Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32222-VIII nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32222-VIII nr. 2 |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2009 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
1. Leeswijzer
2. Het beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten
2.2 Stimuleringsmiddelen aanvullend beleidsakkoord
2.3 Uitdeling van de loon- en prijsbijstelling
3. De beleidsartikelen
4. De niet-beleidsartikelen
Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op beleidsartikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2009.
In paragraaf 2 «Het beleid» wordt de aansluiting gemaakt met de Najaarsnota 2009. In paragraaf 2.1 worden de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel gespecificeerd en toegelicht. In paragraaf 2.2 worden de stimuleringsmaatregelen uit het aanvullend beleidsakkoord gepresenteerd. Vervolgens wordt in paragraaf 2.3 de verdeling van de loonbijstelling over de verschillende beleidsterreinen weergegeven.
Tenslotte wordt inzicht gegeven in de financiële mutaties op beleidsartikelniveau voor de beleidsartikelen (paragraaf 3) en voor de niet-beleidsartikelen (paragraaf 4).
Bij een aantal artikelen wordt aangegeven dat er middelen worden doorgeschoven naar 2010, onder andere door vertraging van projecten. Definitieve besluitvorming over de integrale toekenning van de middelen vindt bij voorjaarsnota 2010 plaats.
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven en ontvangstenmutaties
In de 2e suppletoire begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven van de effecten van de besluiten van het kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting in 2009 een uitgavenpeil van circa € 36,4 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is circa € 2,2 miljard.
In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven en ontvangsten tussen de 1e suppletoire begroting 2009 en de 2e suppletoire begroting 2009. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2010 en de hiermee samenhangende OCW-begroting.
Tabel 1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2009 (x € 1 miljoen)
Artikel | Uitgaven | Ontvangsten | |
---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | 35 173,3 | 1 971,0 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2009 (Voorjaarsnota) | 36 129,5 | 2 082,1 | |
Belangrijkste mutaties: | |||
1) Ramingsbijstelling kinderopvang | 24 | 133,0 | 10,0 |
2) Kinderopvang: prolongatie toeslag | 24 | 25,0 | |
3) Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en Lesgeld | 11, 12 en 13 | – 162,0 | 48,0 |
4) Kasschuif OV-kaart | 11 | 165,0 | |
5) Stimuleringsmiddelen | diversen | 150,9 | |
6) FES | diversen | – 9,8 | – 9,8 |
7) Conciërges | 9 | – 10,3 | |
8) Opleiden in de school | 9 | – 3,9 | |
9) Kinderopvang capaciteitsuitbreiding | 24 | – 9,0 | |
10) Kinderopvang enveloppemiddelen | 24 | – 3,0 | |
11) Bijstelling ontvangstenraming Schutte | 17 | – 7,5 | |
12) Overige mutaties | diversen | – 16,8 | 37,3 |
Stand 2e suppletoire begroting 2009 (Najaarsnota) | 36 388,5 | 2 160,1 |
De belangrijkste beleidsmatige mutaties, die de begrotingsomvang beïnvloeden, zijn de volgende:
1) Ramingsbijstelling kinderopvang
Op grond van het uitgavenbeeld tot oktober wordt de prognose voor kinderopvangtoeslag in 2009 verhoogd met € 133,0 miljoen. De besparingen op het gebruik van kinderopvang als gevolg van de aanpassing van de ouderbijdragetabel per 1 januari 2009 groeien geleidelijker dan verwacht.
Het ontvangstenbudget wordt verhoogd met € 10,0 miljoen. Een groot deel van de verstrekte voorschotten voor kinderopvangtoeslag voor 2007 wordt in 2009 definitief vastgesteld. Dit leidt tot extra terugvorderingen waarvan naar verwachting € 10,0 miljoen in 2009 zal worden ontvangen.
2) Kinderopvang: prolongatie toeslag
Door onderhoud aan het systeem van de toeslagen is het vanaf december 2009 enige tijd niet mogelijk voor vraagouders hun gegevens in dit systeem aan te passen. Daarom is er voor gekozen de toeslag van alle ouders in het systeem automatisch te prolongeren. Hierdoor zal een aantal ouders ten onrechte toeslag krijgen uitbetaald, die later zal worden teruggevorderd. Het effect hiervan in 2009 wordt geraamd op extra uitgaven van € 25,0 miljoen.
3) Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en Lesgeld
De ramingsbijstelling studiefinanciering heeft een aantal oorzaken. Zo zijn er minder omzettingen voor de basisbeurs en de aanvullende beurs in een gift voor deelnemers in de beroepsopleidende leerweg (bol). Ook is er sprake van minder uitgaven van de aanvullende beurs 1e jaars dan verwacht.
Verder is de raming voor de leenvoorziening/prestatiebeurs (niet relevante uitgaven) verlaagd. Bij de WTOS is er sprake van een kleine meevaller als gevolg van lagere uitgaven WTOS TS 17-. Verder komen de middelen, die in 2009 zijn gereserveerd voor de overgangsfinanciering van de integratie van de WTOS in het kindgebonden budget, niet tot uitputting, aangezien er geen overgangsrecht nodig is gebleken voor specifieke doelgroepen.
De meevaller bij de ontvangsten bestaat ongeveer voor de helft uit renteontvangsten (relevant) en voor de helft uit extra aflossingen (niet relevant).
4) Kasschuif OV-kaart
Een gedeelte van de uitgaven voor de OV-jaarkaart 2010 worden al in 2009 voldaan.
5) Stimuleringsmiddelen
Zie paragraaf 2.2 voor een toelichting van de stimuleringsmiddelen.
6) FES
In het aanvullend beleidsakkoord is beschreven dat het kabinet naast extra uitgaven ter stimulering van de economie ook FES-middelen inzet. In de begroting 2010 zijn er middelen toegekend voor nieuwe projecten die starten in 2009 (waaronder grootschalige researchprojecten en maatschappelijke innovatieprogramma’s). Daarnaast komt een deel van de FES-gelden (waaronder onderwijsbewijs, EVC trajecten en procedures, stichting Kennisnet) niet in 2009 tot besteding. Per saldo daalt de uitgaven- en ontvangstenraming voor 2009 met € 9,8 miljoen.
7) Conciërges
Op basis van de subsidieregeling voor onderwijs ondersteunend personeel (conciërges) hebben ruim 2 500 basisscholen vanaf augustus 2008 onder voorwaarden een voorlopige subsidie ontvangen. Naar nu blijkt hebben circa 500 scholen niet aan de voorwaarden voor het aanstellen van een ondersteuner voldaan, op grond waarvan de subsidie is ingetrokken. Aangezien het openstellen van een subsidieregeling voor een nieuwe tranche pas in 2010 mogelijk is, blijft de realisatie voor 2009 € 10,3 miljoen achter bij de raming.
8) Opleiden in de school
Het aantal studenten dat een aanvraag heeft ingediend voor de «regeling tegemoetkoming opleidingsschool» blijft achter bij de raming. Daarnaast wordt een deel van de tegemoetkoming pas in 2010 betaald, waardoor er een bedrag van € 3,9 miljoen in 2009 niet wordt uitgegeven.
9) Kinderopvang capaciteitsuitbreiding
Voor het bestrijden van knelpunten bij de uitbreiding van de kinderopvangcapaciteit komt € 9,0 miljoen in 2009 niet tot besteding. Dit budget wordt nu ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose 2009 voor kinderopvangtoeslag.
10) Kinderopvang enveloppemiddelen
Van de enveloppemiddelen voor kinderopvang zal een bedrag van € 3,0 miljoen worden ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose 2009 voor kinderopvangtoeslag.
11) Bijstelling ontvangstenraming Schutte
Naar aanleiding van de Commissie Schutte zijn er maatregelen genomen om onterecht uitgekeerde middelen terug te vorderen. Niet alle openstaande vorderingen kunnen echter worden vereffend (onder andere als gevolg van gevoerde rechtszaken), waardoor de ontvangstenraming naar beneden wordt bijgesteld met € 7,5 miljoen.
2.2 Stimuleringsmiddelen aanvullend beleidsakkoord
In het aanvullend beleidsakkoord heeft het kabinet voor 2009 en 2010 extra middelen beschikbaar gesteld ten gunste van de OCW-beleidsterreinen (inclusief aandeel LNV). Tabel 2 geeft een overzicht van de middelen voor 2009, die vervolgens worden toegelicht.
Tabel 2 Stimuleringsmiddelen (x € 1 miljoen)
2009 | |
---|---|
Arbeidsmarkt: jeugdwerkloosheid | |
Stageoffensief kbb’s | 6,0 |
School Ex programma | 9,0 |
Plusvoorziening «overbelaste jongeren» (WRR) (bijdrage J&G) | 0,0 |
Totaal Arbeidsmarkt: jeugdwerkloosheid | 15,0 |
Onderwijs: versterking mbo | |
Opvang conjuncturele effecten in het MBO | 71,5 |
Versterken onderwijsarbeidsmarkt | 9,5 |
Plusvoorziening «overbelaste jongeren» (WRR) | 11,9 |
Uitvoeringskosten CFI | 0,1 |
Totaal Onderwijs: versterking mbo; zij-instromers, werkscholen, wijkscholen | 93,0 |
Kennis: versterking kennisinfrastructuur; tijdelijke inzet kenniswerkers | 42,9 |
Bouw: onderhoud en bouw scholen | |
Energiebesparing en binnenmilieu in het primair onderwijs | 0,0 |
Energiebesparing en binnenmilieu in het voortgezet onderwijs | 0,0 |
Uitvoeringskosten CFI | 0,0 |
Totaal Bouw: onderhoud en bouw scholen | 0,0 |
Totaal op OCW begroting | 150,9 |
Opvang conjuncturele effecten in het MBO (LNV-aandeel) | 3,5 |
Versterken onderwijsarbeidsmarkt (LNV-aandeel) | 0,5 |
Totaal stimuleringsmiddelen 2009 | 154,9 |
Arbeidsmarkt: jeugdwerkloosheid
Uit de enveloppe jeugdwerkloosheid wordt onder andere het stageoffensief van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven bekostigd om voldoende stageplaatsen te behouden zodat mbo-deelnemers hun opleiding kunnen afronden. De acties in dit kader zijn inmiddels allemaal in gang gezet. Ondanks het feit dat het afgelopen jaar de gevolgen van de economische crisis zich voor een aantal sectoren steeds duidelijker aftekenden, blijkt uit de Colo Barometer dat het aanbod aan bpv-plaatsen bij de start van het schooljaar 2009–2010 nog voldoende op peil was. De druk op de beschikbaarheid van bpv-plaatsen neemt echter wel flink toe.
Voor de ontwikkeling van zogenaamde plusvoorzieningen voor overbelaste jongeren, is vanuit het ministerie van Jeugd & Gezin voor 2009 € 15,0 miljoen overgeboekt naar de OCW-begroting. Deze middelen komen echter pas tot besteding in 2010.
Op basis van het aanvullend beleidsakkoord worden extra middelen ingezet voor aanpak van de gevolgen van de economische crisis, onder andere voor het middelbaar beroepsonderwijs.
De mbo-enveloppe wordt voor het overgrote deel ingezet om mbo-gediplomeerden een jaar langer in het onderwijs vast te houden (School Ex programma) en om overstappers van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL, 4 dagen werken en 1 dag per week naar school) naar de beroepsopleidende leerweg (BOL, 4 dagen per week naar school en 1 dag stage lopen) op te vangen.
De doelstelling om 10 000 mbo-gediplomeerden een jaar langer vast te houden wordt hoogstwaarschijnlijk ruim gehaald. De aanvragen van mbo-instellingen voor opvang van de conjuncturele effecten (o.a. substitutie BBL naar BOL) zijn ontvangen en alle middelen worden in 2009 aan de instellingen overgemaakt.
Middelen voor versterking van de aansluiting tussen arbeidsmarkt en beroepsonderwijs, waaronder stimulering van de samenwerking tussen mbo-instellingen en werkplein(plus)vestigingen, zijn toegekend via de lumpsum voor 2009.
Voor de ontwikkeling van zogenaamde plusvoorzieningen voor overbelaste jongeren, is vanuit het aanvullende beleidsakkoord voor 2009 € 30,0 miljoen beschikbaar gekomen. In de OCW-begroting 2010 is al € 15,0 miljoen opgenomen. Daarnaast is er € 15,0 miljoen overgeboekt vanuit het ministerie van Jeugd & Gezin (zie onder de enveloppe jeugdwerkloosheid). Inmiddels is de regeling gepubliceerd en hebben alle 38 RMC regio’s die aanspraak kunnen maken op deze middelen een aanvraag ingediend. Na toetsing worden in november 2009 de beschikkingen verstuurd. OCW heeft ervoor gekozen om een bevoorschottingsritme van 5 keer 20% per kwartaal te hanteren. Dit sluit aan bij de liquiditeitsbehoefte van scholen en voorkomt dat er bij scholen geld op de plank blijft liggen. Als alle aanvragen worden goedgekeurd wordt van de beschikbare € 30,0 miljoen in 2009 € 12,0 miljoen besteed. De rest komt in 2010 tot besteding.
Kennis: versterking infrastructuur; tijdelijke inzet kenniswerkers
Voor deze stimuleringsmaatregelen is € 280,0 miljoen beschikbaar gesteld voor de departementen EZ en OCW. Daarvan is € 100,0 miljoen bestemd voor High Tech Topprojecten en € 180,0 miljoen voor de Kenniswerkersregeling. Tussen de departementen zijn afspraken gemaakt over de verdeling over de respectievelijke begrotingen. Voor OCW geldt een bedrag van € 42,9 miljoen in 2009. In de OCW-begroting 2010 is al € 20,0 miljoen opgenomen. Daarnaast is er € 22,9 miljoen overgeboekt vanuit het ministerie van EZ.
De middelen op de OCW-begroting zijn gelinked aan de Kenniswerkersregeling. In de zomer is een succesvolle eerste ronde geweest, waarbij door de ministers van EZ en OCW € 135,0 miljoen van de beschikbare middelen zijn verplicht voor 128 projecten.
Inmiddels is ook de tweede (en laatste) call gesloten. Hierbij zijn meer dan 120 projecten ingediend en hiervoor resteert een totaal budget van € 45,0 miljoen. Naar verwachting zullen NWO en SenterNovem hun beoordeling rond medio december afronden met een advies, zodat naar verwachting in januari 2010 deze middelen toegekend kunnen worden.
Bouw: onderhoud en bouw scholen
In het aanvullend beleidsakkoord zijn ter stimulering van de economie middelen beschikbaar gesteld voor verbetering van het binnenmilieu, duurzaamheid en energiebesparende maatregelen in schoolgebouwen. Er wordt in totaal € 165,0 miljoen ingezet. Deze middelen zijn beschikbaar voor de sectoren primair en voortgezet onderwijs. Er wordt gevraagd om een cofinanciering door gemeenten of scholen van 40%. Voor het PO was van de ruim € 100,0 miljoen een bedrag van € 26,2 miljoen in 2009 gereserveerd. Dit bedrag wordt doorgeschoven naar 2010. De reden hiervoor is dat gemeenten, in overleg met de scholen, tot 1 januari 2010 een plan kunnen indienen. Per gemeente is bekend gemaakt voor welk bedrag men plannen kan indienen. Door deze inrichting kunnen aanvragen beoordeeld en toegekend worden, zodra deze binnen zijn. Tot op heden zijn er geen aanvragen binnengekomen. Dit heeft te maken met interne planvorming en bijbehorende besluitvormingsprocessen. Dit vergt meer tijd dan verwacht. Aanvragen zullen naar verwachting in december binnenkomen. Vanaf 1 januari 2010 kunnen dan middelen worden toegekend. Voor het VO is van de ruim € 50,0 miljoen een bedrag van € 10,0 miljoen in 2009 gereserveerd. Het betreft een aanvraagregeling voor VO-scholen. Er zijn twee aanvraagmomenten; voor 1 november 2009 en voor 1 januari 2010. Voor de eerste tranche zullen onmiddellijk na 1 november aanvragen beoordeeld en toegekend worden. Er zijn inmiddels enkele aanvragen binnen voor de eerste tranche. De besteding van de middelen zal echter pas in 2010 plaatsvinden. De gereserveerde € 10 miljoen voor 2009 wordt daarom doorgeschoven naar 2010.
2.3 Uitdeling van de loon- en prijsbijstelling
De loonbijstelling tranche 2009 bedraagt € 955,9 miljoen voor 2009. Deze tranche is bij 1e suppletoire begroting geparkeerd op artikel 17 Nominaal en onvoorzien en wordt nu toebedeeld aan de verschillende beleidsterreinen.
De verdeling van de loonbijstelling over de verschillende beleidsartikelen is in de onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 3 Loonbijstelling (bedragen x € 1 000)
Beleidsterreinen OCW | 2009 |
---|---|
Primair onderwijs | 347 905 |
Voortgezet onderwijs | 232 415 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 91 871 |
Hoger beroepsonderwijs | 68 905 |
Wetenschappelijk onderwijs | 94 745 |
Internationaal beleid | 391 |
Onderwijspersoneel | 7 857 |
Studiefinanciering | 2 133 |
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten | 516 |
Lesgelden | 171 |
Cultuur | 16 762 |
Media | 775 |
Onderzoek en wetenschapsbeleid | 28 528 |
Kinderopvang | 57 862 |
Emancipatie | 170 |
Ministerie algemeen | 2 741 |
Inspecties | 1 907 |
Adviesraden | 223 |
Totaal | 955 877 |
De prijsbijstelling tranche 2009 betreft een bedrag van € 183,5 miljoen in 2009. Deze prijsbijstelling is bij voorjaarsnota (1e suppletoire wet 2009) volledig uitgedeeld aan de verschillende beleidsterreinen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 9 111 972 | 9 222 848 | 369 607 | 9 592 455 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 9 113 188 | 9 224 064 | 369 607 | 9 593 671 |
Programma-uitgaven | 9 107 224 | 9 219 164 | 369 509 | 9 588 673 |
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs | 8 793 332 | 8 809 797 | 160 643 | 8 970 441 |
* Personele bekostiging | 7 644 629 | 7 656 430 | 122 629 | 7 779 059 |
* Materiële bekostiging | 1 106 363 | 1 111 043 | 38 917 | 1 149 960 |
* Binnenmilieu | 2 700 | 2 700 | – 185 | 2 515 |
* Onderwijspersoneelsbeleid | 5 493 | 4 718 | – 310 | 4 408 |
* Invoering onderwijsnummer | 5 224 | 5 224 | – 1 234 | 3 990 |
* Godsdienstonderwijs | 5 000 | 5 737 | 0 | 5 737 |
* Versterken positie ouders | 3 494 | 3 517 | – 110 | 3 407 |
* Overig | 20 429 | 20 429 | 936 | 21 365 |
Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit | 38 988 | 56 113 | 2 691 | 58 804 |
* Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten | 25 940 | 25 940 | 304 | 26 244 |
* Leer- en hulpmiddelen | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Excellentie en talentontwikkeling | 3 000 | 2 902 | – 148 | 2 754 |
* Vergroten kwaliteitszorg | 600 | 600 | – 600 | 0 |
* Verbreding techniek in het basisonderwijs | 7 881 | 7 954 | 398 | 8 352 |
* Cultuur en school | 0 | 18 000 | 483 | 18 483 |
* Schoolbegeleiding | 1 298 | 398 | 57 | 455 |
* Overig | 269 | 319 | 2 197 | 2 516 |
Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften | 344 899 | 373 400 | 19 385 | 392 786 |
* Passend onderwijs, WSNS en LGF | 54 405 | 59 417 | 293 | 59 710 |
* Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (o.a. VVE) | 258 282 | 260 321 | 19 844 | 280 165 |
* Segregatie | 1 000 | 450 | 1 412 | 1 862 |
* Onderwijsvoorziening jonggehandicapten | 0 | 22 000 | – 1 354 | 20 646 |
* Faciliteiten zieke leerlingen | 6 571 | 6 571 | 287 | 6 858 |
* Veiligheid op school | 22 844 | 22 844 | 314 | 23 158 |
* Overig | 1 798 | 1 798 | – 1 411 | 387 |
Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school | 28 110 | 29 177 | 9 550 | 38 727 |
* Brede scholen | 15 741 | 21 060 | 9 514 | 30 574 |
* Dagarrangementen en combinatiefuncties | 8 000 | 8 000 | 0 | 8 000 |
* Tussenschoolse opvang | 4 274 | 0 | 0 | 0 |
* Buitenschoolse opvang | 85 | 107 | – 107 | 0 |
* Overig | 10 | 10 | 143 | 153 |
Voorcalculatorische uitdelingen | – 134 558 | – 89 902 | 169 362 | 79 460 |
Programmakosten overig | 36 453 | 40 578 | 7 878 | 48 456 |
* Uitvoeringsorganisatie IBG | 16 629 | 18 412 | 5 898 | 24 310 |
* Uitvoeringsorganisatie CFI | 19 824 | 22 166 | 1 980 | 24 146 |
Apparaatsuitgaven | 5 964 | 4 900 | 98 | 4 998 |
Ontvangsten | 21 936 | 54 237 | 12 052 | 66 289 |
Voor artikel 1 (Primair onderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 369,6 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009. Voor € 380,4 miljoen betreft het technische mutaties, waaronder de toedeling van loonbijstelling van € 347,9 miljoen (zie ook paragraaf 2.3).
De voorcalculatorische post van € 169,4 miljoen bestaat uit de nog wettelijk verplicht uit te keren loon- en prijsbijstellingen. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting per saldo met € 10,8 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 12,1 miljoen gestegen. Het betreft uitsluitend technische mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs
De verhoging van deze operationele doelstelling van per saldo € 160,6 miljoen betreft voornamelijk de bijstelling uit de aanvullende post voor loon- en prijsbijstelling (met € 157,4 miljoen) en andere technische mutaties.
Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit
De verhoging van deze operationele doelstelling van € 2,7 miljoen betreft voornamelijk technische mutaties waar onder loon- en prijsbijstelling.
Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften
De begroting voor deze doelstelling neemt per saldo met ruim € 19,4 miljoen toe, voornamelijk als gevolg van technische mutaties.
Het budget voor passend onderwijs neemt met € 5,3 miljoen toe, onder andere door de compensatie van weglekeffecten AWBZ (€ 2,0 miljoen) en ten gevolge van loon- en prijsbijstellingen. Op deze post zal verder een bedrag van circa € 5,0 miljoen worden doorgeschoven naar 2010 ter dekking van een verwachte budgetoverschrijding in dat jaar. Per saldo stijgt het uitgavenbudget voor passend onderwijs in 2009 dan met€ 293 000.
Op het budget voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid vindt een overboeking plaats van € 20,6 miljoen van het budget voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk (artikel 24) die bestemd is voor voorschoolse educatie.
Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school
Het budget voor brede scholen is met € 11,5 miljoen verhoogd door een toevoeging van middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Deze middelen waren in de 1e suppletoire begroting nog voorzien voor 2010 maar de verwachting is dat deze middelen reeds dit jaar ingezet kunnen worden. In het kader van de budgettaire taakstelling is op het oorspronkelijke budget (niet zijnde FES-middelen) € 2,0 miljoen gekort.
De uitvoeringskosten nemen naar verwachting met € 7,9 miljoen toe. Hierin zijn onder andere begrepen de kosten voor invoering onderwijsnummer, de regeling binnenmilieu en de regeling onderwijsvoorzieningen WIA. Daarnaast vindt een bijstelling plaats voor loon- en prijsontwikkelingen.
De geraamde extra ontvangsten van € 12,1 miljoen betreffen grotendeels de desaldering van FES-middelen ten behoeve van de huisvesting van brede scholen.
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 6 493 710 | 6 538 041 | 218 678 | 6 756 719 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 6 525 202 | 6 569 282 | 217 073 | 6 786 355 |
Programma-uitgaven | 6 520 896 | 6 564 066 | 217 204 | 6 781 270 |
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs | 6 397 784 | 6 438 012 | 220 542 | 6 658 554 |
* Personele en materiële bekostiging | 5 971 943 | 6 001 004 | 217 933 | 6 218 937 |
* Efficiency in het onderwijs (FES) | 2 500 | 6 652 | – 3 400 | 3 252 |
* Onderwijsverzorging | 51 301 | 51 555 | 318 | 51 873 |
* Projecten | 19 500 | 19 584 | 135 | 19 719 |
* Gratis schoolboeken | 320 940 | 322 396 | 5 534 | 327 930 |
* Belangenbeht.dienstverl. ICT (po, vo, be) | 31 600 | 36 821 | 2 236 843 | |
Leerlingen volgen voortgezet onderwijs van hoge kwaliteit | 15 888 | 60 492 | 0 | 60 492 |
* Kwaliteitsprojecten via VO-Raad | 3 867 | 5 492 | 5 492 | |
* Kwaliteitsbeleid vo | 12 021 | 55 000 | 55 000 | |
Leerlingen kunnen zonder drempels het voortgezet onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften | 4 571 | 9 571 | – 7 500 | 2 071 |
* Uitbreiding zorgstructuur naar havo/vwo | 2 071 | 2 071 | 2 071 | |
* Doeltreffendheid hoogbegaafde leerlingen (FES) | 2 500 | 7 500 | – 7 500 | 0 |
Leerlingen ervaren een goede aansluiting tussen onderwijsfases in hun doorlopende leerlijn | 42 000 | 0 | 0 | 0 |
* Innovatiebox VO/LOB | 42 000 | 0 | 0 | |
Leerlingen krijgen een beter leeraanbod gericht op sociale en maatschappelijke vaardigheden | 39 049 | 33 308 | 1 478 | 34 786 |
* Maatschappelijke stage | 39 049 | 33 308 | 1 478 | 34 786 |
Programmakosten-overig | 21 604 | 22 683 | 2 684 | 25 367 |
* Uitvoeringsorganisatie IBG | 12 639 | 13 416 | 1 820 | 15 236 |
* Uitvoeringsorganisatie CFI | 8 965 | 9 267 | 864 | 10 131 |
Apparaatsuitgaven | 4 306 | 5 216 | – 131 | 5 085 |
Ontvangsten | 56 383 | 70 456 | – 7 791 | 62 665 |
Voor artikel 3 (Voortgezet onderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 217,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009.
Voor € 219,5 miljoen betreft het technische mutaties, voornamelijk als gevolg van de uitdeling van de loon- en prijsbijstelling 2009. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 2,4 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 7,8 miljoen gedaald, als gevolg van technische mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs
• Niet volledig indexeren voor de loonbijstelling 2009 van de middelen van het leerplusarrangement en de kwaliteitsagenda voortgezet onderwijs (in totaal voor een bedrag van € 2,7 miljoen).
• Een kasschuif van de middelen voor Onderwijs Bewijs van 2009 naar latere jaren, in totaal voor een bedrag van € 3,4 miljoen. Uit de eerste ronde Onderwijs Bewijs is circa € 11,0 miljoen overgebleven. Deze resterende middelen worden ingezet voor een tweede ronde Onderwijs Bewijs in 2010. Scholen én onderzoeksinstellingen kunnen dan opnieuw projectvoorstellen indienen voor experimenteel onderzoek in het primair en voortgezet onderwijs.
Leerlingen kunnen zonder drempels het voortgezet onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften
• Een kasschuif van de middelen voor Onderwijs Bewijs van 2009 naar latere jaren, in totaal voor een bedrag van € 7,5 miljoen.
De daling van de ontvangsten van € 7,8 miljoen betreft grotendeels de desaldering van FES-middelen, waaronder de middelen voor Onderwijs Bewijs.
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3 327 268 | 3 336 277 | 467 881 | 3 804 158 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 3 311 261 | 3 334 245 | 208 195 | 3 542 440 |
Programma-uitgaven | 3 307 374 | 3 330 378 | 207 909 | 3 538 287 |
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen | 2 802 726 | 2 820 597 | 179 503 | 3 000 100 |
* Bekostiging roc’s/overige regelingen | 2 696 365 | 2 725 153 | 167 910 | 2 893 063 |
* Korting 2e teldatum (coalitieakkoord) | – 38 892 | – 38 892 | 0 | – 38 892 |
* Bekostiging kbb’s | 108 796 | 112 187 | 3 634 | 115 821 |
* School-ex programma | 0 | 0 | 9 000 | 9 000 |
* Overig | 21 457 | 22 149 | – 1 041 | 21 108 |
* Kosten OV MBO-leerlingen jonger dan 18 jaar | 15 000 | 0 | 0 | 0 |
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken | 120 550 | 120 550 | 7 814 | 128 364 |
* Competentiegerichte kwalificatiestructuur | 9 742 | 9 742 | 0 | 9 742 |
* Taal en rekenen | 10 490 | 10 490 | 0 | 10 490 |
* Innovatiearrangement | 20 000 | 20 000 | 0 | 20 000 |
* Innovatiebox | 43 138 | 43 138 | 0 | 43 138 |
* Regeling stagebox | 35 000 | 35 000 | 0 | 35 000 |
* Stage en leerbaanoffensief Kenniscentra | 0 | 0 | 7 000 | 7 000 |
* Overig | 2 180 | 2 180 | 814 | 2 994 |
Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften | 272 815 | 279 721 | 4 735 | 284 456 |
* Leerlinggebonden financiering (LGF) | 22 064 | 26 564 | 1 500 | 28 064 |
* Educatie | 195 743 | 195 743 | 6 299 | 202 042 |
* Aanvalsplan Laaggeletterdheid | 4 000 | 4 000 | 20 | 4 020 |
* Leven Lang Leren en EVC | 24 465 | 26 871 | – 2 651 | 24 220 |
* Schoolmaatschappelijk werk mbo | 15 000 | 15 000 | 0 | 15 000 |
* Overig | 11 543 | 11 543 | – 433 | 11 110 |
Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs | 100 754 | 101 082 | 9 919 | 111 001 |
* RMC’s/GSB | 52 855 | 52 855 | 396 | 53 251 |
* Convenanten met RMC-regio’s | 22 720 | 22 720 | 0 | 22 720 |
* Programmagelden regio’s | 15 180 | 15 180 | 0 | 15 180 |
* Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo | 3 200 | 2 429 | 0 | 2 429 |
* Verbetering melding verzuim | 2 000 | 2 000 | – 2 000 | 0 |
* Plusvoorziening «overbelaste jongeren» | 0 | 0 | 11 900 | 11 900 |
* Overig | 4 799 | 5 898 | – 377 | 5 521 |
Programmakosten-overig | 10 529 | 8 428 | 5 938 | 14 366 |
* Uitvoeringsorganisatie IBG | 3 114 | 3 063 | 3 744 | 6 807 |
* Uitvoeringsorganisatie CFI | 7 415 | 5 365 | 2 194 | 7 559 |
Apparaatsuitgaven | 3 887 | 3 867 | 286 | 4 153 |
Ontvangsten | 10 000 | 10 798 | – 3 104 | 7 694 |
Voor artikel 4 (Beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 208,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009.
Voor € 113,7 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 94,5 miljoen gestegen.
De ontvangsten zijn met € 3,1 miljoen gedaald. Deze daling wordt veroorzaakt door technische mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen
De verhoging van € 179,5 miljoen van deze operationele doelstelling betreft met name:
• de bijstelling uit de aanvullende post voor loonbijstelling tranche 2009 voor roc’s en kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (€ 79,8 miljoen);
• een overboeking van enveloppenmiddelen voor personeelsbeleid uit het 2e kabinet Balkenende van beleidsartikel 9, arbeidsmarkt en personeelsbeleid (€ 8,5 miljoen);
• de afwikkeling van een beroepsprocedure van ROC Eindhoven naar aanleiding van de terugvorderingen door de Commissie Schutte (€ 3,1 miljoen);
• de stimuleringsmiddelen die door het kabinet in het aanvullend beleidsakkoord beschikbaar zijn gesteld voor:
– De opvang van conjunctuureffecten op de deelnemersaantallen in het mbo (€ 71,6 miljoen).
– De versterking van de aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt (€ 9,5 miljoen).
– Het uitvoeren van het school Exit en Extension programma (€ 9,0 miljoen).
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken
Deze operationele doelstelling wordt verhoogd met € 7,8 miljoen. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door de stimuleringsmiddelen die het kabinet in het aanvullend beleidsakkoord beschikbaar heeft gesteld voor het uitvoeren van een «stageoffensief» door de kenniscentra beroepsonderwijs en het bedrijfsleven (€ 7,0 miljoen).
Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften
De verhoging van deze operationele doelstelling met € 4,7 miljoen wordt vooral veroorzaakt door:
• een verhoging van het budget voor leerlinggebonden financiering (€ 1,5 miljoen). Deze verhoging wordt enerzijds veroorzaakt door een verwachte toename van het aantal LGF aanvragen voor het schooljaar 2009/2010. Anderzijds is deze verhoging het gevolg van de aanpassing van de prijs per LGF deelnemer vanaf het schooljaar 2008/2009. Deze vloeit voort uit de prijsverhoging die in het primair en het voortgezet onderwijs zijn doorgevoerd;
• de bijstelling uit de aanvullende post voor de loonbijstelling tranche 2009 op de educatiemiddelen (€ 6,3 miljoen);
• een verlaging van het budget voor Leven Lang Leren en EVC met € 2,7 miljoen. Het gaat met name om middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking die doorgeschoven worden naar 2010.
Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs
De verhoging van deze operationele doelstelling van € 9,9 miljoen is onder andere het saldo van:
• een overboeking van de middelen voor verbetering melding verzuim van € 2,0 miljoen naar het budget van IBG voor de uitvoering van de activiteiten van het verzuimloket;
• stimuleringsmiddelen die door het kabinet in het aanvullend beleidsakkoord beschikbaar zijn gesteld (€ 30,0 miljoen) voor het stimuleren van de inrichting van «plusvoorzieningen» voor overbelaste jongeren. OCW heeft ervoor gekozen om een bevoorschottingsritme van 5 keer 20% per kwartaal te hanteren. Dit sluit aan bij de liquiditeitsbehoefte van scholen en voorkomt dat er bij scholen geld op de plank blijft liggen. Vanwege het bovengenoemde bevoorschottingsritme komt € 18 miljoen niet meer tot besteding in 2009 en wordt daarom doorgeschoven naar 2010. Een klein deel van deze extra middelen (€ 0,1 miljoen) is gereserveerd voor de uitvoeringskosten door CFI. Deze middelen zijn naar het budget van CFI overgeheveld.
De verhoging van het budget voor de uitvoeringsorganisaties CFI en IBG van € 5,9 miljoen wordt onder andere veroorzaakt door de toevoeging van middelen voor de loonbijstelling tranche 2009 en diverse projecten, waaronder een sluitende registratieketen, de vmbo-mailing en de uitvoeringskosten voor de plusvoorzieningen voor overbelaste jongeren.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 9 433 | 10 251 | – 49 | 10 202 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 9 434 | 10 089 | 113 | 10 202 |
Programma-uitgaven | 9 434 | 10 089 | 113 | 10 202 |
* Basissubsidie | 7 000 | 7 000 | 0 | 7 000 |
* Speerpuntsubsidie | 2 134 | 2 789 | 113 | 2 902 |
* Overig | 300 | 300 | 0 | 300 |
Ontvangsten | 9 136 | 9 519 | 277 | 9 796 |
Voor artikel 5 (Technocentra) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 0,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.
Voor € 0,1 miljoen betreft het technische mutaties.
De ontvangsten zijn met € 0,3 miljoen gestegen. Dit wordt veroorzaakt door technische mutaties.
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2 241 242 | 2 290 518 | 224 217 | 2 514 735 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 2 229 452 | 2 248 132 | 74 187 | 2 322 319 |
Programma-uitgaven | 2 223 492 | 2 242 146 | 74 107 | 2 316 253 |
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs | 2 083 717 | 2 112 017 | 72 956 | 2 184 973 |
* Reguliere bekostiging (lumpsum)1 | 2 083 717 | 2 112 017 | 72 956 | 2 184 973 |
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit | 5 285 | 5 285 | 193 | 5 478 |
* Kwaliteitsverbetering docenten | 5 285 | 5 285 | 193 | 5 478 |
Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden | 31 258 | 31 258 | 905 | 32 163 |
* Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum) | 20 162 | 20 162 | 736 | 20 898 |
* Verhogen studierendement Nederlandse studenten met een niet westerse achtergrond (lumpsum) | 8 464 | 8 464 | 301 | 8 765 |
* Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs | 2 400 | 2 400 | 2 400 | |
* Erkenning van verworven competenties | 132 | 132 | – 132 | 0 |
* Emancipatie | 100 | 100 | 100 | |
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa | 88 891 | 78 891 | – 37 | 78 854 |
* Praktijkgericht onderzoek (Raak) | 13 100 | 13 100 | 13 100 | |
* Praktijkgericht onderzoek (lectoren en kenniskringen)2 | 1 210 | 1 210 | 44 | 1 254 |
* Nieuwe hbo-masteropleidingen | 10 081 | 81 | – 81 | 0 |
* Deltaplan bèta/techniek3 | 58 500 | 58 500 | 58 500 | |
* FES: Investeringsagenda bèta en techniek hoger onderwijs | 6 000 | 6 000 | 6 000 | |
Programmakosten-overig4 | 14 341 | 14 695 | 90 | 14 785 |
* Uitvoeringsorganisatie IBG | 9 438 | 10 502 | 2 | 10 504 |
* Uitvoeringsorganisatie CFI | 4 903 | 4 193 | 88 | 4 281 |
Apparaatsuitgaven | 5 960 | 5 986 | 80 | 6 066 |
Ontvangsten | 6 017 | 6 017 | 5 656 | 11 673 |
1 In de middelen voor reguliere bekostiging zijn ook enkele posten voor overige uitgaven verwerkt.
2 In de middelen voor reguliere bekostiging zijn voor lectoren en kenniskringen eveneens middelen opgenomen.
3 De middelen voor het Deltaplan bèta/techniek hebben niet alleen betrekking op het hbo maar zijn onderwijsbreed.
4 De middelen hebben betrekking op de sector hoger onderwijs.
Voor artikel 6 (Hoger beroepsonderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 74,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.
Voor € 74,3 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 0,1 miljoen verlaagd.
De ontvangsten zijn met € 5,7 miljoen gestegen. Voor € 4,4 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van een autonome mutatie zijn de ontvangsten met € 1,3 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs
De verhoging van € 73,0 miljoen op het onderdeel «Reguliere bekostiging (lumpsum)» is met name het gevolg van de toegekende loonbijstelling uit de aanvullende post ad € 67,0 miljoen. In totaal aan loonbijstelling is artikel 6 verhoogd met € 68,9 miljoen (zie paragraaf 2.3).
Daarnaast is er sprake van een verhoging van € 5,8 miljoen voor extra lectoren lerarenopleidingen en voor scholingsmaatregelen hbo-docenten (actieplan «LeerKracht van Nederland»; Tweede Kamer 2007–2008, 27 923, nr. 45).
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3 692 102 | 3 741 866 | 180 400 | 3 922 266 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 3 664 366 | 3 693 180 | 89 290 | 3 782 470 |
Programma-uitgaven | 3 664 366 | 3 693 180 | 89 290 | 3 782 470 |
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs | 3 613 243 | 3 637 385 | 103 163 | 3 740 548 |
* Reguliere bekostiging (lumpsum) | 3 601 922 | 3 626 064 | 102 778 | 3 728 842 |
* Geesteswetenschappen | 2 058 | 2 058 | 70 | 2 128 |
* Alfa/Gamma-onderzoek | 9 263 | 9 263 | 315 | 9 578 |
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit | 36 418 | 41 090 | – 9 041 | 32 049 |
* Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum) | 5 000 | 5 000 | 414 | 5 414 |
* Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs («Ruim baan voor talent») | 0 | 0 | ||
* Excellentie in onderwijs: FES | 10 000 | 14 712 | – 9 948 | 4 764 |
* Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (HSP) | 11 175 | 11 135 | 250 | 11 385 |
* Nederlandse Instituten in het Buitenland (NIB’s), Netherlands Education Support Offices (NESO’s), Beeldmerk | 6 966 | 6 966 | 150 | 7 116 |
* Noodfonds voor internationale hulpacties | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
* Internationale samenwerking en beurzenprogramma’s | 2 277 | 2 277 | 93 | 2 370 |
Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden | 2 581 | 2 581 | 226 | 2 807 |
* Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum) | 2 246 | 2 246 | 76 | 2 322 |
* Verhoging deelname studenten met een handicap | 335 | 335 | 150 | 485 |
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en vice versa | 12 124 | 12 124 | – 5 058 | 7 066 |
* 3 TU’s samenwerking | 12 124 | 12 124 | – 5 058 | 7 066 |
Ontvangsten | 20 082 | 24 794 | – 12 948 | 11 846 |
Voor artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 89,3 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009. Voor € 89,3 miljoen betreft het technische mutaties. De beleidsmatige mutaties bedragen per saldo nul.
De ontvangsten zijn met € 12,9 miljoen gedaald. Deze daling betreft technische mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs
De verhoging van € 102,8 miljoen op het onderdeel «Reguliere bekostiging (lumpsum)» is het gevolg van:
• loonbijstelling uit de aanvullende post ad € 93,9 miljoen (totaal aan loonbijstelling voor artikel 7 is € 94,7 miljoen, zie paragraaf 2.3);
• budgettair neutrale bijstellingen ad € 2,1 miljoen (Homogene Groep Internationale Samenwerking);
• overboekingen tussen de ministeries van LNV en VWS ad € 5,4 miljoen;
• € 1,4 miljoen diverse bijstellingen.
In laatstgenoemd (saldo)bedrag van € 1,4 miljoen is een bedrag van € 3,5 miljoen opgenomen voor gedeeltelijke dekking van de effecten van de invoering van de bachelor-masterstructuur op de financiering van de universiteiten. Van dit bedrag komt een bedrag van € 2,1 miljoen ten laste van het onderdeel «3 TU’s samenwerking» (zie hierna) en een bedrag van € 1,5 miljoen komt ten laste van artikelen buiten artikel 7.
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit
De verlaging van het onderdeel «Excellentie in onderwijs: FES» met € 9,9 miljoen laat zich verklaren door gerealiseerde subsidietoekenningen in het kader van een tweede ronde Sirius Programma in juli 2009. Op basis van deze toekenningen dient de meerjarenraming voor dit programma te worden geactualiseerd en zal het bedrag van € 9,9 miljoen in latere jaren tot uitkering komen.
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en vice versa
De verlaging van het onderdeel «3 TU’s samenwerking» met € 5,1 miljoen is het gevolg van:
• € 3,0 miljoen door een wijziging van het meerjarige kasritme voor het programma Centres of Excellence van de 3TU.Federatie; en
• € 2,1 miljoen toevoeging aan het onderdeel «Reguliere bekostiging (lumpsum)» ter gedeeltelijke dekking van de effecten van de invoering van de bachelor-masterstructuur op de financiering van de universiteiten (zie hiervoor).
Voor het programma Centres of Excellence zal het bedrag van € 3,0 miljoen in latere jaren tot uitkering komen.
De ontvangsten zijn met een bedrag van € 12,9 miljoen gedaald als gevolg van desaldering in verband met FES-projecten als hiervoor bij de operationele doelstellingen toegelicht: een bedrag van € 9,9 miljoen heeft betrekking op het onderdeel «Excellentie in onderwijs: FES», een bedrag van € 3,0 miljoen heeft betrekking op het onderdeel «3 TU’s samenwerking».
Artikel 8. Internationaal Beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 17 970 | 20 591 | – 2 620 | 17 971 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 19 018 | 27 437 | – 2 620 | 24 817 |
Programma-uitgaven | 16 684 | 25 115 | – 3 108 | 22 007 |
Stimuleren van internationalisering, grensoverschrijdende mobiliteit en institutionele samenwerking teneinde de internationale competenties van lerenden, docenten, kunstenaars en wetenschappers te vergroten | 10 773 | 10 763 | 71 | 10 834 |
* Mobiliteitsprogramma’s | 7 509 | 7 787 | 59 | 7 846 |
* Bilaterale samenwerking met andere landen | 3 264 | 2 976 | 12 | 2 988 |
In internationaal verband waarbogen van de OCW-belangen en benutten van internationale kennis voor de kwaliteit van nationaal beleid | 5 911 | 7 022 | 221 | 7 243 |
* OCW-vertegenwoordiging in het buitenland | 1 671 | 2 100 | 2 100 | |
* Participeren in multilaterale organisaties | 3 353 | 3 511 | 3 511 | |
* Stimuleren van internationale uitwisseling van kennis en cultuur, beleidsonderzoek en benchmarking | 887 | 1 411 | 221 | 1 632 |
Het integreren van de BES-eilanden in Nederland voor wat betreft de OCW – beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met de andere landen in het Koninkrijk | 7 330 | – 3 400 | 3 930 | |
* Verbetering van het onderwijs op de BES-eilanden | 6 180 | – 3 200 | 2 980 | |
* Studiefinanciering Nederlandse Antillen en Aruba | 950 | 950 | ||
* Uitvoeringskosten projectdirectie BES | 200 | – 200 | 0 | |
Apparaatsuitgaven | 2 334 | 2 322 | 488 | 2 810 |
Ontvangsten | 99 | 99 | 0 | 99 |
Voor artikel 8 (Internationaal beleid) is sprake van een daling van de uitgaven met € 2,6 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.
Dit bedrag is het saldo van een beleidsmatige verlaging voor de BES-eilanden met € 3,0 miljoen en een verhoging met € 0,4 miljoen aan technische mutaties. De technische mutaties betreffen vrijwel volledig de loonbijstelling 2009.
Toelichting per operationele doelstelling
Het integreren van de BES-eilanden in Nederland voor wat betreft de OCW – beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met de andere landen in het Koninkrijk
De beleidsmatige verlaging heeft bijna volledig betrekking op de operationele doelstelling voor de BES-eilanden. Er zijn toezeggingen gedaan aan de BES-eilanden, dat in totaal € 13,0 miljoen wordt geïnvesteerd in het onderwijs op de BES-eilanden in de jaren 2009 en 2010. Aangezien de besluitvorming tussen de minister en de gedeputeerden over de aanwending van een deel van het budget voor het jaar 2009 begin van het jaar 2010 wordt afgerond, wordt een bedrag van € 3,0 miljoen niet besteed in het jaar 2009. Dit bedrag wordt doorgeschoven van het jaar 2009 naar het jaar 2010 om de toezeggingen gestand te doen.
Daarnaast is in het jaar 2009 binnen artikel 8 een bedrag van € 0,4 miljoen verschoven van de programma-uitgaven voor de BES-eilanden naar de apparaatsuitgaven. Het betreft hier de uitvoeringskosten van de projectdirectie BES.
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 195 839 | 210 108 | – 19 914 | 190 194 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 195 839 | 210 108 | – 21 064 | 189 044 |
Programma-uitgaven | 193 739 | 207 793 | – 21 099 | 186 694 |
Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel | 63 069 | 63 705 | 1 747 | 65 452 |
* Een betere beloning | 29 420 | 29 407 | 600 | 30 007 |
* Arbeidsmarkt | 12 300 | 12 700 | 747 | 13 447 |
* Overig | 21 349 | 21 598 | 400 | 21 998 |
Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit | 128 528 | 141 351 | – 22 884 | 118 467 |
* Een sterker beroep | 78 995 | 92 553 | – 4 084 | 88 469 |
* Een professionelere school | 36 000 | 36 000 | – 10 300 | 25 700 |
* Overig | 13 533 | 12 798 | – 8 500 | 4 298 |
Programmakosten-overig | 2 142 | 2 737 | 38 | 2 775 |
* Uitvoeringsorganisatie IBG | 0 | 800 | 0 | 800 |
* Uitvoeringsorganisatie CFI | 2 142 | 1 937 | 38 | 1 975 |
Apparaatsuitgaven | 2 100 | 2 315 | 35 | 2 350 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 3 500 | 3 500 |
Voor artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid) is sprake van een daling van het uitgavenbudget met € 21,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.
Voor € 6,5 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 14,6 miljoen gedaald.
Op de ontvangsten is nu een bedrag van € 3,5 miljoen opgenomen, het betreft een autonome mutatie.
Toelichting per operationele doelstelling
Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit
• De raming van de uitgaven «Opleiden in de School» is met € 2,3 miljoen verlaagd. In de eerste aanvraagtranche (2009) van de «regeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen» is het aantal opgegeven studenten, bepalend voor de hoogte van de tegemoetkoming, lager dan verwacht. Daarnaast is om de uitgaven voor de regeling meerjarig te laten aansluiten met de begrote bedragen, heeft er een kasschuif van 2009 naar 2010 plaatsgevonden van € 1,6 miljoen.
• Op basis van de subsidieregeling voor onderwijs ondersteunend personeel (conciërges) hebben ruim 2 500 basisscholen vanaf augustus 2008 onder voorwaarden een voorlopige subsidie ontvangen. Naar nu blijkt hebben circa 500 scholen niet aan de voorwaarden voor het aanstellen van een ondersteuner voldaan, op grond waarvan de subsidie is ingetrokken. Aangezien het openstellen van de regeling voor een nieuwe tranche van 500 scholen eerst per 2010 mogelijk is, blijft de realisatie voor 2009 € 10,3 miljoen achter bij de raming.
• Ten behoeve van het personeelsbeleid in de mbo-sector is een bedrag van € 8,5 miljoen naar artikel 4 overgeboekt.
• De raming is met € 0,8 miljoen neerwaarts bijgesteld doordat projectsubsidies en overige uitgaven achterblijven bij de daarvoor geraamde bedragen.
Deze bijstelling houdt verband met ontvangsten ten gevolge van afrekeningen op in 2006 tot en met 2008 verleende subsidies ten behoeve van de «Dieptepilots Opleiden in de School».
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 4 003 492 | 3 626 808 | 37 856 | 3 664 664 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 4 003 492 | 3 626 808 | 37 856 | 3 664 664 |
Programma-uitgaven | 4 003 492 | 3 626 808 | 37 856 | 3 664 664 |
Waarborgen van de algemene financiële toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten | 1 787 311 | 1 511 707 | 132 000 | 1 643 707 |
* Basisbeurs | 1 078 980 | 988 202 | – 21 000 | 967 202 |
* Reisvoorziening | 708 331 | 523 505 | 153 000 | 676 505 |
Waarborgen toegankelijkheid van het onderwijs voor studerenden met minder draagkrachtige ouders | 686 220 | 668 572 | – 61 000 | 607 572 |
* Aanvullende beurs | 686 220 | 668 572 | – 61 000 | 607 572 |
Waarborgen flexibiliteit in de wijze van financiering door de studerende | 1 396 500 | 1 292 000 | – 27 000 | 1 265 000 |
* Bijverdiengrens | 0 | |||
* Leenfaciliteit | 1 396 500 | 1 292 000 | – 27 000 | 1 265 000 |
Overige uitgaven Studiefinanciering | 57 591 | 77 900 | – 6 000 | 71 900 |
Programmakosten-overig | 75 870 | 76 629 | – 144 | 76 485 |
* Uitvoeringsorganisatie IBG | 75 870 | 76 629 | – 144 | 76 485 |
Totaal programma-uitgaven | 4 003 492 | 3 626 808 | 37 856 | 3 664 664 |
– Waarvan relevant | 1 943 892 | 1 703 308 | 109 856 | 1 813 164 |
– Waarvan niet-relevant | 2 059 600 | 1 923 500 | – 72 000 | 1 851 500 |
Apparaatsuitgaven | 0 | |||
Totaal ontvangsten | 466 900 | 501 000 | 40 000 | 541 000 |
* Terugbetalingssysteem van lening naar draagkracht | 412 600 | 430 600 | 40 000 | 470 600 |
* Overige ontvangsten | 54 300 | 70 400 | 0 | 70 400 |
Totaal ontvangsten | 466 900 | 501 000 | 40 000 | 541 000 |
– Waarvan relevant | 225 700 | 249 200 | 22 000 | 271 200 |
– Waarvan niet-relevant | 241 200 | 251 800 | 18 000 | 269 800 |
Voor artikel 11 (Studiefinanciering) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 37,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009. Voor € 109,9 miljoen betreft het autonome en beleidsmatige mutaties (relevante uitgaven). Als gevolg van technische mutaties is de begroting met € 72,0 miljoen gedaald (niet-relevante uitgaven).
De ontvangsten zijn € 40,0 miljoen hoger dan geraamd. Voor € 18,0 miljoen betreft het technische mutaties (niet-relevante ontvangsten). Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties zijn de ontvangsten met € 22,0 miljoen gestegen (relevante ontvangsten).
Toelichting per operationele doelstelling
Waarborgen van de algemene financiële toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten
De uitgavenraming is met € 132,0 miljoen verhoogd. Het relevante deel van deze mutatie bedraagt € 143,0 miljoen. Er is voor € 10,0 miljoen minder aan omzettingen van basisbeurs bol naar gift dan verwacht (prestatiebeurs). Bij de OV-studentenkaart is sprake van een combinatie van mutaties. Er zijn voor de bol € 12,0 miljoen minder relevante uitgaven en omzettingen voor de OV-studentenkaart dan geraamd. Daarnaast wordt een extra deel van de verplichtingen voor de OV-studentenkaart 2010 al in 2009 voldaan: € 165,0 miljoen.
De lagere niet-relevante uitgaven (€ 11,0 miljoen) worden veroorzaakt door minder uitgaven voor de basisbeurs in het hoger onderwijs.
Waarborgen toegankelijkheid van het onderwijs voor studerenden met minder draagkrachtige ouders
De raming van de uitgaven aanvullende beurs is op grond van de actuele uitvoeringsgegevens 2009 met € 61,0 miljoen verlaagd. Hiervan is € 27,0 miljoen relevant, hetgeen voornamelijk het gevolg is van minder omzettingen bol en minder aanvullende beurs eerstejaars bol. De niet-relevante mutatie van € 34,0 miljoen bestaat bijna geheel uit hogere uitgaven voor de aanvullende beurs in zowel het ho als de bol.
Waarborgen flexibiliteit in de wijze van financiering door de studerende
De uitgaven leenvoorziening zijn ten opzichte van de raming met € 27,0 miljoen verlaagd.
Stimuleren van internationale studentenmobiliteit
In de begroting 2009 was een afzonderlijke raming opgenomen voor deze operationele doelstelling. In de realisatie 2009 zijn deze uitgaven niet afzonderlijk geboekt, maar onderdeel van de totale uitgaven bij de instrumenten van de overige operationele doelstellingen (basisbeurs, reisvoorziening, aanvullende beurs en de leenvoorziening).
Overige uitgaven studiefinanciering
De uitgaven worden met € 6,0 miljoen bijgesteld in verband met controleresultaten van de IB-Groep.
Flexibiliteit financiering studerende
De relevante renteontvangsten komen € 22,0 miljoen hoger uit dan geraamd. Daarnaast treedt er een meevaller op bij de niet-relevante aflossingen.
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 210 772 | 199 008 | – 35 079 | 163 929 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 210 772 | 199 008 | – 35 079 | 163 929 |
Financiële toegankelijkheid onderwijs voor leerlingen vo en deelnemers bol | 182 000 | 169 400 | – 35 000 | 134 400 |
* TS 17- | 114 600 | 105 500 | – 35 000 | 70 500 |
* VO 18+ | 66 400 | 62 900 | 62 900 | |
waarvan niet-relevante uitgaven | 700 | 2 500 | 2 500 | |
* TS 18+ vavo | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
Financiële toegankelijkheid onderwijs voor studenten aan de lerarenopleiding | 10 400 | 11 400 | 0 | 11 400 |
* TS 18+ tlo | 10 400 | 11 400 | 11 400 | |
Programma-uitgaven overig | 18 372 | 18 208 | – 79 | 18 129 |
* Uitvoeringsorganisatie IBG | 18 372 | 18 208 | – 79 | 18 129 |
Totaal ontvangsten | 10 500 | 14 000 | 2 000 | 16 000 |
* TS 17- | 3 300 | 6 000 | 6 000 | |
* VO 18+ | 6 600 | 7 200 | 2 000 | 9 200 |
* TS 18+ | 600 | 800 | 800 |
Voor artikel 12 (Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) is sprake van een daling van de uitgaven met € 35,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009. Voor € 0,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 35,0 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 2,0 miljoen gestegen als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
De middelen voor de WTOS die in 2009 gereserveerd zijn voor de overgangsfinanciering van de integratie van de WTOS in het kindgebonden budget (€ 30,0 miljoen) komen niet tot uitputting aangezien er geen overgangsrecht nodig is gebleken voor specifieke doelgroepen. Daarnaast zijn er € 5,0 miljoen minder uitgaven bij de WTOS TS 17-.
De ontvangsten aan VO 18+ zijn met € 2,0 miljoen gestegen ten opzichte van de raming.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 6 098 | 6 049 | – 92 | 5 957 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 6 098 | 6 049 | – 92 | 5 957 |
* Uitvoeringsorganisatie IBG | 6 098 | 6 049 | – 92 | 5 957 |
Ontvangsten lesgeld | 191 200 | 178 300 | 6 000 | 184 300 |
Ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009 zijn de uitgaven met € 0,1 miljoen gedaald. Voor € 0,1 miljoen betreft het technische mutaties.
Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties zijn de ontvangsten met € 6,0 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling
In vergelijking met de raming zijn er € 6,0 miljoen meer lesgeldontvangsten die betrekking hebben op de vorige cursusjaren.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 581 024 | 599 463 | – 12 611 | 586 852 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 926 781 | 945 220 | – 14 123 | 931 097 |
Programma-uitgaven | 870 749 | 885 117 | – 15 642 | 869 475 |
Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten | 533 451 | 586 916 | 17 451 | 604 367 |
* Cultuursubsidies 2009–2012 | 482 981 | 547 439 | 16 742 | 564 181 |
– 4-jarig | 88 306 | 100 351 | 2 686 | 103 037 |
* producerend | 62 350 | 73 654 | 1 978 | 75 632 |
* niet producerend | 25 956 | 26 697 | 708 | 27 405 |
– Langjarig | 283 739 | 290 162 | 8 974 | 299 136 |
* producerend | 253 801 | 261 962 | 8 190 | 270 152 |
waarvan Musea | 149 724 | 152 316 | 6 747 | 159 063 |
* niet producerend | 29 938 | 28 200 | 784 | 28 984 |
– Fondsen | 110 936 | 156 926 | 5 082 | 162 008 |
* Verbreden inzet Cultuur | 50 194 | 32 201 | 610 | 32 811 |
* Internationaal Cultuurbeleid (HGIS) | 276 | 7 276 | 99 | 7 375 |
Behoud en Beheer Cultureel Erfgoed | 175 102 | 187 737 | – 9 923 | 177 814 |
* Subsidies Monumentenzorg | 83 169 | 81 115 | 2 366 | 83 481 |
* Archieven | 24 157 | 24 260 | 1 849 | 26 109 |
* Beelden voor de toekomst | 23 901 | 29 700 | – 5 149 | 24 551 |
* Huisvesting (Technische vervangingsinvesteringen) | 24 290 | 22 965 | 238 | 23 203 |
* Musea (buiten de Cultuursubsidies 2009–2012) | 13 330 | 18 823 | – 4 056 | 14 767 |
* Behoud en Beheer (overig) | 4 955 | 5 802 | – 1 658 | 4 144 |
* Verdrag van Malta en subsidies Archeologie | 1 300 | 5 072 | – 3 513 | 1 559 |
Bibliotheken | 35 142 | 34 379 | – 1 174 | 33 205 |
* Subsidies | 0 | |||
* Provinciale vernieuwingsplannen | 19 000 | 19 000 | – 1 512 | 17 488 |
* RVP blinden en slechtzienden | 14 142 | 13 379 | 338 | 13 717 |
* Programma leesbevordering | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 0 |
Programmakosten overig (w.o. taakstelling en loon- en prijsbijstelling) | 107 661 | 56 056 | – 23 543 | 32 513 |
Nationaal Archief | 19 393 | 20 029 | 1 547 | 21 576 |
Apparaatsuitgaven | 56 032 | 60 103 | 1 519 | 61 622 |
* Bestuursdepartement | 10 771 | 11 509 | – 943 | 10 566 |
* Uitvoeringsdiensten | 45 261 | 48 594 | 2 462 | 51 056 |
Ontvangsten | 23 416 | 32 253 | – 4 456 | 27 797 |
Voor artikel 14 (Cultuur) is sprake van een daling van de uitgaven met € 14,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.
Voor € 0,2 miljoen betreft het een verhoging als gevolg van technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 14,3 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn per saldo met circa € 4,5 miljoen gedaald. Enerzijds is sprake van een afname van € 6,9 miljoen veroorzaakt door technische mutaties als gevolg van desaldering van de middelen van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) voor de projecten Beelden voor de toekomst én het archeologisch bodemonderzoek (Malta). Anderzijds nemen de ontvangsten toe met € 2,2 miljoen als gevolg van desaldering van de ontvangsten op het terrein van Kunsten.
Toelichting per operationele doelstelling
Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten
De verhoging van € 17,5 miljoen is voornamelijk het gevolg van toedeling van de loon en prijscompensatie aan de instellingen en fondsen van het subsidieplan Cultuur.
Behoud en beheer Cultureel Erfgoed
De verlaging van Beelden voor de toekomst wordt veroorzaakt door toevoeging van loon en prijscompensatie voor € 0,7 miljoen en door verlaging van € 5,8 miljoen als gevolg van desaldering van de FES middelen voor Beelden voor de toekomst.
De verlaging van de post musea buiten cultuursubsidies is voornamelijk het gevolg van een kasschuif van € 5,0 miljoen voor het in het jaar 2010 uit te voeren experimenteerproject Gratis Musea.
De verlaging van de post Behoud en Beheer wordt voornamelijk veroorzaakt door overboeking van € 2,0 miljoen naar het ministerie van Buitenlandse zaken en Koninkrijkrelaties voor herbestemming aandachtswijken (VARO) 1e fase.
De verlaging van de post Malta en subsidies Archeologie wordt onder andere veroorzaakt door overboeking van € 2,2 miljoen aan de Rijksdienst Cultureel Erfgoed in verband met de uitvoering van projecten excessieve opgravingen en door de kasschuif van de FES-middelen voor € 1,1 miljoen archeologisch bodemonderzoek (Malta).
Er is sprake van een kasschuif van 2009 naar latere jaren van de middelen samenhangend met de uitvoering van de Bibliotheekinnovatie voor een bedrag van € 1,5 miljoen.
Er is sprake van een tweetal kasschuiven van 2009 naar 2010 en latere jaren:
• Een budgetverschuiving van 2009 naar 2010 van de middelen van de Innovatieregeling en de uitvoeringskosten daarvan voor een totaal bedrag van € 2,7 miljoen;
• Een verschuiving van € 1,1 miljoen Fine-middelen welke zullen worden ingezet voor Filmotech in de komende jaren.
Op dit onderdeel is sprake van de volgende kasschuiven naar latere jaren;
• Een bedrag van € 1,0 miljoen van 2009 naar 2011 betreffende de huisvestingsmiddelen van het Instituut Collectie Nederland;
• En tenslotte een verschuiving van 2009 naar 2010 van de middelen gerelateerd aan de uitstaande wetenschappelijk onderzoeksprojecten én de huisvestingsmiddelen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) van in totaal € 1,7 miljoen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 867 091 | 894 099 | 3 981 | 898 080 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 867 837 | 894 845 | 3 981 | 898 826 |
Programma-uitgaven | 867 837 | 894 845 | 3 981 | 898 826 |
Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-aanbod | 863 491 | 890 150 | 4 286 | 894 436 |
* Financiering publieke omroep | 846 559 | 873 218 | 4 286 | 877 504 |
* Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties | 16 932 | 16 932 | 16 932 | |
Programmakosten-overig | 4 346 | 4 695 | – 305 | 4 390 |
* Overige uitgaven (geen Mediawet) | 4 346 | 4 695 | – 305 | 4 390 |
Ontvangsten | 231 634 | 245 916 | 11 787 | 257 703 |
Voor artikel 15 (Media) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 4,0 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.
Voor € 4,0 miljoen betreft het technische mutaties.
De ontvangsten zijn met € 11,8 miljoen gestegen. Voor € 11,8 miljoen betreft het technische mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
De uitgaven voor financiering van de publieke omroep zijn met € 4,3 miljoen gestegen. Hiervan heeft € 3,0 miljoen betrekking op een vergoeding aan de Nederlandse Publieke Omroep voor het dekken van de bemiddelingskosten, die zijn gemaakt tijdens het privatiseringsproces van de NOB. Dit bedrag is afkomstig van de ontvangen dividend NOB. Een bedrag van € 0,5 miljoen betreft een bijdrage van de directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid ten behoeve van de jonge journalisten.
Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 999 530 | 1 016 618 | 116 458 | 1 133 076 |
Waarvan garantieverplichtingen | 56 036 | 56 036 | 0 | 56 036 |
Totale uitgaven | 1 110 504 | 1 121 592 | 85 243 | 1 206 835 |
Programma-uitgaven | 1 107 222 | 1 118 226 | 85 179 | 1 203 405 |
Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel | 781 521 | 786 924 | 23 437 | 810 361 |
* NWO | 312 949 | 313 109 | 12 528 | 325 637 |
* KNAW | 90 445 | 90 445 | 3 665 | 94 110 |
* Koninklijke Bibliotheek (KB) | 45 319 | 45 319 | 1 110 | 46 429 |
* KNAW bibliotheek | 2 415 | 2 415 | 89 | 2 504 |
* LF TUD bibliotheek | 7 375 | 7 375 | 251 | 7 626 |
* IISG | 279 | 279 | 5 | 284 |
* SURF | 7 270 | 7 270 | 247 | 7 517 |
* CPG | 493 | 493 | 22 | 515 |
* Montesquieu Instituut | 1 032 | 1 032 | 35 | 1 067 |
* NCB | 5 000 | 5 000 | 170 | 5 170 |
* TNO | 192 413 | 194 590 | 4 841 | 199 431 |
* BPRC/Stichting AAP | 9 404 | 9 404 | 193 | 9 597 |
* Nationaal Herbarium | 1 184 | 1 184 | 41 | 1 225 |
* NLR | 893 | 893 | 23 | 916 |
* Deltaris | 2 208 | 2 208 | 57 | 2 265 |
* MARIN | 932 | 932 | 25 | 957 |
* STT | 227 | 227 | 6 | 233 |
* EMBC | 724 | 710 | 0 | 710 |
* EMBL | 3 950 | 3 995 | 0 | 3 995 |
* ESA | 32 732 | 32 732 | 2 100 | 34 832 |
* CERN | 31 335 | 31 335 | 3 985 | 35 320 |
* ESO | 6 500 | 6 820 | 0 | 6 820 |
* NEMO | 3 284 | 3 284 | 84 | 3 368 |
* EG-Liaison | 340 | 340 | 43 | 383 |
* NTU/INL | 3 038 | 3 038 | 39 | 3 077 |
* EIB | 1 254 | 1 254 | 43 | 1 297 |
* Nationale coördinatie | 11 641 | 9 611 | 305 | 9 916 |
* Bilaterale samenwerking | 4 190 | 3 090 | 0 | 3 090 |
* Weerstandsverhoging onderzoekinstellingen (CBRN) | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
* Nader te verdelen | 695 | 6 540 | – 6 470 | 70 |
Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken | 142 806 | 148 157 | 56 474 | 204 631 |
* FES – BSIK | 64 594 | 69 945 | 0 | 69 945 |
* FES-ITER | 0 | 0 | 0 | |
* FES-GATE | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
* FES- grootschalige researchfaciliteiten | 10 162 | 10 162 | 0 | 10 162 |
* FES- Parelsnoer | 7 750 | 7 750 | 0 | 7 750 |
* FES SURF-net | 0 | 0 | 6 800 | 6 800 |
* FES NCB | 0 | 0 | 4 700 | 4 700 |
* FES Hersenen en Cognitie | 0 | 0 | 2 000 | 2 000 |
* Genomics | 36 000 | 36 000 | 36 000 | |
* Kenniswerkers | 0 | 0 | 42 900 | 42 900 |
* Smart-mix | 0 | 0 | 0 | |
* EET | 400 | 400 | 0 | 400 |
* Talentenkracht | 400 | 400 | 0 | 400 |
* Kust- en zeeonderzoek | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
* ASTRON/LOFAR | 2 000 | 2 000 | 74 | 2 074 |
* Grootschalige research infrastructuur | 16 000 | 16 000 | 0 | 16 000 |
* Gezondheidsonderzoek | 1 500 | 1 500 | 0 | 1 500 |
Ruimte voor excellente onderzoekers en excellente wetenschap | 182 613 | 182 609 | 5 264 | 187 873 |
* Vernieuwingsimpuls | 163 613 | 163 609 | 5 264 | 168 873 |
* VI-vrouwencomponent | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
* Talent Mozaik | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
* Talent Rubicon | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
* Aspasia | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
* Toptalent | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
* Graduate schools | 3 000 | 3 000 | 0 | 3 000 |
Programmakosten-overig | 282 | 536 | 4 | 540 |
* Uitvoeringsorganisatie CFI | 282 | 536 | 4 | 540 |
Apparaatsuitgaven | 3 282 | 3 366 | 64 | 3 430 |
Ontvangsten | 194 450 | 201 974 | 14 807 | 216 781 |
Voor artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 85,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.
Voor € 66,4 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 18,9 miljoen gestegen.
De ontvangsten zijn met € 14,8 miljoen gestegen. Deze stijging is volledig technisch van aard.
Toelichting per operationele doelstelling
Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel Ruimte voor excellente onderzoekers en excellente wetenschap.
Onderdeel van de stijging van de technische mutaties bij deze doelstellingen is een bedrag van € 28,3 miljoen in verband met loonprijscompensatie.
Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken
Onderdeel van de stijging van de beleidsmatige mutaties betreft:
• Een bijdrage uit de FES-enveloppe voor maatschappelijke innovatieprogramma’s aan het project hersenen en Cognitie (€ 2,0 miljoen).
• Bijdrage uit de FES-enveloppe voor grootschalige researchinfrastructuur aan het project Surf-net 7 (€ 6,8 miljoen).
• Bijdrage uit de FES-enveloppe voor grootschalige researchinfrastructuur aan de totstandkoming van het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (€ 4,7 miljoen).
• Extra intensiveringen voor maatregelen die moeten bijdragen aan het voorkomen van het dreigende verlies van kennispotentieel als gevolg van de economische crisis, de zogenoemde kenniswerkers. Het totaal beschikbare bedrag van € 280,0 miljoen is verdeeld over de begrotingen van EZ en OCW in 2009 en 2010.
De stijging van de technische mutaties betreft een overboeking van het ministerie van Economische Zaken in verband met de kasgevolgen van de 1e en 2e tender van de zogenoemde kenniswerkers (voor OCW in 2009 € 42,9 miljoen en in 2010 € 97,1 miljoen).
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 24 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2 807 017 | 2 859 377 | 171 454 | 3 030 831 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 2 807 017 | 2 859 377 | 171 454 | 3 030 831 |
Programma-uitgaven | 2 807 017 | 2 859 377 | 171 454 | 3 030 831 |
Kinderopvang is van goede kwaliteit, passend bij de leeftijd, mogelijkheden en behoeften van kinderen | 25 254 | 41 603 | – 1 647 | 39 956 |
* Subsidies | 10 254 | 10 254 | – 4 000 | 6 254 |
* Kwaliteit en opleidingen | 10 000 | 13 155 | 11 297 | 24 452 |
* Taskforce wachtlijsten | 5 000 | 18 194 | – 8 944 | 9 250 |
Kinderen kunnen gebruik maken van kinderopvang zonder financiële drempels voor de ouders | 2 743 973 | 2 768 299 | 214 899 | 2 983 198 |
* Kinderopvangtoeslag | 2 743 973 | 2 768 299 | 214 899 | 2 983 198 |
Harmonisatie regelgeving kinderopvang en peuterspeelzalen om alle kinderen te bereiken die VVE nodig hebben | 36 875 | 48 151 | – 41 800 | 6 351 |
* Harmonisering kinderopvang, peuterspeelzalen en VVE | 36 875 | 48 151 | – 41 800 | 6 351 |
Programmakosten-overig | 915 | 1 324 | 2 | 1 326 |
* Agentschap SZW | 170 | 172 | 2 | 174 |
* Onderzoek | 745 | 745 | 0 | 745 |
* Uitvoeringsorganisatie CFI | 0 | 407 | 0 | 407 |
Apparaatsuitgaven | 0 | |||
Ontvangsten | 726 736 | 726 736 | 10 000 | 736 736 |
Voor artikel 24 (Kinderopvang) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 171,5 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.
Voor € 36,5 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 135,0 miljoen gestegen.
Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties zijn de ontvangsten met € 10,0 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling
Kinderopvang is van goede kwaliteit, passend bij de leeftijd, mogelijkheden en behoeften van kinderen
Van het budget voor subsidies kinderopvang en het bestrijden van knelpunten bij de uitbreiding van de kinderopvangcapaciteit komt € 13,0 miljoen in 2009 niet tot besteding. Hiervan wordt nu € 9,0 miljoen ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose voor kinderopvangtoeslag en € 3,0 miljoen wordt doorgeschoven naar 2010.
Er heeft een overboeking binnen artikel 24 plaatsgevonden van € 11,1 miljoen om uitgaven voor het wetsvoorstel gastouderopvang op de juiste post te boeken.
Kinderen kunnen gebruik maken van kinderopvang zonder financiële drempels voor de ouders
Op grond van het uitgavenbeeld tot oktober wordt de prognose voor kinderopvangtoeslag in 2009 verhoogd met € 133,0 miljoen.
Door onderhoud aan het systeem van de toeslagen is het vanaf december 2009 enige tijd niet mogelijk voor vraagouders hun gegevens in dit systeem aan te passen. Daarom is er voor gekozen de toeslag van alle ouders in het systeem automatisch te prolongeren. Hierdoor zal een aantal ouders ten onrechte toeslag krijgen uitbetaald, die later zal worden teruggevorderd. Het effect hiervan in 2009 wordt geraamd op extra uitgaven van € 25,0 miljoen.
Harmonisatie regelgeving kinderopvang en peuterspeelzalen om alle kinderen te bereiken die VVE nodig hebben
Van de enveloppemiddelen voor kinderopvang komt € 10,0 miljoen niet tot besteding. Hiervan zal een bedrag van € 7,0 miljoen worden doorgeschoven naar 2010. Een bedrag van € 3,0 miljoen wordt ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose voor kinderopvangtoeslag.
Er heeft een overboeking binnen artikel 24 plaatsgevonden van € 11,1 miljoen om uitgaven voor het wetsvoorstel gastouderopvang op de juiste post te boeken.
Er is een bedrag van € 20,6 overgeboekt naar Primair Onderwijs (artikel 1). Deze middelen worden ingezet voor voor- en vroegschoolse educatie bij peuterspeelzalen.
Een groot deel van de verstrekte voorschotten voor kinderopvangtoeslag voor 2007 wordt in 2009 definitief vastgesteld. Dit leidt tot extra terugvorderingen waarvan naar verwachting € 10,0 miljoen in 2009 zal worden ontvangen. Op grond hiervan wordt het ontvangstenbudget verhoogd met € 10,0 miljoen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 16 196 | 14 725 | – 2 184 | 12 541 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totale uitgaven | 16 961 | 17 261 | – 2 184 | 15 077 |
Programma-uitgaven | 14 988 | 15 288 | – 2 317 | 12 971 |
Emancipatie | ||||
Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen | 1 680 | 1 718 | 0 | 1 718 |
Stimuleringsuitgaven: | ||||
* Emancipatie algemeen | 1 180 | 1 218 | 0 | 1 218 |
* Onderzoek | 500 | 500 | 0 | 500 |
Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving | 11 214 | 11 476 | – 2 158 | 9 318 |
Subsidies: | ||||
* Kennisinfrastructuur | 3 000 | 3 000 | 3 000 | |
* Emancipatieprojecten | 8 214 | 8 476 | – 2 158 | 6 318 |
Homo-emancipatie | ||||
Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen | 500 | 500 | 100 | 400 |
Stimuleringsuitgaven: | ||||
* Homo-emancipatie algemeen | 500 | 500 | – 100 | 400 |
Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving | 1 594 | 1 594 | – 59 | 1 535 |
Subsidies: | ||||
* Homo-emancipatie | 1 594 | 1 594 | – 59 | 1 535 |
Apparaatsuitgaven | 1 973 | 1 973 | 133 | 2 106 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voor artikel 25 (Emancipatie) is sprake van een daling van de uitgaven met € 2,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009. Deze verlaging betreft voor € 1,9 miljoen beleidsmatige mutaties. Voor de overige € 0,3 miljoen betreft het enkele technische mutaties.
Artikel 17. Nominaal en Onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – 36 542 | 936 542 | – 936 542 | 0 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Uitgaven | – 36 542 | 936 542 | – 936 542 | 0 |
* Loonbijstelling | 0 | 954 969 | – 954 969 | 0 |
* Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Nader te verdelen | – 36 542 | – 18 427 | 18 427 | 0 |
Ontvangsten | 1 978 | 5 428 | – 5 428 | 0 |
Voor artikel 17 (Nominaal en onvoorzien) is sprake van daling van de uitgaven en verplichtingen met € 936,5 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2009.
Voor € 955,9 miljoen betreft het een daling door technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 19,3 miljoen opgehoogd.
De ontvangsten zijn met € 5,4 miljoen gedaald. Voor € 2,0 miljoen betreft het een stijging door technische mutaties. Als gevolg van autonome mutaties zijn de ontvangsten met € 7,5 miljoen gedaald.
De mutatie op de post loonbijstelling wordt veroorzaakt door de uitdeling van de loonbijstelling tranche 2009 van € 955,0 miljoen. De verdeling naar de verschillende beleidsartikelen is opgenomen in paragraaf 2.3.
De mutatie van € 18,4 miljoen op dit onderdeel wordt grotendeels verklaard door de uitdeling van geparkeerde taakstellingen voor externe inhuur en subsidies en door een aantal kasschuiven op de OCW-begroting.
Naar aanleiding van de Commissie Schutte zijn er maatregelen genomen om onterecht uitgekeerde middelen terug te vorderen. Niet alle openstaande vorderingen kunnen echter worden vereffend (onder andere als gevolg van gevoerde rechtszaken), waardoor de ontvangstenraming naar beneden wordt bijgesteld met € 7,5 miljoen.
Artikel 18. Ministerie Algemeen
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 18 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 122 768 | 133 585 | 10 607 | 144 192 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Uitgaven | 122 768 | 133 585 | 10 607 | 144 192 |
* Bestuursdepartement (niet toe te rekenen uitgaven) | 112 927 | 114 129 | 2 497 | 116 626 |
* Uitvoeringsorganisaties onverdeeld | 9 841 | 19 456 | 8 110 | 27 566 |
Ontvangsten | 567 | 567 | 5 612 | 6 179 |
Het totale budget op artikel 18 is met € 10,6 miljoen verhoogd ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009.
Voor € 12,3 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting per saldo met € 1,7 miljoen gedaald.
De belangrijkste mutatie is de kasschuif t.b.v. de beslissing van het kabinet, om in een gezamenlijke inspanning de archiefachterstanden 1976–2008 weg te werken. Hieraan dragen alle departementen bij. OCW heeft hiervoor € 5,1 miljoen gerealloceerd binnen de apparaatskosten. Tevens is de begroting verhoogd met € 1,5 miljoen, bestemd voor het project Wikiwijs in de onderwijssectoren.
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 62 526 | 65 116 | 3 028 | 68 144 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Uitgaven | 62 526 | 65 116 | 3 028 | 68 144 |
* Erfgoedinspectie | 2 703 | 2 763 | 505 | 3 268 |
* Inspectie van het onderwijs | 59 823 | 62 353 | 2 523 | 64 876 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het totale budget op artikel 19 is verhoogd met een bedrag van € 3,0 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009.
Voor € 3,2 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 0,2 miljoen gedaald.
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 (x € 1 000)
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 | Stand 1e suppletoire begroting 2009 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2009 | Stand 2e suppletoire begroting 2009 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 7 374 | 7 520 | 128 | 7 648 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Uitgaven | 7 374 | 7 520 | 128 | 7 648 |
* Onderwijsraad | 2 626 | 2 681 | 25 | 2 706 |
* Raad voor Cultuur | 3 102 | 3 136 | 68 | 3 204 |
* Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid | 1 646 | 1 703 | 35 | 1 738 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het totale budget op artikel 20 is verhoogd met een bedrag van € 0,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2009. Dit betreft nagenoeg alleen technische mutaties.
I.v.m. het opnieuw afdrukken van de tabel bij Artikel 18, blz. 31. Het eerder als Kamerstuk 32 222 VIII, nr. 2 gepubliceerde Kamerstuk komt hierbij te vervallen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32222-VIII-2-h1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.