B
nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 20 november
2009 en het nader rapport d.d. 25 november 2009, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 5 november 2009, no. 09.003095, heeft
Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Regering van de Caymaneilanden zoals gemachtigd krachtens de volmacht van
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake
de uitwisseling van informatie betreffende belastingen, met Protocol; ’s-Gravenhage,
8 juli 2009 (Trb. 2009, 119), met toelichtende nota.
Het verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing.
De Raad onderschrijft de goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij
enige kanttekeningen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 5 november
2009, nr. 09.003095, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit
advies, gedateerd 20 november 2009, nr. W06.09.0450/III, bied ik
U hierbij aan.
1. Modelverdrag
De Raad merkt op, dat het Verdrag op verscheidene plaatsen afwijkt het
Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters (modelverdrag).
Het merendeel van de afwijkingen van het modelverdrag is in de toelichtende
nota toegelicht, maar niet alle materiële afwijkingen zoals het ontbreken
van de termijnbepaling (artikel 5, zesde lid, modelverdrag) en het niet opnemen
van de uitzondering voor inlichtingen die onder het beroepsgeheim van de raadsman
vallen (artikel 7, derde lid, modelverdrag) zijn toegelicht. Dit dient alsnog
te gebeuren.
Nu is aangekondigd dat Nederland er naar streeft een reeks van Tax information
exchange agreements (TIEA’s) te sluiten, zal een systematische en puntsgewijze
opsomming van de afwijkingen van het modelverdrag die in de onderscheiden
verdragen zijn opgenomen, kunnen bijdragen tot transparantie.
De Raad adviseert een zodanige puntsgewijze opsomming alsnog in de toelichtende
nota op te nemen.
1. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over afwijkingen van
het OESO-modelverdrag, is de toelichting bij de artikelen 5 en 7 op dit onderdeel
aangevuld.
Het advies van de Raad om in de toelichtende nota een puntsgewijze opsomming
op te nemen van de afwijkingen van het OESO-modelverdrag is evenwel niet overgenomen.
Het verdrag met de Caymaneilanden is grotendeels gebaseerd op het modelverdrag.
Substantiële afwijkingen van het modelverdrag worden toegelicht in de
toelichtende nota. Voor zover de bepalingen niet substantieel van het modelverdrag
afwijken, is het OESO-commentaar op het modelverdrag van overeenkomstige toepassing.
2. Staatkundige hervorming van het Koninkrijk der Nederlanden
In de toelichtende nota wordt geen enkele aandacht gegeven aan de staatkundige
hervorming, hoewel deze staatkundige hervorming voor verdragen als de onderhavige
onder meer ten aanzien van de omschrijving van de territoriale wateren, van
belang kan zijn.
De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.
2. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de staatkundige
hervorming is de toelichting bij artikel 4 op dit onderdeel aangevuld.
3. Inwerkingtreding
Artikel 12 van het Verdrag bepaalt dat vanaf de datum van inwerkingtreding
het Verdrag van toepassing is «for criminal tax matters on that date».
Het is niet duidelijk wat met deze term wordt bedoeld. In de toelichtende
nota wordt hieromtrent niet meer gesteld dan dat de strafrechtelijke belastingzaken
moeten lopen op het tijdstip van inwerkingtreding.
De Raad adviseert een en ander in de toelichtende nota te verduidelijken
door aan te geven wanneer sprake is van «lopen».
3. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de inwerkingtreding
is de toelichting bij artikel 12 dit onderdeel aangevuld.
4. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Raad naar de bij
het advies behorende bijlage.
4. Gevolg gevend aan de redactionele kanttekening van de Raad over
bescherming van persoonsgegevens is de toelichting bij artikel 8 op dit onderdeel
aangevuld.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag
wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande
aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken
mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld
van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te
leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W06.09.0450/III
met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.
– De toelichting op artikel 8 van het Verdrag aanvullen met een
verwijzing naar artikel II (Ad artikel 5) van het Protocol, nu in die Protocolbepaling
is voorzien in een niveau van bescherming van persoonsgegevens dat overeenkomt
met de in die toelichting genoemde Richtlijn 95/46/EEG.