32 234
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot natuurlijke personen; Londen, 8 juni 2009

B
nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 12 november 2009 en het nader rapport d.d. 25 november 2009, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 5 november 2009, no. 09.003100, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot natuurlijke personen; Londen, 8 juni 2009 (Trb. 2009, 109), met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 5 november 2009, no. 09.0031001, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde Verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 12 november 2009, nr. W06.09.0452/III, bied ik U hierbij aan.

Dit verdrag geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Het Verdrag geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Aan de redactionele kanttekeningen van de Raad is gevolg gegeven.

Gelet op artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, is het college van oordeel dat openbaarmaking van dit advies achterwege dient te blijven.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het Verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W06.09.0452/III met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– In de toelichtende nota is niet ingegaan op artikel 8, derde lid (afkoopsommen), vierde lid (overdracht), vijfde lid (toepassingsmodaliteiten), zesde lid (lijfrente) en zevende lid (met name ook de verwijzing naar het niet bestaande artikel 18) van het Verdrag. De toelichtende nota ter zake aanvullen.

– De passages die in de toelichtende nota zijn opgenomen in paragraaf 2, tweede alinea, laatste volzin («aanzienlijke heffingen van directe belastingen»), paragraaf 5, inzake artikel 2, tweede alinea («Op dit moment kent Bermuda dergelijke belastingen niet») en paragraaf 5, inzake artikel 11, laatste volzin («in veel gevallen [...] niet betrekt in de inkomstenbelastingheffing») met elkaar in overeenstemming brengen.

Naar boven