32 222 VIII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

nr. 2H1
MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2009 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten

2.2 Stimuleringsmiddelen aanvullend beleidsakkoord

2.3 Uitdeling van de loon- en prijsbijstelling

3. De beleidsartikelen

4. De niet-beleidsartikelen

1. Leeswijzer

Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op beleidsartikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2009.

In paragraaf 2 «Het beleid» wordt de aansluiting gemaakt met de Najaarsnota 2009. In paragraaf 2.1 worden de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel gespecificeerd en toegelicht. In paragraaf 2.2 worden de stimuleringsmaatregelen uit het aanvullend beleidsakkoord gepresenteerd. Vervolgens wordt in paragraaf 2.3 de verdeling van de loonbijstelling over de verschillende beleidsterreinen weergegeven.

Tenslotte wordt inzicht gegeven in de financiële mutaties op beleidsartikelniveau voor de beleidsartikelen (paragraaf 3) en voor de niet-beleidsartikelen (paragraaf 4).

Bij een aantal artikelen wordt aangegeven dat er middelen worden doorgeschoven naar 2010, onder andere door vertraging van projecten. Definitieve besluitvorming over de integrale toekenning van de middelen vindt bij voorjaarsnota 2010 plaats.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven en ontvangstenmutaties

In de 2e suppletoire begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven van de effecten van de besluiten van het kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting in 2009 een uitgavenpeil van circa € 36,4 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is circa € 2,2 miljard.

In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven en ontvangsten tussen de 1e suppletoire begroting 2009 en de 2e suppletoire begroting 2009. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2010 en de hiermee samenhangende OCW-begroting.

Tabel 1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2009 (x € 1 miljoen)

 Artikel UitgavenOntvangsten
Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 35 173,31 971,0
    
Stand 1e suppletoire begroting 2009 (Voorjaarsnota) 36 129,52 082,1
Belangrijkste mutaties:    
1) Ramingsbijstelling kinderopvang 24 133,0 10,0
2) Kinderopvang: prolongatie toeslag 24 25,0  
3) Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en Lesgeld 11, 12 en 13 – 162,048,0
4) Kasschuif OV-kaart 11 165,0  
5) Stimuleringsmiddelen diversen 150,9  
6) FES diversen– 9,8 – 9,8
7) Conciërges 9 – 10,3 
8) Opleiden in de school 9 – 3,9  
9) Kinderopvang capaciteitsuitbreiding 24 – 9,0  
10) Kinderopvang enveloppemiddelen 24 – 3,0  
11) Bijstelling ontvangstenraming Schutte 17  – 7,5
12) Overige mutaties diversen – 16,8 37,3
    
Stand 2e suppletoire begroting 2009 (Najaarsnota) 36 388,52 160,1

Toelichting

De belangrijkste beleidsmatige mutaties, die de begrotingsomvang beïnvloeden, zijn de volgende:

1) Ramingsbijstelling kinderopvang

  Op grond van het uitgavenbeeld tot oktober wordt de prognose voor kinderopvangtoeslag in 2009 verhoogd met € 133,0 miljoen. De besparingen op het gebruik van kinderopvang als gevolg van de aanpassing van de ouderbijdragetabel per 1 januari 2009 groeien geleidelijker dan verwacht.

  Het ontvangstenbudget wordt verhoogd met € 10,0 miljoen. Een groot deel van de verstrekte voorschotten voor kinderopvangtoeslag voor 2007 wordt in 2009 definitief vastgesteld. Dit leidt tot extra terugvorderingen waarvan naar verwachting € 10,0 miljoen in 2009 zal worden ontvangen.

2) Kinderopvang: prolongatie toeslag

  Door onderhoud aan het systeem van de toeslagen is het vanaf december 2009 enige tijd niet mogelijk voor vraagouders hun gegevens in dit systeem aan te passen. Daarom is er voor gekozen de toeslag van alle ouders in het systeem automatisch te prolongeren. Hierdoor zal een aantal ouders ten onrechte toeslag krijgen uitbetaald, die later zal worden teruggevorderd. Het effect hiervan in 2009 wordt geraamd op extra uitgaven van € 25,0 miljoen.

3) Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en Lesgeld

  De ramingsbijstelling studiefinanciering heeft een aantal oorzaken. Zo zijn er minder omzettingen voor de basisbeurs en de aanvullende beurs in een gift voor deelnemers in de beroepsopleidende leerweg (bol). Ook is er sprake van minder uitgaven van de aanvullende beurs 1e jaars dan verwacht.

  Verder is de raming voor de leenvoorziening/prestatiebeurs (niet relevante uitgaven) verlaagd. Bij de WTOS is er sprake van een kleine meevaller als gevolg van lagere uitgaven WTOS TS 17-. Verder komen de middelen, die in 2009 zijn gereserveerd voor de overgangsfinanciering van de integratie van de WTOS in het kindgebonden budget, niet tot uitputting, aangezien er geen overgangsrecht nodig is gebleken voor specifieke doelgroepen.

  De meevaller bij de ontvangsten bestaat ongeveer voor de helft uit renteontvangsten (relevant) en voor de helft uit extra aflossingen (niet relevant).

4) Kasschuif OV-kaart

  Een gedeelte van de uitgaven voor de OV-jaarkaart 2010 worden al in 2009 voldaan.

5) Stimuleringsmiddelen

  Zie paragraaf 2.2 voor een toelichting van de stimuleringsmiddelen.

6) FES

  In het aanvullend beleidsakkoord is beschreven dat het kabinet naast extra uitgaven ter stimulering van de economie ook FES-middelen inzet. In de begroting 2010 zijn er middelen toegekend voor nieuwe projecten die starten in 2009 (waaronder grootschalige researchprojecten en maatschappelijke innovatieprogramma’s). Daarnaast komt een deel van de FES-gelden (waaronder onderwijsbewijs, EVC trajecten en procedures, stichting Kennisnet) niet in 2009 tot besteding. Per saldo daalt de uitgaven- en ontvangstenraming voor 2009 met € 9,8 miljoen.

7) Conciërges

  Op basis van de subsidieregeling voor onderwijs ondersteunend personeel (conciërges) hebben ruim 2 500 basisscholen vanaf augustus 2008 onder voorwaarden een voorlopige subsidie ontvangen. Naar nu blijkt hebben circa 500 scholen niet aan de voorwaarden voor het aanstellen van een ondersteuner voldaan, op grond waarvan de subsidie is ingetrokken. Aangezien het openstellen van een subsidieregeling voor een nieuwe tranche pas in 2010 mogelijk is, blijft de realisatie voor 2009 € 10,3 miljoen achter bij de raming.

8) Opleiden in de school

  Het aantal studenten dat een aanvraag heeft ingediend voor de «regeling tegemoetkoming opleidingsschool» blijft achter bij de raming. Daarnaast wordt een deel van de tegemoetkoming pas in 2010 betaald, waardoor er een bedrag van € 3,9 miljoen in 2009 niet wordt uitgegeven.

9) Kinderopvang capaciteitsuitbreiding

  Voor het bestrijden van knelpunten bij de uitbreiding van de kinderopvangcapaciteit komt € 9,0 miljoen in 2009 niet tot besteding. Dit budget wordt nu ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose 2009 voor kinderopvangtoeslag.

10) Kinderopvang enveloppemiddelen

  Van de enveloppemiddelen voor kinderopvang zal een bedrag van € 3,0 miljoen worden ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose 2009 voor kinderopvangtoeslag.

11) Bijstelling ontvangstenraming Schutte

  Naar aanleiding van de Commissie Schutte zijn er maatregelen genomen om onterecht uitgekeerde middelen terug te vorderen. Niet alle openstaande vorderingen kunnen echter worden vereffend (onder andere als gevolg van gevoerde rechtszaken), waardoor de ontvangstenraming naar beneden wordt bijgesteld met € 7,5 miljoen.

2.2 Stimuleringsmiddelen aanvullend beleidsakkoord

In het aanvullend beleidsakkoord heeft het kabinet voor 2009 en 2010 extra middelen beschikbaar gesteld ten gunste van de OCW-beleidsterreinen (inclusief aandeel LNV). Tabel 2 geeft een overzicht van de middelen voor 2009, die vervolgens worden toegelicht.

Tabel 2 Stimuleringsmiddelen (x € 1 miljoen)

 2009
Arbeidsmarkt: jeugdwerkloosheid 
Stageoffensief kbb’s 6,0
School Ex programma 9,0
Plusvoorziening «overbelaste jongeren» (WRR) (bijdrage J&G) 0,0
Totaal Arbeidsmarkt: jeugdwerkloosheid15,0
  
Onderwijs: versterking mbo 
Opvang conjuncturele effecten in het MBO 71,5
Versterken onderwijsarbeidsmarkt 9,5
Plusvoorziening «overbelaste jongeren» (WRR) 11,9
Uitvoeringskosten CFI0,1
Totaal Onderwijs: versterking mbo; zij-instromers, werkscholen, wijkscholen93,0
  
Kennis: versterking kennisinfrastructuur; tijdelijke inzet kenniswerkers42,9
Bouw: onderhoud en bouw scholen 
Energiebesparing en binnenmilieu in het primair onderwijs 0,0
Energiebesparing en binnenmilieu in het voortgezet onderwijs 0,0
Uitvoeringskosten CFI 0,0
Totaal Bouw: onderhoud en bouw scholen0,0
Totaal op OCW begroting150,9
Opvang conjuncturele effecten in het MBO (LNV-aandeel) 3,5
Versterken onderwijsarbeidsmarkt (LNV-aandeel) 0,5
Totaal stimuleringsmiddelen 2009154,9

Arbeidsmarkt: jeugdwerkloosheid

Uit de enveloppe jeugdwerkloosheid wordt onder andere het stageoffensief van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven bekostigd om voldoende stageplaatsen te behouden zodat mbo-deelnemers hun opleiding kunnen afronden. De acties in dit kader zijn inmiddels allemaal in gang gezet. Ondanks het feit dat het afgelopen jaar de gevolgen van de economische crisis zich voor een aantal sectoren steeds duidelijker aftekenden, blijkt uit de Colo Barometer dat het aanbod aan bpv-plaatsen bij de start van het schooljaar 2009–2010 nog voldoende op peil was. De druk op de beschikbaarheid van bpv-plaatsen neemt echter wel flink toe.

Voor de ontwikkeling van zogenaamde plusvoorzieningen voor overbelaste jongeren, is vanuit het ministerie van Jeugd & Gezin voor 2009 € 15,0 miljoen overgeboekt naar de OCW-begroting. Deze middelen komen echter pas tot besteding in 2010.

Onderwijs: versterking mbo

Op basis van het aanvullend beleidsakkoord worden extra middelen ingezet voor aanpak van de gevolgen van de economische crisis, onder andere voor het middelbaar beroepsonderwijs.

De mbo-enveloppe wordt voor het overgrote deel ingezet om mbo-gediplomeerden een jaar langer in het onderwijs vast te houden (School Ex programma) en om overstappers van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL, 4 dagen werken en 1 dag per week naar school) naar de beroepsopleidende leerweg (BOL, 4 dagen per week naar school en 1 dag stage lopen) op te vangen.

De doelstelling om 10 000 mbo-gediplomeerden een jaar langer vast te houden wordt hoogstwaarschijnlijk ruim gehaald. De aanvragen van mbo-instellingen voor opvang van de conjuncturele effecten (o.a. substitutie BBL naar BOL) zijn ontvangen en alle middelen worden in 2009 aan de instellingen overgemaakt.

Middelen voor versterking van de aansluiting tussen arbeidsmarkt en beroepsonderwijs, waaronder stimulering van de samenwerking tussen mbo-instellingen en werkplein(plus)vestigingen, zijn toegekend via de lumpsum voor 2009.

Voor de ontwikkeling van zogenaamde plusvoorzieningen voor overbelaste jongeren, is vanuit het aanvullende beleidsakkoord voor 2009 € 30,0 miljoen beschikbaar gekomen. In de OCW-begroting 2010 is al € 15,0 miljoen opgenomen. Daarnaast is er € 15,0 miljoen overgeboekt vanuit het ministerie van Jeugd & Gezin (zie onder de enveloppe jeugdwerkloosheid). Inmiddels is de regeling gepubliceerd en hebben alle 38 RMC regio’s die aanspraak kunnen maken op deze middelen een aanvraag ingediend. Na toetsing worden in november 2009 de beschikkingen verstuurd. OCW heeft ervoor gekozen om een bevoorschottingsritme van 5 keer 20% per kwartaal te hanteren. Dit sluit aan bij de liquiditeitsbehoefte van scholen en voorkomt dat er bij scholen geld op de plank blijft liggen. Als alle aanvragen worden goedgekeurd wordt van de beschikbare € 30,0 miljoen in 2009 € 12,0 miljoen besteed. De rest komt in 2010 tot besteding.

Kennis: versterking infrastructuur; tijdelijke inzet kenniswerkers

Voor deze stimuleringsmaatregelen is € 280,0 miljoen beschikbaar gesteld voor de departementen EZ en OCW. Daarvan is € 100,0 miljoen bestemd voor High Tech Topprojecten en € 180,0 miljoen voor de Kenniswerkersregeling. Tussen de departementen zijn afspraken gemaakt over de verdeling over de respectievelijke begrotingen. Voor OCW geldt een bedrag van € 42,9 miljoen in 2009. In de OCW-begroting 2010 is al € 20,0 miljoen opgenomen. Daarnaast is er € 22,9 miljoen overgeboekt vanuit het ministerie van EZ.

De middelen op de OCW-begroting zijn gelinked aan de Kenniswerkersregeling. In de zomer is een succesvolle eerste ronde geweest, waarbij door de ministers van EZ en OCW € 135,0 miljoen van de beschikbare middelen zijn verplicht voor 128 projecten.

Inmiddels is ook de tweede (en laatste) call gesloten. Hierbij zijn meer dan 120 projecten ingediend en hiervoor resteert een totaal budget van € 45,0 miljoen. Naar verwachting zullen NWO en SenterNovem hun beoordeling rond medio december afronden met een advies, zodat naar verwachting in januari 2010 deze middelen toegekend kunnen worden.

Bouw: onderhoud en bouw scholen

In het aanvullend beleidsakkoord zijn ter stimulering van de economie middelen beschikbaar gesteld voor verbetering van het binnenmilieu, duurzaamheid en energiebesparende maatregelen in schoolgebouwen. Er wordt in totaal € 165,0 miljoen ingezet. Deze middelen zijn beschikbaar voor de sectoren primair en voortgezet onderwijs. Er wordt gevraagd om een cofinanciering door gemeenten of scholen van 40%. Voor het PO was van de ruim € 100,0 miljoen een bedrag van € 26,2 miljoen in 2009 gereserveerd. Dit bedrag wordt doorgeschoven naar 2010. De reden hiervoor is dat gemeenten, in overleg met de scholen, tot 1 januari 2010 een plan kunnen indienen. Per gemeente is bekend gemaakt voor welk bedrag men plannen kan indienen. Door deze inrichting kunnen aanvragen beoordeeld en toegekend worden, zodra deze binnen zijn. Tot op heden zijn er geen aanvragen binnengekomen. Dit heeft te maken met interne planvorming en bijbehorende besluitvormingsprocessen. Dit vergt meer tijd dan verwacht. Aanvragen zullen naar verwachting in december binnenkomen. Vanaf 1 januari 2010 kunnen dan middelen worden toegekend. Voor het VO is van de ruim € 50,0 miljoen een bedrag van € 10,0 miljoen in 2009 gereserveerd. Het betreft een aanvraagregeling voor VO-scholen. Er zijn twee aanvraagmomenten; voor 1 november 2009 en voor 1 januari 2010. Voor de eerste tranche zullen onmiddellijk na 1 november aanvragen beoordeeld en toegekend worden. Er zijn inmiddels enkele aanvragen binnen voor de eerste tranche. De besteding van de middelen zal echter pas in 2010 plaatsvinden. De gereserveerde € 10 miljoen voor 2009 wordt daarom doorgeschoven naar 2010.

2.3 Uitdeling van de loon- en prijsbijstelling

Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2009 bedraagt € 955,9 miljoen voor 2009. Deze tranche is bij 1e suppletoire begroting geparkeerd op artikel 17 Nominaal en onvoorzien en wordt nu toebedeeld aan de verschillende beleidsterreinen.

De verdeling van de loonbijstelling over de verschillende beleidsartikelen is in de onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 3 Loonbijstelling (bedragen x € 1 000)

Beleidsterreinen OCW2009
Primair onderwijs347 905
Voortgezet onderwijs 232 415
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 91 871
Hoger beroepsonderwijs68 905
Wetenschappelijk onderwijs 94 745
Internationaal beleid 391
Onderwijspersoneel 7 857
Studiefinanciering 2 133
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 516
Lesgelden 171
Cultuur 16 762
Media 775
Onderzoek en wetenschapsbeleid 28 528
Kinderopvang 57 862
Emancipatie 170
Ministerie algemeen 2 741
Inspecties 1 907
Adviesraden223
Totaal955 877

Prijsbijstelling

De prijsbijstelling tranche 2009 betreft een bedrag van € 183,5 miljoen in 2009. Deze prijsbijstelling is bij voorjaarsnota (1e suppletoire wet 2009) volledig uitgedeeld aan de verschillende beleidsterreinen.

3 De beleidsartikelen

Artikel 1. Primair onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen9 111 9729 222 848369 6079 592 455
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven9 113 1889 224 064369 6079 593 671
     
Programma-uitgaven9 107 2249 219 164369 5099 588 673
     
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs8 793 3328 809 797160 6438 970 441
* Personele bekostiging 7 644 629 7 656 430 122 6297 779 059
* Materiële bekostiging 1 106 3631 111 043 38 917 1 149 960
* Binnenmilieu2 700 2 700 – 185 2 515
* Onderwijspersoneelsbeleid 5 493 4 718 – 3104 408
* Invoering onderwijsnummer 5 224 5 224– 1 234 3 990
* Godsdienstonderwijs 5 0005 737 0 5 737
* Versterken positie ouders 3 4943 517 – 110 3 407
* Overig 20 429 20 429936 21 365
     
Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit38 98856 1132 69158 804
* Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten25 940 25 940 304 26 244
* Leer- en hulpmiddelen 0 0 0 0
* Excellentie en talentontwikkeling 3 000 2 902 – 148 2 754
* Vergroten kwaliteitszorg 600 600 – 600 0
* Verbreding techniek in het basisonderwijs 7 881 7 954398 8 352
* Cultuur en school 0 18 000 48318 483
* Schoolbegeleiding 1 298 398 57 455
* Overig 269 319 2 197 2 516
Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften344 899373 40019 385392 786
* Passend onderwijs, WSNS en LGF 54 405 59 417 293 59 710
* Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (o.a. VVE)258 282 260 321 19 844 280 165
* Segregatie1 000 450 1 412 1 862
* Onderwijsvoorziening jonggehandicapten 0 22 000 – 1 354 20 646
* Faciliteiten zieke leerlingen 6 571 6 571 2876 858
* Veiligheid op school 22 844 22 844 31423 158
* Overig 1 798 1 798 – 1 411 387
     
Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school28 11029 1779 55038 727
* Brede scholen15 741 21 060 9 514 30 574
* Dagarrangementen en combinatiefuncties 8 000 8 000 0 8 000
* Tussenschoolse opvang 4 274 0 0 0
* Buitenschoolse opvang 85 107 – 107 0
* Overig 10 10 143 153
     
Voorcalculatorische uitdelingen– 134 558– 89 902169 36279 460
     
Programmakosten overig36 45340 5787 87848 456
* Uitvoeringsorganisatie IBG 16 629 18 412 5 898 24 310
* Uitvoeringsorganisatie CFI 19 824 22 166 1 98024 146
     
Apparaatsuitgaven5 9644 900984 998
Ontvangsten21 93654 23712 05266 289

Toelichting mutaties

Voor artikel 1 (Primair onderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 369,6 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009. Voor € 380,4 miljoen betreft het technische mutaties, waaronder de toedeling van loonbijstelling van € 347,9 miljoen (zie ook paragraaf 2.3).

De voorcalculatorische post van € 169,4 miljoen bestaat uit de nog wettelijk verplicht uit te keren loon- en prijsbijstellingen. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting per saldo met € 10,8 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn met € 12,1 miljoen gestegen. Het betreft uitsluitend technische mutaties.

Toelichting per operationele doelstelling

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs

De verhoging van deze operationele doelstelling van per saldo € 160,6 miljoen betreft voornamelijk de bijstelling uit de aanvullende post voor loon- en prijsbijstelling (met € 157,4 miljoen) en andere technische mutaties.

Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit

De verhoging van deze operationele doelstelling van € 2,7 miljoen betreft voornamelijk technische mutaties waar onder loon- en prijsbijstelling.

Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften

De begroting voor deze doelstelling neemt per saldo met ruim € 19,4 miljoen toe, voornamelijk als gevolg van technische mutaties.

Het budget voor passend onderwijs neemt met € 5,3 miljoen toe, onder andere door de compensatie van weglekeffecten AWBZ (€ 2,0 miljoen) en ten gevolge van loon- en prijsbijstellingen. Op deze post zal verder een bedrag van circa € 5,0 miljoen worden doorgeschoven naar 2010 ter dekking van een verwachte budgetoverschrijding in dat jaar. Per saldo stijgt het uitgavenbudget voor passend onderwijs in 2009 dan met€ 293 000.

Op het budget voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid vindt een overboeking plaats van € 20,6 miljoen van het budget voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk (artikel 24) die bestemd is voor voorschoolse educatie.

Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school

Het budget voor brede scholen is met € 11,5 miljoen verhoogd door een toevoeging van middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Deze middelen waren in de 1e suppletoire begroting nog voorzien voor 2010 maar de verwachting is dat deze middelen reeds dit jaar ingezet kunnen worden. In het kader van de budgettaire taakstelling is op het oorspronkelijke budget (niet zijnde FES-middelen) € 2,0 miljoen gekort.

Overige programmakosten

De uitvoeringskosten nemen naar verwachting met € 7,9 miljoen toe. Hierin zijn onder andere begrepen de kosten voor invoering onderwijsnummer, de regeling binnenmilieu en de regeling onderwijsvoorzieningen WIA. Daarnaast vindt een bijstelling plaats voor loon- en prijsontwikkelingen.

Toelichting ontvangsten

De geraamde extra ontvangsten van € 12,1 miljoen betreffen grotendeels de desaldering van FES-middelen ten behoeve van de huisvesting van brede scholen.

Artikel 3. Voortgezet onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen6 493 7106 538 041218 6786 756 719
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven6 525 2026 569 282217 0736 786 355
     
Programma-uitgaven6 520 8966 564 066217 2046 781 270
     
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs6 397 7846 438 012220 5426 658 554
* Personele en materiële bekostiging 5 971 943 6 001 004 217 9336 218 937
* Efficiency in het onderwijs (FES) 2 5006 652 – 3 400 3 252
* Onderwijsverzorging51 301 51 555 318 51 873
* Projecten19 500 19 584 135 19 719
* Gratis schoolboeken320 940 322 396 5 534 327 930
* Belangenbeht.dienstverl. ICT (po, vo, be) 31 60036 821 2 236 843  
     
Leerlingen volgen voortgezet onderwijs van hoge kwaliteit15 88860 492060 492
* Kwaliteitsprojecten via VO-Raad 3 8675 492  5 492
* Kwaliteitsbeleid vo 12 02155 000  55 000
     
Leerlingen kunnen zonder drempels het voortgezet onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften4 5719 571– 7 5002 071
* Uitbreiding zorgstructuur naar havo/vwo 2 071 2 071 2 071
* Doeltreffendheid hoogbegaafde leerlingen (FES)2 500 7 500 – 7 500 0
     
Leerlingen ervaren een goede aansluiting tussen onderwijsfases in hun doorlopende leerlijn42 000000
* Innovatiebox VO/LOB42 000 0  0
     
Leerlingen krijgen een beter leeraanbod gericht op sociale en maatschappelijke vaardigheden39 04933 3081 47834 786
* Maatschappelijke stage 39 049 33 308 1 47834 786
     
Programmakosten-overig21 60422 6832 68425 367
* Uitvoeringsorganisatie IBG 12 639 13 416 1 820 15 236
* Uitvoeringsorganisatie CFI 8 965 9 267 86410 131
     
Apparaatsuitgaven4 3065 216– 1315 085
     
Ontvangsten56 38370 456– 7 79162 665

Toelichting mutaties

Voor artikel 3 (Voortgezet onderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 217,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009.

Voor € 219,5 miljoen betreft het technische mutaties, voornamelijk als gevolg van de uitdeling van de loon- en prijsbijstelling 2009. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 2,4 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn met € 7,8 miljoen gedaald, als gevolg van technische mutaties.

Toelichting per operationele doelstelling

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs

• Niet volledig indexeren voor de loonbijstelling 2009 van de middelen van het leerplusarrangement en de kwaliteitsagenda voortgezet onderwijs (in totaal voor een bedrag van € 2,7 miljoen).

• Een kasschuif van de middelen voor Onderwijs Bewijs van 2009 naar latere jaren, in totaal voor een bedrag van € 3,4 miljoen. Uit de eerste ronde Onderwijs Bewijs is circa € 11,0 miljoen overgebleven. Deze resterende middelen worden ingezet voor een tweede ronde Onderwijs Bewijs in 2010. Scholen én onderzoeksinstellingen kunnen dan opnieuw projectvoorstellen indienen voor experimenteel onderzoek in het primair en voortgezet onderwijs.

Leerlingen kunnen zonder drempels het voortgezet onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften

• Een kasschuif van de middelen voor Onderwijs Bewijs van 2009 naar latere jaren, in totaal voor een bedrag van € 7,5 miljoen.

Toelichting ontvangsten

De daling van de ontvangsten van € 7,8 miljoen betreft grotendeels de desaldering van FES-middelen, waaronder de middelen voor Onderwijs Bewijs.

Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen3 327 2683 336 277467 8813 804 158
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven3 311 2613 334 245208 1953 542 440
     
Programma-uitgaven3 307 3743 330 378207 9093 538 287
     
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen2 802 7262 820 597179 5033 000 100
* Bekostiging roc’s/overige regelingen 2 696 3652 725 153 167 910 2 893 063
* Korting 2e teldatum (coalitieakkoord) – 38 892 – 38 892 0 – 38 892
* Bekostiging kbb’s 108 796 112 187 3 634115 821
* School-ex programma 0 0 9 0009 000
* Overig 21 457 22 149 – 1 04121 108
* Kosten OV MBO-leerlingen jonger dan 18 jaar15 000 0 0 0
     
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken120 550120 5507 814128 364
* Competentiegerichte kwalificatiestructuur 9 742 9 742 0 9 742
* Taal en rekenen 10 490 10 490 0 10 490
* Innovatiearrangement 20 000 20 000 0 20 000
* Innovatiebox 43 138 43 138 0 43 138
* Regeling stagebox 35 000 35 000 0 35 000
* Stage en leerbaanoffensief Kenniscentra 0 0 7 0007 000
* Overig 2 180 2 180 814 2 994
     
Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften272 815279 7214 735284 456
* Leerlinggebonden financiering (LGF)22 064 26 564 1 500 28 064
* Educatie195 743 195 743 6 299 202 042
* Aanvalsplan Laaggeletterdheid 4 000 4 000 20 4 020
* Leven Lang Leren en EVC 24 465 26 871 – 2 651 24 220
* Schoolmaatschappelijk werk mbo 15 000 15 000 015 000
* Overig 11 543 11 543 – 43311 110
     
Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs100 754101 0829 919111 001
* RMC’s/GSB 52 855 52 855396 53 251
* Convenanten met RMC-regio’s 22 72022 720 0 22 720
* Programmagelden regio’s15 180 15 180 0 15 180
* Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 3 200 2 429 0 2 429
* Verbetering melding verzuim 2 000 2 000 – 2 0000
* Plusvoorziening «overbelaste jongeren» 0 011 900 11 900
* Overig 4 799 5 898 – 3775 521
     
Programmakosten-overig10 5298 4285 93814 366
* Uitvoeringsorganisatie IBG3 114 3 063 3 744 6 807
* Uitvoeringsorganisatie CFI 7 415 5 365 2 1947 559
     
Apparaatsuitgaven3 8873 8672864 153
Ontvangsten10 00010 798– 3 1047 694

Toelichting mutaties

Voor artikel 4 (Beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 208,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009.

Voor € 113,7 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 94,5 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn met € 3,1 miljoen gedaald. Deze daling wordt veroorzaakt door technische mutaties.

Toelichting per operationele doelstelling

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen

De verhoging van € 179,5 miljoen van deze operationele doelstelling betreft met name:

• de bijstelling uit de aanvullende post voor loonbijstelling tranche 2009 voor roc’s en kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (€ 79,8 miljoen);

• een overboeking van enveloppenmiddelen voor personeelsbeleid uit het 2e kabinet Balkenende van beleidsartikel 9, arbeidsmarkt en personeelsbeleid (€ 8,5 miljoen);

• de afwikkeling van een beroepsprocedure van ROC Eindhoven naar aanleiding van de terugvorderingen door de Commissie Schutte (€ 3,1 miljoen);

• de stimuleringsmiddelen die door het kabinet in het aanvullend beleidsakkoord beschikbaar zijn gesteld voor:

– De opvang van conjunctuureffecten op de deelnemersaantallen in het mbo (€ 71,6 miljoen).

– De versterking van de aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt (€ 9,5 miljoen).

– Het uitvoeren van het school Exit en Extension programma (€ 9,0 miljoen).

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken

Deze operationele doelstelling wordt verhoogd met € 7,8 miljoen. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door de stimuleringsmiddelen die het kabinet in het aanvullend beleidsakkoord beschikbaar heeft gesteld voor het uitvoeren van een «stageoffensief» door de kenniscentra beroepsonderwijs en het bedrijfsleven (€ 7,0 miljoen).

Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften

De verhoging van deze operationele doelstelling met € 4,7 miljoen wordt vooral veroorzaakt door:

• een verhoging van het budget voor leerlinggebonden financiering (€ 1,5 miljoen). Deze verhoging wordt enerzijds veroorzaakt door een verwachte toename van het aantal LGF aanvragen voor het schooljaar 2009/2010. Anderzijds is deze verhoging het gevolg van de aanpassing van de prijs per LGF deelnemer vanaf het schooljaar 2008/2009. Deze vloeit voort uit de prijsverhoging die in het primair en het voortgezet onderwijs zijn doorgevoerd;

• de bijstelling uit de aanvullende post voor de loonbijstelling tranche 2009 op de educatiemiddelen (€ 6,3 miljoen);

• een verlaging van het budget voor Leven Lang Leren en EVC met € 2,7 miljoen. Het gaat met name om middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking die doorgeschoven worden naar 2010.

Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs

De verhoging van deze operationele doelstelling van € 9,9 miljoen is onder andere het saldo van:

• een overboeking van de middelen voor verbetering melding verzuim van € 2,0 miljoen naar het budget van IBG voor de uitvoering van de activiteiten van het verzuimloket;

• stimuleringsmiddelen die door het kabinet in het aanvullend beleidsakkoord beschikbaar zijn gesteld (€ 30,0 miljoen) voor het stimuleren van de inrichting van «plusvoorzieningen» voor overbelaste jongeren. OCW heeft ervoor gekozen om een bevoorschottingsritme van 5 keer 20% per kwartaal te hanteren. Dit sluit aan bij de liquiditeitsbehoefte van scholen en voorkomt dat er bij scholen geld op de plank blijft liggen. Vanwege het bovengenoemde bevoorschottingsritme komt € 18 miljoen niet meer tot besteding in 2009 en wordt daarom doorgeschoven naar 2010. Een klein deel van deze extra middelen (€ 0,1 miljoen) is gereserveerd voor de uitvoeringskosten door CFI. Deze middelen zijn naar het budget van CFI overgeheveld.

Programmakosten-overig

De verhoging van het budget voor de uitvoeringsorganisaties CFI en IBG van € 5,9 miljoen wordt onder andere veroorzaakt door de toevoeging van middelen voor de loonbijstelling tranche 2009 en diverse projecten, waaronder een sluitende registratieketen, de vmbo-mailing en de uitvoeringskosten voor de plusvoorzieningen voor overbelaste jongeren.

Artikel 5 Technocentra

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen9 43310 251– 4910 202
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven9 43410 08911310 202
     
Programma-uitgaven9 43410 08911310 202
* Basissubsidie 7 000 7 0000 7 000
* Speerpuntsubsidie 2 134 2 789 1132 902
* Overig 300 300 0 300
Ontvangsten9 1369 5192779 796

Toelichting mutaties

Voor artikel 5 (Technocentra) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 0,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.

Voor € 0,1 miljoen betreft het technische mutaties.

De ontvangsten zijn met € 0,3 miljoen gestegen. Dit wordt veroorzaakt door technische mutaties.

Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen2 241 2422 290 518224 2172 514 735
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven2 229 4522 248 13274 1872 322 319
     
Programma-uitgaven2 223 4922 242 14674 1072 316 253
     
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs2 083 7172 112 01772 9562 184 973
* Reguliere bekostiging (lumpsum)12 083 717 2 112 017 72 9562 184 973
     
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit5 2855 2851935 478
* Kwaliteitsverbetering docenten 5 2855 285 193 5 478
     
Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden31 25831 25890532 163
* Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum) 20 16220 162 736 20 898
* Verhogen studierendement Nederlandse studenten met een niet westerse achtergrond (lumpsum)8 464 8 464 301 8 765
* Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs 2 400 2 400  2 400
* Erkenning van verworven competenties 132 132 – 1320
* Emancipatie 100 100  100
     
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa88 89178 891– 3778 854
* Praktijkgericht onderzoek (Raak) 13 100 13 100 13 100
* Praktijkgericht onderzoek (lectoren en kenniskringen)21 210 1 210 44 1 254
* Nieuwe hbo-masteropleidingen 10 081 81 – 81 0
* Deltaplan bèta/techniek358 500 58 500 58 500
* FES: Investeringsagenda bèta en techniek hoger onderwijs 6 000 6 000  6 000
     
Programmakosten-overig414 34114 6959014 785
* Uitvoeringsorganisatie IBG9 438 10 502 2 10 504
* Uitvoeringsorganisatie CFI 4 903 4 193 88 4 281
     
Apparaatsuitgaven5 9605 986806 066
Ontvangsten6 0176 0175 65611 673

1 In de middelen voor reguliere bekostiging zijn ook enkele posten voor overige uitgaven verwerkt.

2 In de middelen voor reguliere bekostiging zijn voor lectoren en kenniskringen eveneens middelen opgenomen.

3 De middelen voor het Deltaplan bèta/techniek hebben niet alleen betrekking op het hbo maar zijn onderwijsbreed.

4 De middelen hebben betrekking op de sector hoger onderwijs.

Toelichting mutaties

Voor artikel 6 (Hoger beroepsonderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 74,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.

Voor € 74,3 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 0,1 miljoen verlaagd.

De ontvangsten zijn met € 5,7 miljoen gestegen. Voor € 4,4 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van een autonome mutatie zijn de ontvangsten met € 1,3 miljoen gestegen.

Toelichting per operationele doelstelling

Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs

De verhoging van € 73,0 miljoen op het onderdeel «Reguliere bekostiging (lumpsum)» is met name het gevolg van de toegekende loonbijstelling uit de aanvullende post ad € 67,0 miljoen. In totaal aan loonbijstelling is artikel 6 verhoogd met € 68,9 miljoen (zie paragraaf 2.3).

Daarnaast is er sprake van een verhoging van € 5,8 miljoen voor extra lectoren lerarenopleidingen en voor scholingsmaatregelen hbo-docenten (actieplan «LeerKracht van Nederland»; Tweede Kamer 2007–2008, 27 923, nr. 45).

Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen3 692 1023 741 866180 4003 922 266
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven3 664 3663 693 18089 2903 782 470
     
Programma-uitgaven3 664 3663 693 18089 2903 782 470
     
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs3 613 2433 637 385103 1633 740 548
* Reguliere bekostiging (lumpsum) 3 601 922 3 626 064 102 778 3 728 842
* Geesteswetenschappen 2 058 2 058 70 2 128
* Alfa/Gamma-onderzoek 9 263 9 263 315 9 578
     
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit36 41841 090– 9 04132 049
* Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum) 5 000 5 000414 5 414
* Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs («Ruim baan voor talent»)  0  0
* Excellentie in onderwijs: FES 10 000 14 712 – 9 948 4 764
* Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (HSP)11 175 11 135 250 11 385
* Nederlandse Instituten in het Buitenland (NIB’s), Netherlands Education Support Offices (NESO’s), Beeldmerk 6 966 6 966 150 7 116
* Noodfonds voor internationale hulpacties 1 000 1 000 1 000
* Internationale samenwerking en beurzenprogramma’s 2 277 2 277 93 2 370
     
Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden2 5812 5812262 807
* Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum) 2 246 2 246 76 2 322
* Verhoging deelname studenten met een handicap 335 335150 485
     
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en vice versa12 12412 124– 5 0587 066
* 3 TU’s samenwerking 12 12412 124 – 5 058 7 066
Ontvangsten20 08224 794– 12 94811 846

Toelichting mutaties

Voor artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 89,3 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009. Voor € 89,3 miljoen betreft het technische mutaties. De beleidsmatige mutaties bedragen per saldo nul.

De ontvangsten zijn met € 12,9 miljoen gedaald. Deze daling betreft technische mutaties.

Toelichting per operationele doelstelling

Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs

De verhoging van € 102,8 miljoen op het onderdeel «Reguliere bekostiging (lumpsum)» is het gevolg van:

• loonbijstelling uit de aanvullende post ad € 93,9 miljoen (totaal aan loonbijstelling voor artikel 7 is € 94,7 miljoen, zie paragraaf 2.3);

• budgettair neutrale bijstellingen ad € 2,1 miljoen (Homogene Groep Internationale Samenwerking);

• overboekingen tussen de ministeries van LNV en VWS ad € 5,4 miljoen;

• € 1,4 miljoen diverse bijstellingen.

In laatstgenoemd (saldo)bedrag van € 1,4 miljoen is een bedrag van € 3,5 miljoen opgenomen voor gedeeltelijke dekking van de effecten van de invoering van de bachelor-masterstructuur op de financiering van de universiteiten. Van dit bedrag komt een bedrag van € 2,1 miljoen ten laste van het onderdeel «3 TU’s samenwerking» (zie hierna) en een bedrag van € 1,5 miljoen komt ten laste van artikelen buiten artikel 7.

Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit

De verlaging van het onderdeel «Excellentie in onderwijs: FES» met € 9,9 miljoen laat zich verklaren door gerealiseerde subsidietoekenningen in het kader van een tweede ronde Sirius Programma in juli 2009. Op basis van deze toekenningen dient de meerjarenraming voor dit programma te worden geactualiseerd en zal het bedrag van € 9,9 miljoen in latere jaren tot uitkering komen.

De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en vice versa

De verlaging van het onderdeel «3 TU’s samenwerking» met € 5,1 miljoen is het gevolg van:

• € 3,0 miljoen door een wijziging van het meerjarige kasritme voor het programma Centres of Excellence van de 3TU.Federatie; en

• € 2,1 miljoen toevoeging aan het onderdeel «Reguliere bekostiging (lumpsum)» ter gedeeltelijke dekking van de effecten van de invoering van de bachelor-masterstructuur op de financiering van de universiteiten (zie hiervoor).

Voor het programma Centres of Excellence zal het bedrag van € 3,0 miljoen in latere jaren tot uitkering komen.

Toelichting ontvangsten

De ontvangsten zijn met een bedrag van € 12,9 miljoen gedaald als gevolg van desaldering in verband met FES-projecten als hiervoor bij de operationele doelstellingen toegelicht: een bedrag van € 9,9 miljoen heeft betrekking op het onderdeel «Excellentie in onderwijs: FES», een bedrag van € 3,0 miljoen heeft betrekking op het onderdeel «3 TU’s samenwerking».

Artikel 8. Internationaal Beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen17 97020 591– 2 62017 971
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven19 01827 437– 2 62024 817
     
Programma-uitgaven16 68425 115– 3 10822 007
     
Stimuleren van internationalisering, grensoverschrijdende mobiliteit en institutionele samenwerking teneinde de internationale competenties van lerenden, docenten, kunstenaars en wetenschappers te vergroten10 77310 7637110 834
* Mobiliteitsprogramma’s 7 509 7 787 59 7 846
* Bilaterale samenwerking met andere landen 3 264 2 97612 2 988
     
In internationaal verband waarbogen van de OCW-belangen en benutten van internationale kennis voor de kwaliteit van nationaal beleid5 9117 0222217 243
* OCW-vertegenwoordiging in het buitenland 1 671 2 100 2 100
* Participeren in multilaterale organisaties3 353 3 511  3 511
* Stimuleren van internationale uitwisseling van kennis en cultuur, beleidsonderzoek en benchmarking 887 1 411 221 1 632
     
Het integreren van de BES-eilanden in Nederland voor wat betreft de OCW – beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met de andere landen in het Koninkrijk 7 330– 3 4003 930
* Verbetering van het onderwijs op de BES-eilanden  6 180– 3 2002 980
* Studiefinanciering Nederlandse Antillen en Aruba  950  950
* Uitvoeringskosten projectdirectie BES  200 – 200 0
     
Apparaatsuitgaven2 3342 3224882 810
Ontvangsten9999099

Toelichting mutaties

Voor artikel 8 (Internationaal beleid) is sprake van een daling van de uitgaven met € 2,6 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.

Dit bedrag is het saldo van een beleidsmatige verlaging voor de BES-eilanden met € 3,0 miljoen en een verhoging met € 0,4 miljoen aan technische mutaties. De technische mutaties betreffen vrijwel volledig de loonbijstelling 2009.

Toelichting per operationele doelstelling

Het integreren van de BES-eilanden in Nederland voor wat betreft de OCW – beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met de andere landen in het Koninkrijk

De beleidsmatige verlaging heeft bijna volledig betrekking op de operationele doelstelling voor de BES-eilanden. Er zijn toezeggingen gedaan aan de BES-eilanden, dat in totaal € 13,0 miljoen wordt geïnvesteerd in het onderwijs op de BES-eilanden in de jaren 2009 en 2010. Aangezien de besluitvorming tussen de minister en de gedeputeerden over de aanwending van een deel van het budget voor het jaar 2009 begin van het jaar 2010 wordt afgerond, wordt een bedrag van € 3,0 miljoen niet besteed in het jaar 2009. Dit bedrag wordt doorgeschoven van het jaar 2009 naar het jaar 2010 om de toezeggingen gestand te doen.

Daarnaast is in het jaar 2009 binnen artikel 8 een bedrag van € 0,4 miljoen verschoven van de programma-uitgaven voor de BES-eilanden naar de apparaatsuitgaven. Het betreft hier de uitvoeringskosten van de projectdirectie BES.

Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen195 839210 108– 19 914190 194
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven195 839210 108– 21 064189 044
     
Programma-uitgaven193 739207 793– 21 099186 694
     
Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel63 06963 7051 74765 452
* Een betere beloning 29 42029 407 600 30 007
* Arbeidsmarkt 12 30012 700 747 13 447
* Overig 21 349 21 598400 21 998
     
Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit128 528141 351– 22 884118 467
* Een sterker beroep 78 995 92 553 – 4 084 88 469
* Een professionelere school 36 000 36 000 – 10 30025 700
* Overig 13 533 12 798 – 8 5004 298
     
Programmakosten-overig2 1422 737382 775
* Uitvoeringsorganisatie IBG 0 8000 800
* Uitvoeringsorganisatie CFI 2 142 1 93738 1 975
     
Apparaatsuitgaven2 1002 315352 350
Ontvangsten003 5003 500

Toelichting mutaties

Voor artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid) is sprake van een daling van het uitgavenbudget met € 21,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.

Voor € 6,5 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 14,6 miljoen gedaald.

Op de ontvangsten is nu een bedrag van € 3,5 miljoen opgenomen, het betreft een autonome mutatie.

Toelichting per operationele doelstelling

Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit

• De raming van de uitgaven «Opleiden in de School» is met € 2,3 miljoen verlaagd. In de eerste aanvraagtranche (2009) van de «regeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen» is het aantal opgegeven studenten, bepalend voor de hoogte van de tegemoetkoming, lager dan verwacht. Daarnaast is om de uitgaven voor de regeling meerjarig te laten aansluiten met de begrote bedragen, heeft er een kasschuif van 2009 naar 2010 plaatsgevonden van € 1,6 miljoen.

• Op basis van de subsidieregeling voor onderwijs ondersteunend personeel (conciërges) hebben ruim 2 500 basisscholen vanaf augustus 2008 onder voorwaarden een voorlopige subsidie ontvangen. Naar nu blijkt hebben circa 500 scholen niet aan de voorwaarden voor het aanstellen van een ondersteuner voldaan, op grond waarvan de subsidie is ingetrokken. Aangezien het openstellen van de regeling voor een nieuwe tranche van 500 scholen eerst per 2010 mogelijk is, blijft de realisatie voor 2009 € 10,3 miljoen achter bij de raming.

• Ten behoeve van het personeelsbeleid in de mbo-sector is een bedrag van € 8,5 miljoen naar artikel 4 overgeboekt.

• De raming is met € 0,8 miljoen neerwaarts bijgesteld doordat projectsubsidies en overige uitgaven achterblijven bij de daarvoor geraamde bedragen.

Toelichting ontvangsten

Deze bijstelling houdt verband met ontvangsten ten gevolge van afrekeningen op in 2006 tot en met 2008 verleende subsidies ten behoeve van de «Dieptepilots Opleiden in de School».

Artikel 11. Studiefinanciering

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen4 003 4923 626 80837 8563 664 664
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven4 003 4923 626 80837 8563 664 664
     
Programma-uitgaven4 003 4923 626 80837 8563 664 664
     
Waarborgen van de algemene financiële toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten1 787 3111 511 707132 0001 643 707
* Basisbeurs1 078 980 988 202 – 21 000 967 202
* Reisvoorziening 708 331 523 505 153 000676 505
     
Waarborgen toegankelijkheid van het onderwijs voor studerenden met minder draagkrachtige ouders686 220668 572– 61 000607 572
* Aanvullende beurs 686 220 668 572 – 61 000607 572
     
Waarborgen flexibiliteit in de wijze van financiering door de studerende1 396 5001 292 000– 27 0001 265 000
* Bijverdiengrens   0
* Leenfaciliteit 1 396 500 1 292 000– 27 000 1 265 000
     
Overige uitgaven Studiefinanciering57 59177 900– 6 00071 900
     
Programmakosten-overig75 87076 629– 14476 485
* Uitvoeringsorganisatie IBG 75 870 76 629– 144 76 485
Totaal programma-uitgaven4 003 4923 626 80837 8563 664 664
– Waarvan relevant 1 943 892 1 703 308 109 8561 813 164
– Waarvan niet-relevant 2 059 6001 923 500 – 72 000 1 851 500
Apparaatsuitgaven   0
Totaal ontvangsten466 900501 00040 000541 000
* Terugbetalingssysteem van lening naar draagkracht 412 600 430 600 40 000 470 600
* Overige ontvangsten 54 300 70 400 070 400
Totaal ontvangsten466 900501 00040 000541 000
– Waarvan relevant 225 700249 200 22 000 271 200
– Waarvan niet-relevant241 200 251 800 18 000 269 800

Toelichting mutaties

Voor artikel 11 (Studiefinanciering) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 37,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009. Voor € 109,9 miljoen betreft het autonome en beleidsmatige mutaties (relevante uitgaven). Als gevolg van technische mutaties is de begroting met € 72,0 miljoen gedaald (niet-relevante uitgaven).

De ontvangsten zijn € 40,0 miljoen hoger dan geraamd. Voor € 18,0 miljoen betreft het technische mutaties (niet-relevante ontvangsten). Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties zijn de ontvangsten met € 22,0 miljoen gestegen (relevante ontvangsten).

Toelichting per operationele doelstelling

Waarborgen van de algemene financiële toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten

De uitgavenraming is met € 132,0 miljoen verhoogd. Het relevante deel van deze mutatie bedraagt € 143,0 miljoen. Er is voor € 10,0 miljoen minder aan omzettingen van basisbeurs bol naar gift dan verwacht (prestatiebeurs). Bij de OV-studentenkaart is sprake van een combinatie van mutaties. Er zijn voor de bol € 12,0 miljoen minder relevante uitgaven en omzettingen voor de OV-studentenkaart dan geraamd. Daarnaast wordt een extra deel van de verplichtingen voor de OV-studentenkaart 2010 al in 2009 voldaan: € 165,0 miljoen.

De lagere niet-relevante uitgaven (€ 11,0 miljoen) worden veroorzaakt door minder uitgaven voor de basisbeurs in het hoger onderwijs.

Waarborgen toegankelijkheid van het onderwijs voor studerenden met minder draagkrachtige ouders

De raming van de uitgaven aanvullende beurs is op grond van de actuele uitvoeringsgegevens 2009 met € 61,0 miljoen verlaagd. Hiervan is € 27,0 miljoen relevant, hetgeen voornamelijk het gevolg is van minder omzettingen bol en minder aanvullende beurs eerstejaars bol. De niet-relevante mutatie van € 34,0 miljoen bestaat bijna geheel uit hogere uitgaven voor de aanvullende beurs in zowel het ho als de bol.

Waarborgen flexibiliteit in de wijze van financiering door de studerende

De uitgaven leenvoorziening zijn ten opzichte van de raming met € 27,0 miljoen verlaagd.

Stimuleren van internationale studentenmobiliteit

In de begroting 2009 was een afzonderlijke raming opgenomen voor deze operationele doelstelling. In de realisatie 2009 zijn deze uitgaven niet afzonderlijk geboekt, maar onderdeel van de totale uitgaven bij de instrumenten van de overige operationele doelstellingen (basisbeurs, reisvoorziening, aanvullende beurs en de leenvoorziening).

Overige uitgaven studiefinanciering

De uitgaven worden met € 6,0 miljoen bijgesteld in verband met controleresultaten van de IB-Groep.

Toelichting ontvangsten

Flexibiliteit financiering studerende

De relevante renteontvangsten komen € 22,0 miljoen hoger uit dan geraamd. Daarnaast treedt er een meevaller op bij de niet-relevante aflossingen.

Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen210 772199 008– 35 079163 929
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven210 772199 008– 35 079163 929
     
Financiële toegankelijkheid onderwijs voor leerlingen vo en deelnemers bol182 000169 400– 35 000134 400
* TS 17- 114 600105 500 – 35 000 70 500
* VO 18+ 66 40062 900  62 900
waarvan niet-relevante uitgaven 7002 500  2 500
* TS 18+ vavo 1 000 1 000 1 000
     
Financiële toegankelijkheid onderwijs voor studenten aan de lerarenopleiding10 40011 400011 400
* TS 18+ tlo 10 400 11 400 11 400
     
Programma-uitgaven overig18 37218 208– 7918 129
* Uitvoeringsorganisatie IBG 18 372 18 208– 79 18 129
Totaal ontvangsten10 50014 0002 00016 000
* TS 17- 3 3006 000  6 000
* VO 18+ 6 600 7 2002 000 9 200
* TS 18+ 600 800  800

Toelichting mutaties

Voor artikel 12 (Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) is sprake van een daling van de uitgaven met € 35,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009. Voor € 0,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 35,0 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn met € 2,0 miljoen gestegen als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties.

Toelichting per operationele doelstelling

De middelen voor de WTOS die in 2009 gereserveerd zijn voor de overgangsfinanciering van de integratie van de WTOS in het kindgebonden budget (€ 30,0 miljoen) komen niet tot uitputting aangezien er geen overgangsrecht nodig is gebleken voor specifieke doelgroepen. Daarnaast zijn er € 5,0 miljoen minder uitgaven bij de WTOS TS 17-.

De ontvangsten aan VO 18+ zijn met € 2,0 miljoen gestegen ten opzichte van de raming.

Artikel 13. Lesgeld

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen6 0986 049– 925 957
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven6 0986 049– 925 957
* Uitvoeringsorganisatie IBG 6 098 6 049– 92 5 957
Ontvangsten lesgeld191 200178 3006 000184 300

Toelichting mutaties

Ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009 zijn de uitgaven met € 0,1 miljoen gedaald. Voor € 0,1 miljoen betreft het technische mutaties.

Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties zijn de ontvangsten met € 6,0 miljoen gestegen.

Toelichting per operationele doelstelling

In vergelijking met de raming zijn er € 6,0 miljoen meer lesgeldontvangsten die betrekking hebben op de vorige cursusjaren.

Artikel 14. Cultuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen581 024599 463– 12 611586 852
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven926 781945 220– 14 123931 097
     
Programma-uitgaven870 749885 117– 15 642869 475
     
Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten533 451586 91617 451604 367
* Cultuursubsidies 2009–2012 482 981 547 43916 742 564 181
– 4-jarig 88 306 100 3512 686 103 037
* producerend 62 350 73 6541 978 75 632
* niet producerend 25 956 26 697708 27 405
– Langjarig 283 739 290 1628 974 299 136
* producerend 253 801 261 9628 190 270 152
waarvan Musea149 724152 316 6 747 159 063
* niet producerend29 938 28 200 784 28 984
– Fondsen110 936 156 926 5 082 162 008
* Verbreden inzet Cultuur 50 194 32 201 610 32 811
* Internationaal Cultuurbeleid (HGIS) 276 7 276 997 375
     
Behoud en Beheer Cultureel Erfgoed175 102187 737– 9 923177 814
* Subsidies Monumentenzorg 83 169 81 115 2 36683 481
* Archieven 24 157 24 260 1 84926 109
* Beelden voor de toekomst 23 901 29 700– 5 149 24 551
* Huisvesting (Technische vervangingsinvesteringen) 24 290 22 96523823 203
* Musea (buiten de Cultuursubsidies 2009–2012) 13 33018 823 – 4 05614 767
* Behoud en Beheer (overig) 4 955 5 802 – 1 6584 144
* Verdrag van Malta en subsidies Archeologie 1 3005 072 – 3 513 1 559
     
Bibliotheken35 14234 379– 1 17433 205
* Subsidies    0
* Provinciale vernieuwingsplannen 19 000 19 000 – 1 512 17 488
* RVP blinden en slechtzienden 14 142 13 379 33813 717
* Programma leesbevordering 2 000 2 0000 2 000 0
Programmakosten overig (w.o. taakstelling en loon- en prijsbijstelling)107 66156 056– 23 543 32 513
     
Nationaal Archief19 39320 0291 54721 576
     
Apparaatsuitgaven56 03260 1031 51961 622
* Bestuursdepartement 10 771 11 509 – 94310 566
* Uitvoeringsdiensten 45 26148 594 2 462 51 056
Ontvangsten23 41632 253– 4 45627 797

Toelichting mutaties

Voor artikel 14 (Cultuur) is sprake van een daling van de uitgaven met € 14,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.

Voor € 0,2 miljoen betreft het een verhoging als gevolg van technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 14,3 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn per saldo met circa € 4,5 miljoen gedaald. Enerzijds is sprake van een afname van € 6,9 miljoen veroorzaakt door technische mutaties als gevolg van desaldering van de middelen van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) voor de projecten Beelden voor de toekomst én het archeologisch bodemonderzoek (Malta). Anderzijds nemen de ontvangsten toe met € 2,2 miljoen als gevolg van desaldering van de ontvangsten op het terrein van Kunsten.

Toelichting per operationele doelstelling

Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten

De verhoging van € 17,5 miljoen is voornamelijk het gevolg van toedeling van de loon en prijscompensatie aan de instellingen en fondsen van het subsidieplan Cultuur.

Behoud en beheer Cultureel Erfgoed

De verlaging van Beelden voor de toekomst wordt veroorzaakt door toevoeging van loon en prijscompensatie voor € 0,7 miljoen en door verlaging van € 5,8 miljoen als gevolg van desaldering van de FES middelen voor Beelden voor de toekomst.

De verlaging van de post musea buiten cultuursubsidies is voornamelijk het gevolg van een kasschuif van € 5,0 miljoen voor het in het jaar 2010 uit te voeren experimenteerproject Gratis Musea.

De verlaging van de post Behoud en Beheer wordt voornamelijk veroorzaakt door overboeking van € 2,0 miljoen naar het ministerie van Buitenlandse zaken en Koninkrijkrelaties voor herbestemming aandachtswijken (VARO) 1e fase.

De verlaging van de post Malta en subsidies Archeologie wordt onder andere veroorzaakt door overboeking van € 2,2 miljoen aan de Rijksdienst Cultureel Erfgoed in verband met de uitvoering van projecten excessieve opgravingen en door de kasschuif van de FES-middelen voor € 1,1 miljoen archeologisch bodemonderzoek (Malta).

Bibliotheken

Er is sprake van een kasschuif van 2009 naar latere jaren van de middelen samenhangend met de uitvoering van de Bibliotheekinnovatie voor een bedrag van € 1,5 miljoen.

Programmakosten Overig

Er is sprake van een tweetal kasschuiven van 2009 naar 2010 en latere jaren:

• Een budgetverschuiving van 2009 naar 2010 van de middelen van de Innovatieregeling en de uitvoeringskosten daarvan voor een totaal bedrag van € 2,7 miljoen;

• Een verschuiving van € 1,1 miljoen Fine-middelen welke zullen worden ingezet voor Filmotech in de komende jaren.

Apparaatsuitgaven

Op dit onderdeel is sprake van de volgende kasschuiven naar latere jaren;

• Een bedrag van € 1,0 miljoen van 2009 naar 2011 betreffende de huisvestingsmiddelen van het Instituut Collectie Nederland;

• En tenslotte een verschuiving van 2009 naar 2010 van de middelen gerelateerd aan de uitstaande wetenschappelijk onderzoeksprojecten én de huisvestingsmiddelen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) van in totaal € 1,7 miljoen.

Artikel 15 Media

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen867 091894 0993 981898 080
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven867 837894 8453 981898 826
     
Programma-uitgaven867 837894 8453 981898 826
     
Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-aanbod863 491890 1504 286894 436
* Financiering publieke omroep846 559 873 218 4 286 877 504
* Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties16 932 16 932  16 932
     
Programmakosten-overig4 3464 695– 3054 390
* Overige uitgaven (geen Mediawet)4 346 4 695 – 305 4 390
Ontvangsten231 634245 91611 787257 703

Toelichting mutaties

Voor artikel 15 (Media) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 4,0 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.

Voor € 4,0 miljoen betreft het technische mutaties.

De ontvangsten zijn met € 11,8 miljoen gestegen. Voor € 11,8 miljoen betreft het technische mutaties.

Toelichting per operationele doelstelling

De uitgaven voor financiering van de publieke omroep zijn met € 4,3 miljoen gestegen. Hiervan heeft € 3,0 miljoen betrekking op een vergoeding aan de Nederlandse Publieke Omroep voor het dekken van de bemiddelingskosten, die zijn gemaakt tijdens het privatiseringsproces van de NOB. Dit bedrag is afkomstig van de ontvangen dividend NOB. Een bedrag van € 0,5 miljoen betreft een bijdrage van de directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid ten behoeve van de jonge journalisten.

Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen999 5301 016 618116 4581 133 076
Waarvan garantieverplichtingen 56 036 56 036 0 56 036
Totale uitgaven1 110 5041 121 59285 2431 206 835
     
Programma-uitgaven1 107 2221 118 22685 1791 203 405
     
Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel781 521786 92423 437810 361
* NWO 312 949 313 109 12 528325 637
* KNAW 90 445 90 445 3 665 94 110
* Koninklijke Bibliotheek (KB) 45 319 45 319 1 11046 429
* KNAW bibliotheek 2 415 2 415 892 504
* LF TUD bibliotheek 7 375 7 375 2517 626
* IISG 279 279 5 284
* SURF7 270 7 270 247 7 517
* CPG 493 49322 515
* Montesquieu Instituut 1 032 1 03235 1 067
* NCB 5 000 5 000 170 5 170
* TNO 192 413 194 590 4 841 199 431
* BPRC/Stichting AAP 9 404 9 404 193 9 597
* Nationaal Herbarium 1 184 1 184 41 1 225
* NLR 893 893 23 916
* Deltaris 2 2082 208 57 2 265
* MARIN 932 932 25957
* STT 227 227 6 233
* EMBC 724710 0 710
* EMBL 3 950 3 995 03 995
* ESA 32 732 32 732 2 100 34 832
* CERN 31 335 31 335 3 985 35 320
* ESO6 500 6 820 0 6 820
* NEMO 3 2843 284 84 3 368
* EG-Liaison 340 340 43383
* NTU/INL 3 038 3 038 39 3 077
* EIB 1 254 1 254 43 1 297
* Nationale coördinatie 11 641 9 611 305 9 916
* Bilaterale samenwerking 4 190 3 090 0 3 090
* Weerstandsverhoging onderzoekinstellingen (CBRN) 2 0002 000 0 2 000
* Nader te verdelen 695 6 540– 6 470 70
     
Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken142 806148 15756 474204 631
* FES – BSIK 64 594 69 945 069 945
* FES-ITER  0 0 0
* FES-GATE2 000 2 000 0 2 000
* FES- grootschalige researchfaciliteiten 10 162 10 162 0 10 162
* FES- Parelsnoer 7 750 7 750 0 7 750
* FES SURF-net 0 0 6 800 6 800
* FES NCB 0 0 4 700 4 700
* FES Hersenen en Cognitie 0 0 2 000 2 000
* Genomics 36 00036 000  36 000
* Kenniswerkers 0 042 900 42 900
* Smart-mix  0 0 0
* EET 400 400 0 400
* Talentenkracht 400400 0 400
* Kust- en zeeonderzoek 2 0002 000 0 2 000
* ASTRON/LOFAR 2 000 2 00074 2 074
* Grootschalige research infrastructuur16 000 16 000 0 16 000
* Gezondheidsonderzoek1 500 1 500 0 1 500
     
Ruimte voor excellente onderzoekers en excellente wetenschap182 613182 6095 264187 873
* Vernieuwingsimpuls163 613 163 609 5 264 168 873
* VI-vrouwencomponent 2 000 2 000 0 2 000
* Talent Mozaik 2 000 2 000 0 2 000
* Talent Rubicon 4 000 4 000 0 4 000
* Aspasia 4 000 4 000 0 4 000
* Toptalent4 000 4 000 0 4 000
* Graduate schools3 000 3 000 0 3 000
     
Programmakosten-overig2825364540
* Uitvoeringsorganisatie CFI 282 536 4 540
     
Apparaatsuitgaven3 2823 366643 430
Ontvangsten194 450201 97414 807216 781

Toelichting mutaties

Voor artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 85,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.

Voor € 66,4 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 18,9 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn met € 14,8 miljoen gestegen. Deze stijging is volledig technisch van aard.

Toelichting per operationele doelstelling

Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel Ruimte voor excellente onderzoekers en excellente wetenschap.

Onderdeel van de stijging van de technische mutaties bij deze doelstellingen is een bedrag van € 28,3 miljoen in verband met loonprijscompensatie.

Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken

Onderdeel van de stijging van de beleidsmatige mutaties betreft:

• Een bijdrage uit de FES-enveloppe voor maatschappelijke innovatieprogramma’s aan het project hersenen en Cognitie (€ 2,0 miljoen).

• Bijdrage uit de FES-enveloppe voor grootschalige researchinfrastructuur aan het project Surf-net 7 (€ 6,8 miljoen).

• Bijdrage uit de FES-enveloppe voor grootschalige researchinfrastructuur aan de totstandkoming van het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (€ 4,7 miljoen).

• Extra intensiveringen voor maatregelen die moeten bijdragen aan het voorkomen van het dreigende verlies van kennispotentieel als gevolg van de economische crisis, de zogenoemde kenniswerkers. Het totaal beschikbare bedrag van € 280,0 miljoen is verdeeld over de begrotingen van EZ en OCW in 2009 en 2010.

De stijging van de technische mutaties betreft een overboeking van het ministerie van Economische Zaken in verband met de kasgevolgen van de 1e en 2e tender van de zogenoemde kenniswerkers (voor OCW in 2009 € 42,9 miljoen en in 2010 € 97,1 miljoen).

Artikel 24. Kinderopvang

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 24 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen2 807 0172 859 377171 4543 030 831
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven2 807 0172 859 377171 4543 030 831
     
Programma-uitgaven2 807 0172 859 377171 4543 030 831
     
Kinderopvang is van goede kwaliteit, passend bij de leeftijd, mogelijkheden en behoeften van kinderen25 25441 603– 1 64739 956
* Subsidies10 254 10 254 – 4 000 6 254
* Kwaliteit en opleidingen 10 000 13 155 11 297 24 452
* Taskforce wachtlijsten 5 000 18 194 – 8 9449 250
     
Kinderen kunnen gebruik maken van kinderopvang zonder financiële drempels voor de ouders2 743 9732 768 299214 8992 983 198
* Kinderopvangtoeslag 2 743 973 2 768 299 214 8992 983 198
     
Harmonisatie regelgeving kinderopvang en peuterspeelzalen om alle kinderen te bereiken die VVE nodig hebben36 87548 151– 41 8006 351
* Harmonisering kinderopvang, peuterspeelzalen en VVE 36 87548 151 – 41 800 6 351
     
Programmakosten-overig9151 32421 326
* Agentschap SZW 170 172 2 174
* Onderzoek 745 745 0 745
* Uitvoeringsorganisatie CFI 0 407 0 407
     
Apparaatsuitgaven   0
Ontvangsten726 736726 73610 000736 736

Toelichting mutaties

Voor artikel 24 (Kinderopvang) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 171,5 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.

Voor € 36,5 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 135,0 miljoen gestegen.

Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties zijn de ontvangsten met € 10,0 miljoen gestegen.

Toelichting per operationele doelstelling

Kinderopvang is van goede kwaliteit, passend bij de leeftijd, mogelijkheden en behoeften van kinderen

Van het budget voor subsidies kinderopvang en het bestrijden van knelpunten bij de uitbreiding van de kinderopvangcapaciteit komt € 13,0 miljoen in 2009 niet tot besteding. Hiervan wordt nu € 9,0 miljoen ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose voor kinderopvangtoeslag en € 3,0 miljoen wordt doorgeschoven naar 2010.

Er heeft een overboeking binnen artikel 24 plaatsgevonden van € 11,1 miljoen om uitgaven voor het wetsvoorstel gastouderopvang op de juiste post te boeken.

Kinderen kunnen gebruik maken van kinderopvang zonder financiële drempels voor de ouders

Op grond van het uitgavenbeeld tot oktober wordt de prognose voor kinderopvangtoeslag in 2009 verhoogd met € 133,0 miljoen.

Door onderhoud aan het systeem van de toeslagen is het vanaf december 2009 enige tijd niet mogelijk voor vraagouders hun gegevens in dit systeem aan te passen. Daarom is er voor gekozen de toeslag van alle ouders in het systeem automatisch te prolongeren. Hierdoor zal een aantal ouders ten onrechte toeslag krijgen uitbetaald, die later zal worden teruggevorderd. Het effect hiervan in 2009 wordt geraamd op extra uitgaven van € 25,0 miljoen.

Harmonisatie regelgeving kinderopvang en peuterspeelzalen om alle kinderen te bereiken die VVE nodig hebben

Van de enveloppemiddelen voor kinderopvang komt € 10,0 miljoen niet tot besteding. Hiervan zal een bedrag van € 7,0 miljoen worden doorgeschoven naar 2010. Een bedrag van € 3,0 miljoen wordt ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose voor kinderopvangtoeslag.

Er heeft een overboeking binnen artikel 24 plaatsgevonden van € 11,1 miljoen om uitgaven voor het wetsvoorstel gastouderopvang op de juiste post te boeken.

Er is een bedrag van € 20,6 overgeboekt naar Primair Onderwijs (artikel 1). Deze middelen worden ingezet voor voor- en vroegschoolse educatie bij peuterspeelzalen.

Toelichting ontvangsten

Een groot deel van de verstrekte voorschotten voor kinderopvangtoeslag voor 2007 wordt in 2009 definitief vastgesteld. Dit leidt tot extra terugvorderingen waarvan naar verwachting € 10,0 miljoen in 2009 zal worden ontvangen. Op grond hiervan wordt het ontvangstenbudget verhoogd met € 10,0 miljoen.

Artikel 25. Emancipatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen16 19614 725– 2 18412 541
Waarvan garantieverplichtingen     
Totale uitgaven16 96117 261– 2 18415 077
     
Programma-uitgaven14 98815 288– 2 31712 971
     
Emancipatie    
Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen1 6801 71801 718
Stimuleringsuitgaven:    
* Emancipatie algemeen 1 180 1 218 0 1 218
* Onderzoek 500 500 0 500
     
Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving11 21411 476– 2 1589 318
Subsidies:    
* Kennisinfrastructuur 3 0003 000  3 000
* Emancipatieprojecten 8 2148 476 – 2 158 6 318
     
Homo-emancipatie    
Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen500500100400
Stimuleringsuitgaven:    
* Homo-emancipatie algemeen 500500 – 100 400
     
Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving1 5941 594– 591 535
Subsidies:    
* Homo-emancipatie 1 5941 594 – 59 1 535
     
Apparaatsuitgaven1 9731 9731332 106
Ontvangsten0000

Toelichting mutaties

Voor artikel 25 (Emancipatie) is sprake van een daling van de uitgaven met € 2,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009. Deze verlaging betreft voor € 1,9 miljoen beleidsmatige mutaties. Voor de overige € 0,3 miljoen betreft het enkele technische mutaties.

4 De niet-beleidsartikelen

Artikel 17. Nominaal en Onvoorzien

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen– 36 542936 542– 936 5420
Waarvan garantieverplichtingen     
Uitgaven– 36 542936 542– 936 5420
* Loonbijstelling 0 954 969 – 954 969 0
* Prijsbijstelling 0 0 0 0
* Nader te verdelen – 36 542 – 18 427 18 427 0
Ontvangsten1 9785 428– 5 4280

Toelichting

Voor artikel 17 (Nominaal en onvoorzien) is sprake van daling van de uitgaven en verplichtingen met € 936,5 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.

Voor € 955,9 miljoen betreft het een daling door technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 19,3 miljoen opgehoogd.

De ontvangsten zijn met € 5,4 miljoen gedaald. Voor € 2,0 miljoen betreft het een stijging door technische mutaties. Als gevolg van autonome mutaties zijn de ontvangsten met € 7,5 miljoen gedaald.

Loonbijstelling

De mutatie op de post loonbijstelling wordt veroorzaakt door de uitdeling van de loonbijstelling tranche 2009 van € 955,0 miljoen. De verdeling naar de verschillende beleidsartikelen is opgenomen in paragraaf 2.3.

Nader te verdelen

De mutatie van € 18,4 miljoen op dit onderdeel wordt grotendeels verklaard door de uitdeling van geparkeerde taakstellingen voor externe inhuur en subsidies en door een aantal kasschuiven op de OCW-begroting.

Toelichting ontvangsten

Naar aanleiding van de Commissie Schutte zijn er maatregelen genomen om onterecht uitgekeerde middelen terug te vorderen. Niet alle openstaande vorderingen kunnen echter worden vereffend (onder andere als gevolg van gevoerde rechtszaken), waardoor de ontvangstenraming naar beneden wordt bijgesteld met € 7,5 miljoen.

Artikel 18. Ministerie Algemeen

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 18 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen122 768133 58510 607144 192
Waarvan garantieverplichtingen     
Uitgaven122 768133 58510 607144 192
* Bestuursdepartement (niet toe te rekenen uitgaven) 112 927114 1292 497116 626
* Uitvoeringsorganisaties onverdeeld 9 84119 456 8 110 27 566
Ontvangsten5675675 6126 179

Toelichting mutaties

Het totale budget op artikel 18 is met € 10,6 miljoen verhoogd ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009.

Voor € 12,3 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting per saldo met € 1,7 miljoen gedaald.

De belangrijkste mutatie is de kasschuif t.b.v. de beslissing van het kabinet, om in een gezamenlijke inspanning de archiefachterstanden 1976–2008 weg te werken. Hieraan dragen alle departementen bij. OCW heeft hiervoor € 5,1 miljoen gerealloceerd binnen de apparaatskosten. Tevens is de begroting verhoogd met € 1,5 miljoen, bestemd voor het project Wikiwijs in de onderwijssectoren.

Artikel 19. Inspecties

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen62 52665 1163 02868 144
Waarvan garantieverplichtingen     
Uitgaven62 52665 1163 02868 144
* Erfgoedinspectie2 703 2 763 505 3 268
* Inspectie van het onderwijs 59 823 62 353 2 523 64 876
Ontvangsten0000

Toelichting mutaties

Het totale budget op artikel 19 is verhoogd met een bedrag van € 3,0 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009.

Voor € 3,2 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 0,2 miljoen gedaald.

Artikel 20. Adviesraden

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 (x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 Stand 1e suppletoire begroting 2009 Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 Stand 2e suppletoire begroting 2009
Verplichtingen7 3747 5201287 648
Waarvan garantieverplichtingen     
Uitgaven7 3747 5201287 648
* Onderwijsraad 2 6262 681 25 2 706
* Raad voor Cultuur 3 1023 136 68 3 204
* Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid 1 646 1 703 351 738
Ontvangsten0000

Toelichting mutaties

Het totale budget op artikel 20 is verhoogd met een bedrag van € 0,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009. Dit betreft nagenoeg alleen technische mutaties.


XNoot
1

I.v.m. het opnieuw afdrukken van de tabel bij Artikel 18, blz. 31. Het eerder als Kamerstuk 32 222 VIII, nr. 2 gepubliceerde Kamerstuk komt hierbij te vervallen.

Naar boven