B
nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 12 november
2009 en het nader rapport d.d. 25 november 2009, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 5 november 2009, no. 09.003100, heeft
Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda
(zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië
en Noord-Ierland) tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot
natuurlijke personen; Londen, 8 juni 2009 (Trb. 2009, 109), met toelichtende
nota.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 5 november
2009, no. 09.0031001, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde Verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 12 november 2009, nr. W06.09.0452/III, bied
ik U hierbij aan.
Dit verdrag geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van
inhoudelijke opmerkingen.
Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies
behorende bijlage.
De Raad geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt
overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Het Verdrag geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van
inhoudelijke opmerkingen.
Aan de redactionele kanttekeningen van de Raad is gevolg gegeven.
Gelet op artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op
de Raad van State, is het college van oordeel dat openbaarmaking van dit advies
achterwege dient te blijven.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken
mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het Verdrag vergezeld
van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te
leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W06.09.0452/III
met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.
– In de toelichtende nota is niet ingegaan op artikel 8, derde lid
(afkoopsommen), vierde lid (overdracht), vijfde lid (toepassingsmodaliteiten),
zesde lid (lijfrente) en zevende lid (met name ook de verwijzing naar het
niet bestaande artikel 18) van het Verdrag. De toelichtende nota ter zake
aanvullen.
– De passages die in de toelichtende nota zijn opgenomen in paragraaf 2,
tweede alinea, laatste volzin («aanzienlijke heffingen van directe belastingen»),
paragraaf 5, inzake artikel 2, tweede alinea («Op dit moment kent
Bermuda dergelijke belastingen niet») en paragraaf 5, inzake artikel
11, laatste volzin («in veel gevallen [...] niet betrekt in
de inkomstenbelastingheffing») met elkaar in overeenstemming brengen.