nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is zeker te stellen
dat aanspraken op vergoedingen aan politieke ambtsdragers niet overdraagbaar
zijn aan derden en dat daartoe een aantal wetten gewijzigd moet worden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 4 van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen komt
te luiden:
Artikel 4
Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiële voorzieningen op
grond van deze wet worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op
grond van deze wet zijn niet overdraagbaar aan derden.
ARTIKEL II
Na artikel 2a van de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden
Europees Parlement wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2b
Schadeloosstellingen en andere financiële voorzieningen op grond
van de artikelen 2 en 2a worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen
op grond van deze artikelen zijn niet overdraagbaar aan derden.
ARTIKEL III
De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 44 komt te luiden:
Artikel 44
Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiële voorzieningen op
grond van artikel 43 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen
op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden.
B
Na artikel 65 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 65a
Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiële voorzieningen op
grond van artikel 65 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen
op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden.
C
Na artikel 94 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 94a
Vergoedingen en andere financiële voorzieningen op grond van de artikelen
93 en 94 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van
deze artikelen zijn niet overdraagbaar aan derden.
ARTIKEL IV
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 44 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 45
Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiële voorzieningen op
grond van artikel 44 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen
op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden.
B
Na artikel 66 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 66a
Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiële voorzieningen op
grond van artikel 66 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen
op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden.
C
Na artikel 97 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 97a
Vergoedingen en andere financiële voorzieningen op grond van de artikelen
95 tot en met 97 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op
grond van deze artikelen zijn niet overdraagbaar aan derden.
ARTIKEL V
De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 32a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 32b
Vergoedingen en andere financiële voorzieningen op grond van artikel
32a worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van dat
artikel zijn niet overdraagbaar aan derden.
B
Onder vernummering van artikel 44a tot artikel 44b, wordt na artikel 44
een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 44a
Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiële voorzieningen op
grond van artikel 44, eerste lid, worden uitsluitend in persoon uitbetaald.
Vorderingen op grond van deze bepaling zijn niet overdraagbaar aan derden.
C
Na artikel 49 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 49a
Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiële voorzieningen op
grond van artikel 49 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen
op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden.
ARTIKEL VI
De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het recht op uitkering is niet overdraagbaar aan derden.
B
Aan artikel 10 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De uitkering wordt uitsluitend in persoon uitbetaald.
C
Aan artikel 131 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het recht op uitkering is niet overdraagbaar aan derden.
D
Aan artikel 135 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De uitkering wordt uitsluitend in persoon uitbetaald.
ARTIKEL VII
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de zesde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,