Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32211 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32211 nr. 2 |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is prostitutie en seksbedrijven wettelijk te reguleren alsmede de ter zake door gemeenten te stellen regels gedeeltelijk te uniformeren, teneinde meer zicht te krijgen op de seksbranche en misstanden daarbinnen tegen te gaan;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;
prostituee: degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;
registratiebewijs: het bewijs, bedoeld in artikel 6;
seksbedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling;
prostitutiebedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie;
escortbedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie in de vorm van bemiddeling tussen klant en prostituee;
seksinrichting: voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, onderdeel van een seksbedrijf;
exploitant: de natuurlijke persoon of de bestuurder van een rechtspersoon of, indien van toepassing, de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijk persoon, voor wiens rekening en risico een seksbedrijf wordt uitgeoefend;
beheerder: de natuurlijke persoon die door de exploitant is aangesteld voor de feitelijke leiding van een seksbedrijf;
klant: degene die gebruik maakt van de door een exploitant van een prostitutiebedrijf of een prostituee aangeboden seksuele diensten;
advertentie: elke commerciële uiting in een medium, die een seksbedrijf of een prostituee onder de aandacht van het publiek brengt.
Prostitutie vindt uitsluitend plaats door een prostituee die is ingeschreven in het landelijk register van prostituees.
Bij gemeentelijke verordening kunnen regels worden gesteld over de voor publiek waarneembare wijze waarop een in die gemeente werkende prostituee haar werkzaamheden inricht.
1. Er is een landelijk register van prostituees, onder verantwoordelijkheid van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. Een prostituee wordt op haar verzoek ingeschreven in het register, onder een uniek nummer. Het verzoek wordt in persoon gedaan.
3. De inschrijving vindt plaats door tussenkomst van de burgemeester van de gemeente waar de prostituee is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, of van een gemeente als bedoeld in artikel 21, vijfde lid, van de Politiewet 1993.
4. De prostituee die verzoekt om inschrijving, ontvangt schriftelijke informatie over de rechten van prostituees, de risico’s van de voorgenomen werkzaamheden en de mogelijkheden van beëindiging daarvan.
5. Bij het verzoek wordt:
a. een kopie van een geldig identiteitsbewijs, niet zijnde een rijbewijs, alsmede een pasfoto overgelegd;
b. opgave gedaan van de adresgegevens alsmede van het telefoonnummer dat de prostituee in advertenties zal gebruiken.
6. De burgemeester weigert het verzoek tot inschrijving indien:
a. de prostituee nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt;
b. de prostituee in Nederland verblijft of werkt in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000.
7. De bescheiden en gegevens, genoemd in het vijfde lid, worden opgenomen in het register.
1. De registratie geldt voor een periode van drie jaar.
2. De burgemeester, bedoeld in artikel 4, derde lid, doet de registratie tussentijds ongedaan maken:
a. op verzoek van de prostituee;
b. indien onjuiste gegevens zijn overgelegd bij het verzoek;
c. indien de prostituee in Nederland verblijft of werkt in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000.
3. De burgemeester kan de registratie tussentijds ongedaan doen maken indien de prostituee in strijd handelt met artikel 7.
4. De prostituee meldt een wijziging van de gegevens, genoemd in artikel 4, vijfde lid, onder b, zo spoedig mogelijk aan de burgemeester, ter verwerking in het register.
De prostituee ontvangt van de burgemeester, bedoeld in artikel 4, derde lid, een registratiebewijs, met pasfoto en het nummer waaronder zij is ingeschreven in het register.
Een prostituee vermeldt in advertenties het telefoonnummer dat is opgegeven op grond van artikel 4, vijfde lid, onder b, en het nummer, bedoeld in artikel 6.
1. Gegevens uit het register worden uitsluitend verstrekt aan de toezichthouders, bedoeld in artikel 27, alsmede aan de ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak.
2. Gegevens die zijn opgenomen in het register, worden uitsluitend gebruikt voor het toezicht op de naleving van artikel 2.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het register en de inschrijving, bedoeld in artikel 4, de registratie, bedoeld in artikel 5, en het registratiebewijs.
Het is verboden een seksbedrijf uit te oefenen zonder vergunning als bedoeld in artikel 16.
1. Bij gemeentelijke verordening kan, ter bescherming van de openbare orde, de woon- en leefomgeving of de veiligheid en de gezondheid van prostituees of klanten een maximum worden gesteld aan het aantal vergunningen voor een seksbedrijf dat wordt verleend. Een vergunning kan mede voor één seksinrichting worden verleend.
2. Bij gemeentelijke verordening worden regels gesteld over het uitoefenen van een seksbedrijf in de gemeente.
1. Op de aanvraag voor een vergunning voor een seksbedrijf wordt beslist door de burgemeester van de gemeente waar de exploitant zijn bedrijf uitoefent.
2. Indien een onder het seksbedrijf vallende seksinrichting is gelegen in een andere gemeente dan de gemeente, bedoeld in het eerste lid, wordt op de aanvraag beslist door de burgemeester van de gemeente waar de seksinrichting is gelegen.
3. De vergunning wordt voor bepaalde of onbepaalde tijd verleend aan de exploitant en op diens naam gesteld. De vergunning is niet overdraagbaar.
4. De vergunning kan worden verlengd.
1. Bij de aanvraag van een vergunning wordt vermeld voor welke activiteit vergunning wordt gevraagd, wordt opgave gedaan van in ieder geval de volgende gegevens:
a. de persoonsgegevens van de exploitant;
b. het nummer van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;
c. het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend;
d. het adres van een onder het seksbedrijf vallende seksinrichting;
e. het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt.
2. Indien een beheerder is aangesteld, is het eerste lid, onder a en b, van overeenkomstige toepassing op de beheerder.
3. Bij gemeentelijke verordening kunnen regels worden gesteld over:
a. de wijze van indiening van de aanvraag;
b. de overige gegevens of bescheiden die nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag van de vergunning;
c. de procedure bij verlenging van de vergunning.
1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken op de aanvraag van een vergunning.
2. De in het eerste lid gestelde termijn kan door de burgemeester met ten hoogste twaalf weken worden verlengd.
3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
1. Een vergunning wordt geweigerd indien:
a. de exploitant of de beheerder onder curatele staat;
b. de exploitant of de beheerder is ontzet uit het ouderlijk gezag of de voogdij;
c. de exploitant of de beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is;
d. de exploitant of de beheerder de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt;
e. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;
f. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de aanvrager in strijd zal handelen met aan de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften;
g. er aanwijzingen zijn dat voor het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn die nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, het slachtoffer zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000;
h. ingevolge artikel 10, eerste lid, onder a, bij gemeentelijke verordening een maximum is gesteld aan het aantal vergunningen dat wordt verleend en dit maximum is bereikt.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen naast de in het eerste lid gestelde eisen andere eisen worden gesteld ten aanzien van het zedelijk gedrag van de exploitant en de beheerder en kan de in het eerste lid, onder c, gestelde kwalificatie nader worden omschreven.
1. Een vergunning kan worden geweigerd:
a. voor een seksbedrijf waarvoor de vergunning op grond van artikel 17 of artikel 18 is ingetrokken, gedurende een periode van vijf jaar na de intrekking;
b. in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
c. indien niet is voldaan aan de op basis van artikel 12, derde lid, gestelde eisen met betrekking tot de aanvraag.
2. Voordat een vergunning wordt geweigerd met toepassing van het eerste lid, onder b, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
3. Bij gemeentelijke verordening kunnen, ter bescherming van de openbare orde, de woon- en leefomgeving of de veiligheid en de gezondheid van prostituees en klanten, aanvullende gronden voor de weigering van de vergunning voor een seksbedrijf worden gesteld.
1. De vergunning vermeldt in ieder geval:
a. de exploitant;
b. de beheerder;
c. voor welke activiteit de vergunning is verleend;
d. het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend;
e. het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt;
f. het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend;
g. de voorschriften of beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden;
h. de geldigheidsduur van de vergunning;
i. het nummer van de vergunning.
2. De exploitant draagt er zorg voor dat de vergunning of een afschrift daarvan zichtbaar aanwezig is in de seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend, en dat tevens aan de buitenzijde van de seksinrichting zichtbaar is dat hij over een vergunning voor die seksinrichting beschikt.
3. Het is verboden te handelen in strijd met het tweede lid.
De vergunning wordt ingetrokken indien:
a. de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken te zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest;
b. de vergunning in strijd met een wettelijk voorschrift is gegeven;
c. is gehandeld in strijd met de artikelen 19, 20, 21, 22 en 25;
d. zich binnen het seksbedrijf feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar oplevert voor de openbare orde of veiligheid;
e. zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel 14, eerste lid;
f. de vergunninghouder dat verzoekt.
1. De vergunning kan worden geschorst of ingetrokken:
a. indien is gehandeld in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen;
b. indien in verband met gewijzigde wettelijke voorschriften, gewijzigde omstandigheden of gewijzigde inzichten de bescherming van de belangen met het oog waarop het vergunningsvereiste is gesteld, zwaarder wegen dan het belang van de vergunninghouder bij behoud van de vergunning;
c. indien een niet in de vergunning vermelde persoon exploitant of beheerder is geworden;
d. indien is gehandeld in strijd met een of meer van de bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen, onverminderd artikel 17, eerste lid, onder c;
e. in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
2. Voordat een vergunning wordt ingetrokken op grond van het eerste lid, onder d, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
3. Bij gemeentelijke verordening kunnen, ter bescherming van de openbare orde, de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de gezondheid van prostituees of klanten, andere gronden voor de intrekking van de vergunning worden gesteld.
De vergunninghouder meldt elke verandering waardoor zijn seksbedrijf niet langer in overeenstemming is met de op grond van artikel 16 in de vergunning opgenomen gegevens, zo spoedig mogelijk aan de burgemeester. Deze verleent een gewijzigde vergunning, indien het seksbedrijf aan de vereisten voldoet.
Het is verboden ter zake van een aanvraag om een vergunning onjuiste of onvolledige gegevens te verstrekken.
Het is verboden in advertenties voor een seksbedrijf geen vermelding op te nemen van het telefoonnummer, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onder e, en van het nummer, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onder i.
§ 2 Aanvullende bepalingen prostitutiebedrijf
Het is een exploitant verboden een prostituee die niet beschikt over een registratiebewijs, voor zich te laten werken.
Bij gemeentelijke verordening kan, ter bescherming van de openbare orde, de woon- en leefomgeving of de veiligheid en de gezondheid van prostituees of klanten, worden bepaald dat voor het uitoefenen van een prostitutiebedrijf in de gemeente geen vergunning wordt verleend.
1. Een prostitutiebedrijf beschikt over een bedrijfsplan, waarin in ieder geval wordt beschreven welke maatregelen de exploitant treft:
a. op het gebied van hygiëne;
b. ter bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituees;
c. ter bescherming van de gezondheid van de klanten.
2. Het bedrijfsplan wordt overgelegd bij de aanvraag voor een vergunning.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de in het eerste lid, aanhef en onder a en b, bedoelde maatregelen.
4. Bij gemeentelijke verordening kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van het bedrijfsplan.
1. De exploitant dan wel de beheerder is aanwezig gedurende de uren dat het prostitutiebedrijf daadwerkelijk wordt uitgeoefend.
2. De exploitant draagt er zorg voor dat in de bedrijfsadministratie de actuele gegevens zijn opgenomen van de voor het prostitutiebedrijf werkzame prostituees, en dat de bedrijfsadministratie te allen tijde beschikbaar is voor toezichthouders.
3. Het is verboden te handelen in strijd met het eerste en tweede lid.
§ 3 Aanvullende bepalingen escortbedrijf
1. Er is een landelijk register van vergunningen voor een escortbedrijf, onder verantwoordelijkheid van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. De burgemeester die een vergunning voor een escortbedrijf heeft verleend, gewijzigd, geschorst of ingetrokken, meldt dit onverwijld bij het register.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het eerste en tweede lid en over hetgeen wordt opgeslagen in het register.
HOOFDSTUK 4 TOEZICHT EN HANDHAVING
Met het toezicht in een gemeente op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet of bij gemeentelijke verordening zijn belast de bij besluit van de burgemeester van die gemeente aangewezen ambtenaren.
De in artikel 27 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, zonder toestemming van de bewoner een woning binnen te treden waar prostitutie plaatsvindt of waar dit naar hun redelijk vermoeden plaatsvindt.
1. Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft degene die gebruik maakt van seksuele diensten, aangeboden door een prostituee die:
a. geen registratiebewijs voorhanden heeft;
b. werkzaam is voor een exploitant aan wie geen vergunning voor een prostitutiebedrijf is verleend.
2. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
1. Met een geldboete van de eerste categorie wordt gestraft de prostituee die:
a. handelt in strijd met artikel 2;
b. geen registratiebewijs voorhanden heeft;
c. handelt in strijd met artikel 7;
d. werkzaam is voor een exploitant aan wie geen vergunning voor een prostitutiebedrijf is verleend.
2. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
HOOFDSTUK 6 WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN
In de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. wordt in artikel 1, onder c, ingevoegd:
9°. artikel 9 van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche;.
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche, de artikelen 9, 16, derde lid, 20, 21, 22 en 25, derde lid;.
HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Indien van een aanvrager van een vergunning voor een seksbedrijf een vergunning voor een seksbedrijf is ingetrokken in de periode van vijf jaar voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, kan een vergunning worden geweigerd indien nog geen vijf jaar zijn verstreken sinds de intrekking.
Een voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet verleende vergunning voor een seksbedrijf die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet niet is ingetrokken of vervallen, geldt gedurende 28 weken na de inwerkingtreding van deze wet als een vergunning krachtens deze wet. Indien binnen deze periode een aanvraag als bedoeld in artikel 11 is gedaan, blijft deze vergunning van kracht totdat op de aanvraag is beslist.
De artikelen 9 en 21 zijn gedurende 28 weken na inwerkingtreding van deze wet niet van toepassing op een seksbedrijf dat voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet rechtmatig zonder vergunning werd uitgeoefend en sindsdien onafgebroken is voortgezet. Indien binnen deze periode een aanvraag als bedoeld in artikel 11 is gedaan, geldt de buitentoepassing tot het moment dat op de aanvraag is beslist.
De artikelen 2, 7, 22, 29, eerste lid, aanhef en onder a, en 30, eerste lid, aanhef en onder a, b en c, zijn gedurende 28 weken na inwerkingtreding van artikel 4 niet van toepassing.
De artikelen 29, eerste lid, aanhef en onder b, en 30, eerste lid, aanhef en onder d, zijn gedurende twaalf maanden na inwerkingtreding van deze wet niet van toepassing.
Artikel 151a van de Gemeentewet vervalt.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen ervan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Justitie,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32211-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.