32 300
Evaluatie van de Wet op de vaste boekenprijs

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2010

Sinds 1 januari 2005 is de Wet op de vaste boekenprijs (Wvbp) van toepassing op Nederlandsen Friestalige boeken (en muziekuitgaven), met uitzondering van schoolboeken. De wet bepaalt dat de minister van OCW binnen vijf jaar na inwerkingtreding de Staten-Generaal verslag uitbrengt over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk.

Hierbij treft u mijn verslag aan over de jaren 2005–2008. Mijn hoofdconclusie is dat de wet goed functioneert en de vaste prijs bijdraagt aan de brede beschikbaarheid van het boek. De evaluatie geeft mij wel aanleiding tot het aanbrengen van enkele wetswijzigingen.

De evaluatie bestaat uit de volgende onderdelen:

• een wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de Wvbp uitgevoerd door bureau APE (bijlage 1) en een inventarisatie door de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak (KVB) van de opvattingen in het boekenvak over de Wvbp (bijlage 2);1

• een zelfevaluatie van het Commissariaat voor de Media (CvdM) van het toezicht op en de handhaving van de Wvbp, bestaande uit een beschrijving van werkzaamheden (bijlage 3) en een door bureau Ecorys uitgevoerd onderzoek naar de meningen van «stakeholders» over het functioneren van het CvdM (bijlage 4);1

• reactie op de bevindingen;

• wijzigingen in de regelgeving.

Ik heb de Raad voor Cultuur gevraagd advies uit te brengen op de onderdelen «reactie op de bevindingen» en «wijzigingen in de regelgeving». Het Raadsadvies (bijlage 5) behandel ik aan het slot van deze brief.1

Wetenschappelijk onderzoek effecten Wvbp

Tot 2005 was de vaste boekenprijs (vbp) privaatrechtelijk geregeld in het Reglement Handelsverkeer van de KVB. Met de Wvbp hebben de initiatiefnemers inhoudelijk grotendeels aangesloten bij de bestaande privaatrechtelijke regelgeving. De belangrijkste verschillen zijn dat het schoolboek geen vaste prijs meer kent, de exclusiviteit van het handelsverkeer (het «erkenningenstelsel») is beëindigd en de minimale duur van de vaste prijs is teruggebracht van twee naar één jaar.

Voorafgaand aan het wetenschappelijk onderzoek heeft de KVB de vakinbreng bij de evaluatie verzorgd door middel van een enquête bij sleutelfiguren in het boekenvak. De inventarisatie geeft een goed beeld van de vigerende opvattingen in het boekenvak over het functioneren van de wet en de huidige marktontwikkelingen. Alle geledingen ondersteunen de wet en menen dat hij geen majeure wijzigingen behoeft. Ontwikkelingen op het digitale terrein moeten volgens de KVB vooralsnog worden afgewacht zodat de effecten beter zichtbaar worden. Over de vraag of de vaste prijs ook moet gelden voor digitale producten waren de meningen verdeeld. De boekhandelsgeleding is steeds voorstander geweest van een vaste prijs voor het e-boek en zeer recent heeft ook het Nederlands Uitgeversverbond laten weten dit standpunt te ondersteunen.

Het wetenschappelijk onderzoek diende antwoord te geven op de vraag wat de bijdrage van de Wvbp is aan de pluriformiteit van het titelaanbod, aan de brede beschikbaarheid van het boek (breedte van het boekhandelsassortiment en dichtheid van het boekhandelsnetwerk) en aan de publieksparticipatie. Dezelfde vraag stond centraal in het onderzoek Boek en Markt van het Centraal Planbureau en het Sociaal en Cultureel Planbureau (Appelman en Van den Broek, Den Haag, 2000).

Om twee redenen heb ik gekozen voor een descriptieve opzet van dit effectonderzoek. In de eerste plaats ontbreekt een empirisch ijkpunt (nulsituatie) voor het vaststellen van de effecten, omdat met de wet grotendeels een bestaande situatie werd gecontinueerd. In de tweede plaats is met Boek en Markt reeds een gedegen en nog steeds valide verklarende analyse beschikbaar van de werking van de vaste prijs. Een herhaling van deze exercitie leek mij niet opportuun.

De onderzoeksopdracht voor de evaluatie bestond uit het uitvoeren van een replicatie van de kwantitatieve analyses uit Boek en Markt inzake de pluriformiteit en beschikbaarheid van het boekenaanbod, met bijzondere aandacht voor de positie van het wetenschappelijke boek. Het doel van de replicatie was het meten van ontwikkelingen in de periode 2005 -2008 met, voor zover mogelijk, een vergelijking met de gegevens uit 2000 (het peiljaar van Boek en Markt). Daarnaast moest worden vastgesteld wat de effecten zijn geweest van de opheffing van het exclusief verkeer en de verkorting van de termijn van de vbp. De vragen dienden te worden beantwoord tegen de achtergrond van de voortschrijdende digitalisering in het boekenvak.

Ik vermeld hieronder de belangrijkste conclusies van de onderzoekers.

Afschaffing exclusief verkeer

De afschaffing van het exclusief verkeer heeft niet geleid tot additionele verkoop bij branchevreemde kanalen. Ook heeft de groei van de online boekbestellingen (van 5% in 2006 naar bijna 10% in 2008) het marktaandeel van de fysieke boekhandel niet aangetast. Dit kan in de nabije toekomst veranderen als het aandeel van de internetwinkels blijft toenemen.

Verkorting van de termijn van de vbp

Het terugbrengen van de minimale duur van de vbp van twee naar één jaar heeft geen waarneembare invloed gehad op het aantal prijsopheffingen.

Pluriformiteit van het titelaanbod1

In de periode 2005–2008 is de pluriformiteit van het titelaanbod naar aantal geleverde titels en genres licht gestegen. Deze stijging geldt ook voor het literair-culturele aanbod. Ten opzichte van het peiljaar 2000 is sprake van continuïteit.

Brede beschikbaarheid van boeken

Sinds de invoering van de wet is de beschikbaarheid van boeken stabiel gebleven. Zo is het aantal fysieke boekhandels vrijwel gelijkgebleven. Wel kent Nederland een aantal regio’s zonder boekhandel maar dat was in 2000 ook al het geval. Het aantal internetwinkels groeit. De onderzoeksresultaten met betrekking tot de periode 2005–2008 stemmen overeen met de conclusies van het rapport Brede beschikbaarheid dat in opdracht van de Koninklijke Boekverkopersbond (KBb) is opgesteld (bijlage 1a), aldus de onderzoekers.

Er is één opvallend onderzoeksresultaat dat mogelijk wijst op een afname van de brede beschikbaarheid van boeken: de fysieke boekhandel neemt gemiddeld een smaller wordend assortiment aan boeken af van het Centraal Boekhuis (CB) in de afgelopen 8 jaar. Het aantal boekhandels dat in 2000 meer dan 2000 unieke titels afnam was namelijk ca. 1000, in de periode 2005–2008 schommelt dit aantal rond de 330. We zien ook dat het aandeel van deze categorie boekhandels (met een breed assortiment) in het totaal aantal door het CB beleverde boekhandels in deze periode daalt. Nieuwe afnemers van het CB zijn dus vooral verkooppunten met een minder breed assortiment. Hiertegenover staat dat het titelvolume van de 25% best gesorteerde boekhandels vergelijkbaar is met dat voor 2000. Internetwinkels zijn vergelijkbaar met de 10% best gesorteerde boekhandels.

Hoewel een slag om de arm geboden is in verband met vraagtekens rond de vergelijkbaarheid van het onderliggende datamateriaal, lijken deze uitkomsten een bevestiging van een zich ontwikkelende tweedeling die in Boek en Markt ook al werd gesignaleerd: enerzijds een smal(-ler wordend) assortiment van veel boekhandels met name in de minder verstedelijkte gebieden en anderzijds een omvangrijk(-er wordend) titelaanbod bij een klein aantal boekhandels in de grote steden.

De beschikbaarheid van het literair-culturele boek ligt op hetzelfde niveau als in 2000. Ongeveer de helft van het titelaanbod behoort tot dit segment.

De distributie van het wetenschappelijke boek (W-boek) wijkt vrij sterk af van die van het algemene boek. Slechts een deel van de wetenschappelijke uitgaven wordt gedistribueerd via het depot van het Centraal Boekhuis. In de periode 2005–2008 is sprake van een lichte daling in de afname door de fysieke boekhandel van het W-boek, terwijl het aantal internetwinkels dat wetenschappelijke titels inkoopt groeit.2 De daling treedt vooral op bij het bètaboek en in iets mindere mate bij het alfa- en gammaboek. Mogelijke verklaringen voor de daling zijn de minder aantrekkelijke handelsmarges voor het W-boek, de opkomst van internetwinkels, de concurrentie van Engelstalige boeken en de toenemende digitalisering van het W-boek met het betaboek als koploper.

Publieksparticipatie

De wettelijke verankering van de vbp heeft geen invloed gehad op het koop- en leesgedrag.

Synthese en aanbevelingen voor verder onderzoek

De invoering van de wet heeft niet geleid tot noemenswaardige veranderingen in de Nederlandse boekvoorziening. Gesignaleerde ontwikkelingen zijn terug te voeren op autonome factoren, die los staan van de wet of de vaste prijs als zodanig en deels een continuering zijn van trends die zich al vóór 2005 aftekenden. De wet vormt een bijdrage aan de beoogde cultuurpolitieke doelstellingen omdat hij de fysieke distributie van het boek beschermt en daarmee de brede beschikbaarheid van het boek bevordert. De voortschrijdende digitalisering – een toenemend marktaandeel van de internethandel en verdere penetratie van het e-boek – zal waarschijnlijk de positie van de fysieke boekhandel aantasten en in het verlengde daarvan de effectiviteit van de vaste prijs doen verminderen.

De lacunes in het beschikbare datamateriaal beperken de onderzoeksconclusies enigermate. Ten behoeve van toekomstig onderzoek is het van belang dat de boekenbranche investeert in de beschikbaarheid van gegevens die analyse van langere reeksen van in de tijd consistente gegevens mogelijk maakt. Aanvullend onderzoek naar het inkoopbeleid van fysieke boekhandels is wenselijk.

Gelet op de onzekerheid over de omvang en snelheid van de boekdigitalisering, verdient het aanbeveling om in een afzonderlijke studie een aantal toekomstscenario’s te schetsen en voor elk scenario een beoordeling te geven van de functionaliteit van het instrument prijsbinding. De boekenbranche dient zorg te dragen voor een goede monitoring van de ontwikkeling van het e-boek.

Zelfevaluatie van het Commissariaat voor de Media

Het Commissariaat heeft op mijn verzoek een zelfevaluatie verricht van het toezicht op en de handhaving van de Wvbp, bestaande uit een beschrijving van werkzaamheden en een onderzoek van ECORYS Nederland BV naar de meningen van stakeholders over de taakuitoefening door het Commissariaat.

Beschrijving van werkzaamheden

Vanaf 2006 is het Bureau Vaste Boekenprijs begonnen met de effectieve handhaving. In 2005 heeft het bureau belanghebbenden door middel van voorlichtingsbijeenkomsten, een brochure en bestuurlijke rechtsoordelen geïnformeerd over de verschillen tussen de nieuwe en de oude regelgeving. In dat jaar is ook een deskundigencommissie ingesteld die het Commissariaat adviseert over de hoofdlijnen van het handhavingsbeleid en attendeert op mogelijke overtredingen. In 2006 en 2007 is veel tijd geïnvesteerd in het tot standbrengen van een website waarop uitgevers en importeurs de prijs van hun uitgaven dienen te melden. Deze site is algemeen toegankelijk en hierop zijn ook alle officiële mededelingen van het Commissariaat te vinden. Voorts heeft het Commissariaat diverse beleidsstukken gepubliceerd.

Meningen van stakeholders (onderzoek Ecorys) en de reactie van het Commissariaat

De onderzoekers stellen vast dat het algemene beeld ten aanzien van het toezicht positief is.1 Het Commissariaat treedt streng doch rechtvaardig op.

Betrokkenen noemden de volgende punten waarop verbetering wenselijk is: de informatievoorziening, de aanmelding van boekenprijzen, het (onduidelijke) sanctiebeleid en de continuïteit van het toezicht.

Het Commissariaat zegt in zijn reactie1 dat hij deze punten zelf al had gesignaleerd en ter hand genomen. Zo zal er een nieuwsbrief komen met laagdrempelige informatie en inmiddels is een overzicht van veelgestelde vragen (met de antwoorden) geplaatst op de website vaste boekenprijs. Daarnaast beantwoorden twee medewerkers van de afdeling Programmatoezicht dagelijks telefoontjes van uitgevers en boekverkopers over de toepassing van de vaste prijs. Ook organiseert het Commissariaat regelmatig workshops en andere voorlichtingsactiviteiten.

Bij de aanmelding van titels ervaren uitgevers en importeurs de dubbele invoer van titelgegevens (bij CB/bureau ISBN en het Commissariaat) als administratief belastend en pleiten voor koppeling van de bestanden, zodat het CB de aanmelding kan verzorgen. Het Commissariaat zegt hierover overleg te voeren met het CB dat deze nieuwe dienstverlening wil ontwikkelen als zij van voldoende uitgevers een verzoek daartoe krijgt.

Het sanctiebeleid heeft het Commissariaat in 2008 geformaliseerd met de publicatie van de beleidslijn sanctiemaatregelen.

De continuïteit van het toezicht is inmiddels sterk verbeterd. Het toezicht dat bij de aanvang van de werkzaamheden sterk leunde op één persoon en daarmee vrij kwetsbaar was, wordt sinds 2008 in toenemende mate uitgeoefend door twee medewerkers van de afdeling Programmatoezicht van het Commissariaat. Ook heeft ondersteuning door een externe jurist plaatsgevonden.

Voorts menen uitgevers menen dat het sanctiebeleid te rigide is en te veel in het teken staat van de letter in plaats van de geest van de wet. Het Commissariaat ziet geen aanleiding voor een soepeler opstelling.

Bijlage 4 bevat een overzicht van de besluiten en uitspraken inzake de handhaving van de Wvbp.2 In de periode 2005–2008 hebben geen procedures plaatgevonden over bladmuziekuitgaven. Importeurs van bladmuziekuitgaven ervaren wel bepaalde problemen tengevolge van de wet (zie hiervoor Wijzigingen in de regelgeving).

Reactie op de bevindingen

De invoering van de wet heeft geen aanwijsbaar positief of negatief effect gehad op het boekenaanbod. In vergelijking met 2000 is sprake van een grote mate van continuïteit. Deze conclusie van de onderzoekers verbaast mij niet, maar verheugt mij wel. Het betekent namelijk dat de vaste prijs nog steeds zijn beoogde functie vervult: de instandhouding van een (redelijk fijnmazig) netwerk van fysieke boekhandels waarvan een (redelijk) aantal met een breed assortiment en de beschikbaarheid van een pluriform boekenaanbod. De uitschakeling van de prijsconcurrentie verschaft de boekhandel financiële ruimte en biedt een buffer tegen de invloed van veelal ongunstige marktomstandigheden zoals de bestsellercultuur en de afnemende leestijd. De wet is echter geen panacee en kan niet verhinderen dat het assortiment van de gemiddelde boekhandel smaller lijkt te worden. Nieuw is de concurrentie van de internet boekhandel.

Terecht constateren de onderzoekers dat de boekensector aan de vooravond staat van een digitaliseringsgolf. Dit jaar beleefden wij de echt serieuze introductie van e-readers op de Nederlandse markt. Voorlopig is op de markt van het algemene boek de positie van het fysieke boek nog dominant. Conform de aanbeveling van de onderzoekers wil ik op korte termijn opdracht verlenen tot het uitvoeren van een studie naar de consequenties van de opkomst van het e-boek voor de functionaliteit van de Wvbp en naar de wenselijkheid en handhaafbaarheid van een vaste boekenprijs voor het e-boek. De studie moet resulteren in een aantal toekomstscenario’s voor (het tempo van) ontwikkelingen in de aandelen per marktsegment van het e-boek, voor mogelijke wijzigingen in de posities van spelers in de bedrijfskolom en voor het bereik van de Wvbp. In de tweede plaats moet de studie antwoord geven op de vraag of een vaste prijs voor het e-boek een functie zou kunnen vervullen bij de instandhouding van de brede beschikbaarheid van boeken en ook handhaafbaar is.

Het boekenvak zelf dient zorg te dragen voor een goede monitoring van aanbod en verkoop van het e-boek als onderdeel van het reguliere brancheonderzoek.

Mede met het oog op een toekomstige evaluatie van de Wvbp verwacht ik dat het boekenvak, in casu de KVB, gegevensbestanden over aanbod, distributie en verkoop van boeken langjarig beschikbaar houdt en lacunes aanvult. Mochten de conclusies van de studie en het groeitempo van het marktaandeel van het e-boek daartoe aanleiding geven, zal ik mij beraden over een tussentijdse wetswijziging die ook het e-boek prijsgebonden maakt.

De uitkomsten van de zelfevaluatie van het Commissariaat stemmen tot tevredenheid. De belangrijkste door belanghebbende partijen gewenste verbeteringen zijn inmiddels aangebracht. Er resteren nog twee specifieke wensen van het boekenvak. Het NUV ziet graag dat het Commissariaat meer «oplossingsgericht» werkt en de wet meer naar de geest in plaats van de letter interpreteert zodat er meer mogelijkheden ontstaan voor het voeren van kortingsacties. De beslissing van het Commissariaat om dit verzoek niet te honoreren onderschrijf ik. Het is niet de taak van het Commissariaat om marketingadviezen te geven maar om heldere uitleg te verschaffen over wat wel en wat niet in overeenstemming is met de wet. Voorts wenst de KBb dat het Commissariaat niet slechts op klachten reageert (piepsysteem) maar zelf actief overtredingen opspoort. Ook deze suggestie zal ik niet overnemen vanwege de hoge kosten en de lage te verwachten baten.

Een belangrijke maatstaf voor de kwaliteit van het toezicht is het aantal bezwaren en beroepen dat is aangetekend. In de periode 2005–2008 vonden 10 bezwaarprocedures plaats en waren er drie uitspraken in beroep waarvan één ongegrond werd verklaard vanwege een ontoereikende motivering van het besluit. Het feit dat slechts in een enkel geval een besluit moest worden herzien beschouw ik als een positief teken.

Met name kostenoverwegingen gaven indertijd de doorslag voor de Kamer om voor het toezicht op de Wvbp niet over te gaan tot de oprichting van een nieuw ZBO, maar om deze taak onder te brengen bij een bestaande toezichthouder.

Op jaarbasis bedragen de kosten van het Commissariaat circa € 400 000 (i.e. circa 7% van de totale apparaatskosten). Deze kosten, die deels gecompenseerd worden door de opbrengsten uit boetes, acht ik acceptabel.

Wijzigingen regelgeving

Naar mijn oordeel behoeft de wet geen majeure aanpassingen. Wel wil ik in ieder geval twee wijzigingen invoeren, deels op verzoek van het boekenvak en deels voortkomend uit de uitvoeringspraktijk. Naar de noodzaak tot en mogelijkheid van een derde wijziging moet nog verder juridisch onderzoek plaatsvinden. Deze eventuele wijziging betreft de levering van boeken door buitenlandse internetboekhandels. Technische verbeteringen laat ik hierbij buiten beschouwing.

Buitenlandse internetboekhandels

De Wvbp is alleen van toepassing op in Nederland gevestigde uitgevers, importeurs en verkopers in aansluiting op het uitgangspunt dat de rechtsmacht van de Nederlandse wetgever territoriaal begrensd is. In het buitenland gevestigde internetboekhandels vallen buiten de werkingssfeer van de wet. Naar de mening van de indieners van het wetsvoorstel vormde dit type internetverkopers wel een potentiële maar nog geen directe bedreiging voor het gesloten systeem. Het Commissariaat meent dat deze bedreiging nu wél actueel is, gelet op bestaande en in de nabije toekomst te verwachten initiatieven van buitenlandse internetverkopers en vraagt mij welke juridische mogelijkheden er zijn om deze verkopers te verplichten de door de Nederlandse uitgever vastgestelde vaste prijs toe te passen. Inmiddels heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding dat was aangespannen door de KBb tegen een statutair op de Antillen gevestigd internetbedrijf dat boeken met korting aanbood en verkocht aan Nederlandse eindafnemers. De rechter achtte het enkele gegeven dat het bedrijf in het buitenland gevestigd is niet doorslaggevend omdat de boeken de landsgrens van Nederland niet passeerden en de verkoop en levering feitelijk in Nederland plaatsvonden. Ook het Commissariaat oordeelde op dezelfde gronden dat het betreffende bedrijf een verkoper in de zin van de Wvp was en zich derhalve diende te houden aan de door de uitgever vastgestelde prijs.

Met het Commissariaat ben ik van mening dat een toename van de buitenlandse internetverkoop de handhaving van de vaste prijs in ernstige mate zou ondermijnen. Ik zal bezien of en hoe in aansluiting op de ontstane jurisprudentie en in overeenstemmning met de Europese regelgeving aanvulling of verduidelijking van de relevante wetsbepalingen mogelijk respectievelijk noodzakelijk is.

Auteurs- en werknemerskortingen

Onder de privaatrechtelijke regeling van de vaste boekenprijs mochten uitgevers en boekverkopers korting verlenen aan hun auteurs en aan hun eigen werknemers bij respectievelijk aanschaf van boeken voor eigen gebruik en aanschaf van eigen titels. De wet kent echter uitsluitend volumekortingen vanwege de efficiencywinst bij de gelijktijdige aanschaf van meerdere boekexemplaren.

Het boekenvak doet een beroep op mij om de kortingen weer in te voeren. De argumenten van de KVB zijn dat kortingen op bedrijfsproducten in andere branches gebruikelijk zijn, dat zij de vakkennis en belezenheid van de werknemers faciliteren en dat een groot deel van de auteurs niet in de positie is om gratis auteursexemplaren te claimen bij hun uitgevers.

Ik vind deze argumenten overtuigend. Gelet op de bijzondere positie van de auteurs en de werknemers in de boekensector besluit ik tot herinvoering van de auteurs- en werknemerskortingen.

Bladmuziekuitgaven

Het Commissariaat en de Vereniging van Muziekhandelaren en uitgevers in Nederland (VMN) geven mij in overweging om te beslissen tot afschaffing van de vaste prijs voor uit het buitenland geïmporteerde bladmuziekuitgaven. Het marktaandeel van de buitenlandse import is circa 20%.

De belangrijkste reden vormen de problemen veroorzaakt door de bepaling dat vaste prijzen pas na een half jaar mogen worden aangepast. Schommelingen in de wisselkoers en prijswijzigingen door de buitenlandse uitgever kunnen niet direct worden doorberekend in de Nederlandse verkoopprijzen. Dit schaadt de commerciële belangen van de leden van de VMN en leidt er ook toe dat dezelfde uitgave tegen verschillende prijzen wordt aangeboden.

Het Commissariaat wijst er voorts op dat de wet prijsconcurrentie al toestaat, omdat de importeurs onderling afwijkende vaste prijzen kunnen vaststellen.

Mijn conclusie is dat de vaste prijs voor buitenlandse muziekuitgaven zijn doel voorbijschiet en niet bijdraagt aan de beschikbaarheid van een breed aanbod van bladmuziekuitgaven. Ik zal de verzoeken van het Commissariaat en de VMN inwilligen en de wet op dit onderdeel wijzigen.

Advies Raad voor Cultuur

De evaluatie is naar het oordeel van de Raad breed opgezet en gedegen aangepakt en de resultaten geven volgens hem geen aanleiding de Wvbp fundamenteel te wijzigen. De Raad kan zich vinden in de voorgestelde wetswijzigingen. Ook over de zelfevaluatie van het Commissariaat en zijn functioneren als toezichthouder is de Raad positief gestemd.

Het verheugt mij dat de Raad mijn reactie op de evaluatie grotendeels onderschrijft. Wel plaatst hij de volgende kanttekeningen.

De Raad herkent het geschetste beeld in de evaluatie van bureau APE, maar vindt dat de kwantitatieve onderbouwing van een en ander te wensen overlaat. Hoewel ik de beperkingen in het beschikbare datamateriaal erken, zijn die naar mijn inzicht niet zodanig ernstig dat ze de conclusies in het rapport aantasten. De Raad betwijfelt de vermelde tendens tot versmalling van het assortiment en wijst op het titelaanbod dat niet daalt. Ik merk op dat het een het ander geenszins uitsluit. De wenselijkheid van een diepgaander onderzoek naar de assortimentsbreedte zal een punt van gesprek zijn in het overleg dat ik met het vak wil voeren over de opzet van een beter brancheonderzoek.

De kritische opmerking van de Raad over de genoemde studie naar de functionaliteit van een vaste prijs voor het e-boek, berust vermoed ik op een misverstand. De studie zal namelijk niet, zoals de Raad stelt, snel verouderd zijn, want hij is analytisch van aard en daarmee wezenlijk verschillend van het empirische monitoronderzoek.

Deze eerste evaluatie heeft aangetoond dat de Wvbp goed functioneert. De komende jaren zal een groeiend deel van de boekenmarkt worden beheerst door het internet. Er is dan ook alle reden om de tweede evaluatie van de wet in 2014 te richten op de gevolgen van de digitalisering voor de brede beschikbaarheid van het boek.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Tot het titelaanbod behoort elke titel die ten minste één keer gedurende het betreffende jaar geleverd is door het Centraal Boekhuis.

XNoot
2

Gemeten is het aantal boekhandels waaraan het CB ten minste één wetenschappelijk boek heeft geleverd.

XNoot
1

Met uitzondering van de detailhandel vertegenwoordigd door de Raad Nederlandse Detailhandel. De RND is tegenstander van de Wvbp en oordeelt dientengevolge ook negatief over het toezicht. Naar verluidt heeft de RND recent evenwel aangegeven zijn lobbyactiviteiten tegen de wet te zullen staken.

XNoot
1

Zie hiervoor bijlage 4. Hierin ontbreekt de reactie op de punten «aanmelding boekenprijzen» en «informatievoorziening» die het Commissariaat mij naderhand heeft verstrekt.

XNoot
2

In 2006 en 2007 was in verband met ontwikkeling en ingebruikname van de website minder capaciteit beschikbaar voor de handhaving. In 2008 is extra capaciteit ingehuurd om de achterstand weg te werken. Dit verklaart de toename van het aantal waarschuwingen en boetes in dat jaar.

Naar boven