32 292 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (PbEU L 247) (Wet implementatie richtlijn deelnemingen in de financiële sector)

Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 november 2010

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het derde lid van artikel I, onderdeel N, komt te luiden:

3. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. een gekwalificeerde deelneming in een onderneming, niet zijnde een kredietinstelling, beleggingsonderneming, financiële instelling of verzekeraar met zetel in Nederland of in een andere lidstaat of in een staat die geen lidstaat is, te verwerven of te vergroten, indien het bedrag dat wordt betaald voor die verwerving, onderscheidenlijk die vergroting, tezamen met de bedragen die voor eerdere verwerving en vergroting van een deelneming in die onderneming zijn betaald, meer bedraagt dan een procent van het geconsolideerde aanwezige eigen vermogen van de bank, bedoeld in de aanhef;

Toelichting

Op grond van de richtlijn moet worden voorkomen dat een financiële onderneming tweemaal goedkeuring moet vragen voor de verwerving of vergroting van een deelneming. Hiertoe is onderdeel b van artikel 3:96 in het wetsvoorstel aangepast. Echter, als gevolg van de bepaling in onderdeel c, vielen de door het gewijzigde onderdeel b uitgesloten financiële ondernemingen, per abuis onder de reikwijdte van onderdeel c. Met deze wijziging wordt op dit punt de wet hersteld.

De minister van Financiën,

J.C. de Jager

Naar boven