32 299 Ziekenhuiszorg

Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2012

Naar aanleiding van het schriftelijk verzoek van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 21 augustus jl.1, informeer ik u hierbij over de samenwerkingsproblemen tussen artsen in het VU medisch centrum (VUmc). Dit in aansluiting op mijn brief van 15 december 20112 over het door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) verrichte onderzoek naar het overlijden van een patiënt op de IC van het VUmc.

Het door de IGZ in november 2011 afgeronde onderzoek hiernaar resulteerde in veertien maatregelen die de raad van bestuur diende te nemen. Onderdeel daarvan vormde onder andere de opdracht aan de raad van bestuur om «de communicatie en samenwerking tussen deze medisch specialisten weer op peil te brengen opdat een ieder op zijn vakgebied zijn verantwoordelijkheid voor de patiënt waar kan maken en de multidisciplinaire zorg onder regie van de intensivist als bedoeld en veilig is». Daarnaast betrof een van de opdrachten: «De raad van bestuur dient de werkelijke en de ervaren communicatiestoornissen tussen de professionals op te lossen».

De inspectie volgde en volgt de invoering van al deze veertien te nemen verbeteringen, onder andere door middel van contacten op diverse niveaus binnen de organisatie. De raad van bestuur van het VUmc informeerde de IGZ op 23 mei 2012 in een gesprek in het kader van dit toezichttraject over de voortgang van de naar aanleiding van de samenwerkingsproblemen genomen maatregelen; de samenwerking verliep volgens hen goed. Dit werd vervolgens met zoveel woorden ook door de raad van bestuur neergelegd in de «Eindrapportage van de resultaten uit het plan van aanpak Multidisciplinaire zorg voor de complexe patiënt», een eindrapport dat de raad van bestuur van VUmc in juni 2012 heeft opgesteld en aan de IGZ heeft verstrekt.

Op zaterdag 18 augustus jl. heeft het radioprogramma Argos3 aandacht besteed aan specifieke informatie over collegiale conflicten binnen het VUmc waardoor de patiëntveiligheid op de afdelingen longziekten, heelkunde en de intensive care in het geding zou zijn.

Op geen enkel moment heeft de raad van bestuur van het VUmc bij de IGZ melding gemaakt over de brief d.d. 7 maart 2012 ondertekend door 11 medisch specialisten aan de raad van bestuur die in het radioprogramma Argos aan de orde kwam. In deze brief worden ernstige samenwerkingproblemen genoemd. Naar aanleiding van deze brief is in opdracht van de raad van bestuur een Conflictanalyse gemaakt. Uit deze conflictanalyse blijkt dat de samenwerkingsproblemen tussen de longspecialisten in het VUmc zeer ernstig, diepgaand en langdurig zijn. Geconcludeerd wordt dat deze problemen niet met mediation, noch met het ontslaan van een of enkele medisch specialisten op te lossen zijn. Ook van de rapportage van deze conflictanalyse heeft de raad van bestuur geen melding gemaakt bij de inspectie. Deze documenten heeft de IGZ pas op 20 augustus jl. – op eigen verzoek naar aanleiding van de berichtgeving in de media – ingezien.

Naar mijn oordeel had de raad van bestuur van het VUmc de informatie die in deze documenten wordt weergegeven aan de IGZ moeten verstrekken in het kader van het lopende toezichttraject. Dit vanwege de samenhang met de calamiteit uit 2011 en de ernstige interne samenwerkingsproblemen van dit moment in relatie tot de daaraan verbonden risico’s voor de kwaliteit van de zorg en de patiëntveiligheid.

De IGZ heeft mij laten weten onvoldoende vertrouwen in de raad van bestuur te hebben aangezien deze in de brief van de medisch specialisten en de conflictanalyse geen aanleiding zag de inspectie te informeren. Naar oordeel van de IGZ is het bestuur ofwel onvoldoende doordrongen van de ernst van de situatie, ofwel heeft bewust onjuiste informatie aan de IGZ verstrekt. Bovendien is de kwaliteit van zorg en de patiëntveiligheid in het geding. Deze redenen waren voor de inspectie aanleiding om het VUmc per 21 augustus jl. voor maximaal zes maanden onder verscherpt toezicht te plaatsen. De inspectie zal in die periode zowel aangekondigde als onverwachte bezoeken brengen om te toetsen wat de ontwikkelingen bij het VUmc zijn.

De inspectie verwacht dat de raad van bestuur de samenwerking en communicatie tussen de medisch specialisten weer zodanig op peil brengt, dat een ieder op zijn vakgebied zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de patiënt waar kan maken en de patiëntveiligheid naar het oordeel van de inspectie weer voldoende geborgd is.

De raad van bestuur van het VUmc heeft per 21 augustus het besluit genomen om de uitvoering van longoperaties voorlopig, gedurende de periode van het verscherpt toezicht, te stoppen. Wanneer naar oordeel van de inspectie het VUmc onvoldoende vooruitgang boekt zullen aanvullende maatregelen worden overwogen.

Afgelopen vrijdag hebben de inspectie en ik kennisgenomen van het bericht van de raad van toezicht ten aanzien van de samenstelling van de raad van bestuur van het VUmc. In het kader van het ingestelde verscherpt toezicht zal de IGZ onveranderd toezien op het realiseren van de verbetermaatregelen die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de patiëntveiligheid in het VUmc.

Ik ben van oordeel dat de IGZ door het per direct instellen van verscherpt toezicht adequaat heeft ingespeeld op de ontstane situatie. Hierdoor, alsmede vanwege het feit dat de raad van bestuur van het VUmc zelf heeft besloten om de longoperaties voorlopig te stoppen, ben ik tevens van oordeel dat de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid op dit moment voldoende geborgd is.

Ik vertrouw erop u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers

Naar boven