32 224 Toekomst- en onderzoeksagenda Tweede Kamer

Nr. 12 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 februari 2015

De commissie voor de Rijksuitgaven biedt u hierbij het eindrapport van de evaluatie van de Toekomst- en onderzoeksagenda aan1.

De Toekomst- en onderzoeksagenda is in 2009 geïntroduceerd2 als een methode teneinde – in aanvulling op de gevestigde praktijk in de Kamer om op ieder gewenst moment tot het instellen van een parlementair onderzoek te besluiten – via een vaste procedure jaarlijks ook een proces in gang te zetten dat zou leiden tot het systematisch in uitvoering in uitvoering nemen van (ten hoogste drie) nieuwe parlementaire onderzoeken.

De Toekomst- en onderzoeksagenda van de Tweede Kamer bestaat circa vijf jaar. Op 18 juni 2014 heeft het presidium ingestemd met de op 15 mei 2014 door de commissie voor de Rijksuitgaven vastgestelde opzet van de evaluatie van het instrument Toekomst- en onderzoeksagenda. Doel van de evaluatie is de Kamer te voorzien van relevante feiten en meningen over de meerwaarde van het instrument Toekomst- en Onderzoeksagenda bij de versterking van de informatie- en kennispositie van de Kamer, opdat de Kamer kan oordelen en besluiten over het behoud en/of een verbetering van het instrument.

De directeur Informatiseringsbeleid van de Tweede Kamer is als ambtelijk opdrachtgever verantwoordelijk geweest voor de begeleiding van het evaluatieproces. De evaluatie is deels intern en deels extern uitgevoerd. Het externe deel is uitgevoerd door BMC Onderzoek. De directeur Informatiseringsbeleid heeft in zijn brief van 17 februari 2015 aan de commissie laten weten dat BMC Onderzoek de evaluatie conform de verstrekte opdracht, binnen de afgesproken planning en het geoffreerde bedrag heeft afgerond.

Op grond van het evaluatieonderzoek adviseert BMC Onderzoek om de Toekomst- en onderzoeksagenda in zijn huidige vorm te beëindigen. Grote of kleine aanpassingen aan het instrument kunnen volgens BMC Onderzoek de werking ervan weliswaar verbeteren, maar zullen niet bijdragen aan de beoogde doelstellingen. BMC Onderzoek doet in het rapport enkele aanbevelingen om «de pro-actieve en onderzoekende rol van de Kamer te versterken».

De commissie voor de Rijksuitgaven zal het rapport bestuderen en bespreken in een komende procedurevergadering met de intentie eerst het presidium te adviseren over de in het rapport opgenomen conclusies en aanbevelingen.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Harbers

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Groen


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 31 845, nr. 9.

Naar boven