32 224 Toekomst- en onderzoeksagenda Tweede Kamer

Nr. 4 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2011

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft de eer u hierbij de voordracht aan te bieden voor de in 2012 uit te voeren onderzoeken in het kader van de toekomst- en onderzoeksagenda van de Tweede Kamer.

Bij de commissie voor de Rijksuitgaven zijn door vijf vaste commissies onderzoeksvoorstellen ingediend. Een van de voorstellen is door twee commissies gezamenlijk ingediend, waardoor uiteindelijk vier onderzoeksvoorstellen door de commissie voor de Rijksuitgaven zijn getoetst.

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft de vier voorstellen conform opdracht getoetst aan de in Kamerstuk 31 845, nr. 9 genoemde criteria1. De aanpak van de toetsing is beschreven in de brief van de commissie van 16 juni 2011 (Kamerstuk 32 224, nr. 3). De commissie heeft voor de toetsing advies gevraagd aan de commissiegriffier en aan deskundigen uit ambtelijke diensten van de Kamer: het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven, de Diensten commissieondersteuning en de Dienst informatievoorziening.

De commissie stelt aan de Kamer voor om in het kader van toekomst- en onderzoeksagenda 2012 drie parlementaire onderzoeken in uitvoering te nemen. Begin 2012 een onderzoek naar de «Effectiviteit en kosten van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid» en een onderzoek naar «Kosten en prijzen van woningen». De commissie stelt voor om, conform het onderzoeksvoorstel, pas na mei 2012 een derde parlementair onderzoek in uitvoering te nemen, te weten naar «ICT-problemen bij de overheid». Aangezien zeer aannemelijk is dat dit onderzoek – vanwege het latere begin – zal doorlopen tot in 2013, heeft de commissie besloten om te zijner tijd voor de toekomst- en onderzoeksagenda 2013 ten hoogste twee nieuwe parlementaire onderzoeken voordragen.

De commissie stelt voor om de toekomst- en onderzoeksagenda 2012 van de Tweede Kamer te laten bestaan uit:

  • Effectiviteit en kosten van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid

  • Kosten en prijzen van woningen

  • ICT-problemen bij de overheid (onderzoek aan te vangen na mei 2012).

Een toelichting op de gevolgde procedure evenals een overzicht van ingediende voorstellen treft u als bijlage aan.

Aanbevelingen voor de uitvoering in 2012 door desbetreffende commissies

Op basis van een door de commissie voor de Rijksuitgaven uitgevoerde procesevaluatie van de toekomst- en onderzoeksagenda’s 2010 en 2011 (Parlisnummer 2011Z23238)2 hecht de commissie er aan om enkele aanbevelingen onder de aandacht van de Kamer te brengen.

  • 1) De commissie voor de Rijksuitgaven beveelt aan dat de twee commissies die aan zet zijn de door de Kamer geselecteerde onderzoeken voortvarend in uitvoering te nemen. Direct na de plenaire besluitvorming is het sterk aan te bevelen dat de commissies reeds in december 2011 de uitwerking voor de feitelijke uitvoering van een onderzoek in behandeling nemen: het onderzoek «Effectiviteit en kosten van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid» door de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI) en de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (I&M) gezamenlijk, het onderzoek «Kosten en prijzen van woningen» door de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Biza) en het onderzoek «ICT-problemen bij de overheid» door de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J).

  • 2) De in Kamerstuk 31 845, nr. 9 opgenomen aanbeveling van het Presidium dat het instellen van een tijdelijke commissie de meest logische organisatorische vorm is voor het uitvoeren van de toekomst- en onderzoeksagenda heeft niet aan betekenis ingeboet. Hoewel er vooralsnog goede ervaringen zijn met door desbetreffende commissies in 2010 en 2011 bewust gekozen, hiervan afwijkende vormen (in 2010 een werkgroep Jeugdzorg en een klankbordgroep Inburgering, en in 2011 een klankbordgroep Voedselproductie), heeft de uitvoeringsvorm «tijdelijke commissie» nog steeds de voorkeur. Een werkgroep uit een vaste commissie heeft namelijk niet de bevoegdheden die toekomen aan een tijdelijke commissie. Bij het instellen van een tijdelijke commissie kunnen, na goedkeuring van een plan van aanpak door het Presidium, financiële en personele middelen worden vrijgemaakt voor de uitvoering van het onderzoek ten laste van het daartoe bestemde budget van de Kamer. De personele en financiële consequenties in 2012 vloeien immers voort uit de keuzes die de desbetreffende commissies in de periode december 2011–februari 2012 nog moeten maken in het kader van de nadere uitwerking van de geselecteerde onderzoeksvoorstellen. De commissie voor de Rijksuitgaven doet hierbij een oproep aan de commissies die worden belast met de uitvoering van de onderzoeken die begin 2012 kunnen aanvangen, om de nadere uitwerking van de onderzoeksvoorstellen, waarin alle personele en financiële consequenties inzichtelijk worden gemaakt, voortvarend in te dienen bij het Presidium. Deze onderzoeken kunnen dan zo vroeg mogelijk in 2012 in uitvoering worden genomen en kunnen zo bij voorkeur ook in 2012 tot een afronding komen. Aangezien het derde in 2012 in uitvoering te nemen onderzoek (ICT-problemen bij de overheid) pas na mei 2012 aanvangt, kan hiervoor een ander tijdpad worden gekozen.

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft het voornemen de inventarisatie, toetsing en selectie van onderzoeken voor de toekomst- en onderzoeksagenda 2012 in de eerste helft van 2012 te evalueren.

Hoogachtend,

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Van Gerven

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Groen

Bijlage Toelichting met achtergrondinformatie

De Kamer heeft op 1 oktober 2009 bij hamerslag besloten over een eigen toekomst- en onderzoeksagenda (31 845, nr. 9). De Kamer bepaalt jaarlijks op welke terreinen zij een uitvoeringsonderzoek ex post of een toekomstonderzoek wil uitvoeren. Jaarlijks kunnen ten hoogste drie van deze onderzoeken worden uitgevoerd.

De procedure bepaalt dat de inhoudelijke voorbereiding voor de toekomst- en onderzoeksagenda ieder jaar begint in de commissies. Iedere commissie die een onderzoek in 2012 wenst, werd geacht uiterlijk 1 november 2011 een onderbouwd voorstel in te dienen bij de griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven.

Voor 1 november 2011 zijn door vier vaste commissies in totaal drie voorstellen ingediend. Een van de voorstellen werd namelijk door twee vaste commissies ingediend.

Na 1 november 2011 is nog een vierde voorstel (ICT-problemen bij de overheid) bij de commissie voor de Rijksuitgaven ingediend.

Door commissies ingediende voorstellen

Cie.

Onderzoeksvoorstel

ELI en I&M

Effectiviteit en kosten van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid

BiZa

Kosten en prijzen van woningen

Buza

Buitenlandbeleid van de Europese Unie

V&J

ICT-problemen bij de overheid

Toegepaste criteria

Volgens door de Kamer vastgestelde procedure (Kamerstuk 31 845, nr. 9) heeft de commissie voor de Rijksuitgaven de voorstellen marginaal getoetst aan de hand van in die procedure vermelde criteria:

  • maatschappelijke en politieke relevantie, alsmede mate van urgentie;

  • motivering noodzakelijkheid parlementair onderzoek (meerwaarde ten opzichte van recent uitgevoerde of geplande onderzoeken door de regering of door andere organen;

  • uitvoerbaarheid binnen een jaar.

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft de wijze van toetsing en de toepassing van de criteria besproken in een procedurevergadering op 24 november 2011. Tijdens deze vergadering zijn vervolgens de afzonderlijke voorstellen besproken en heeft de commissie aan de hand van de aldus uitgevoerde toetsing een selectie gemaakt en de voordracht aan de Kamer vastgesteld.


X Noot
1

Kamerstuk 31 845, nr. 9: Brief van het Presidium over een uitvoeringsvoorstel voor een eigen toekomst- en onderzoekagenda van de Tweede Kamer.

X Noot
2

Vastgesteld tijdens de procedurevergadering van de commissie voor de Rijksuitgaven op 24 juni 2010.

Naar boven