanvrager, het feit of de aanvrager in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene is ingeschreven.
B
Na artikel 23 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 23a
Weigering of vervallenverklaring kan geschieden op verzoek van Onze Minister
die het aangaat, indien naar aanleiding van een daarop betrekking hebbende
kennisgeving door een bevoegde autoriteit van een met het Koninkrijk bevriende
mogendheid het gegronde vermoeden bestaat dat de betrokken persoon zich in
dat land zal onttrekken aan een tegen hem ingestelde strafvervolging of tenuitvoerlegging
van een hem opgelegde straf of maatregel in verband met gedragingen die naar
het recht van een van de landen binnen het Koninkrijk een misdrijf opleveren
waarvoor een vrijheidsstraf van een jaar of van langere duur kan worden opgelegd.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Buitenlandse Zaken,