nr. 13H1
AMENDEMENT VAN HET LID HARBERS
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel F, vervalt in het tweede lid, onder e, van artikel
5a.8 de zinsnede «en voorzieningen die de toegankelijkheid en studeerbaarheid
voor studenten met een functiebeperking bevorderen».
II
In artikel I, onderdeel J, vervalt in het tweede lid, onder e, van artikel
5a.10a «en voorzieningen die de toegankelijkheid en studeerbaarheid
voor studenten met een functiebeperking bevorderen».
III
In artikel I, onderdeel O, wordt het tweede lid van artikel 5a.13b als
volgt gewijzigd:
1. Aan onderdeel b wordt het woord «en» toegevoegd.
2. Onder het vervangen van de komma aan het slot van onderdeel c
vervalt onderdeel d.
Toelichting
Zorgvuldige besluitvorming omtrent de eisen die aan instellingen worden
gesteld als het gaat om toegankelijkheid voor studenten met een functiebeperking
is nodig. Het rapport dat hier over gaat heeft de Kamer nog maar net ontvangen.
Het onderwerp verdient naar ons oordeel aparte wetgeving en dient niet gehaast
in dit wetsvoorstel te worden geregeld. Daarbij is ook de aan de orde of het
accreditatiestelsel de meest geëigende plaats is om de toegankelijkheid
voor studenten met een functiebeperking te regelen. Dit amendement
regelt derhalve dat de betrokken onderdelen van de nota van wijziging uit
het wetsvoorstel worden geschrapt.
Harbers
BIJLAGE
Advies Actal d.d. 22 maart 2010
Op 19 maart 2010 heeft u ons advies gevraagd over het amendement
(nr. 13) dat u heeft ingediend bij de Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs
en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van het accreditatiestelsel.
Het amendement heeft tot doel om de eisen die aan instellingen worden gesteld
als het gaat om toegankelijkheid voor studenten met een functiebeperking in
aparte wetgeving onder te brengen, anders dan in het accreditatiestelsel.
U geeft daarbij aan dat het onderwerp aparte wetgeving verdient en dat het
niet gehaast in dit wetsvoorstel dient te worden geregeld.
Wij hebben over dit amendement ambtelijk contact gehad met uw fractiemedewerker
en met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Berekening van de lasten
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt dat het op dit
moment nog niet duidelijk is welke maatstaven zullen gelden voor beoordeling
van dit nieuwe onderdeel in de accreditatie. Evenmin is duidelijk welke informatieverplichtingen
daaruit voortvloeien, daarom acht het ministerie een specifieke schatting
nog niet mogelijk. Daarbij wordt expliciet verwezen naar de commissie «maatstaf»,
die binnenkort haar advies zal uitbrengen.
Alternatieven en uitvoering
Uit de informatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
blijkt dat het ministerie nog niet kan overzien welke consequenties het heeft
als de toegankelijkheid voor studenten met een functiebeperking in het accreditatiekader
worden opgenomen. Wij zien het als een cruciale randvoorwaarde dat bij nieuw
beleid (en nieuwe regelgeving) de gevolgen hiervan vooraf worden overwogen.
Als – zoals in dit geval – de hiervoor benodigde informatie nog
niet beschikbaar is, dan verdient het aanbeveling om een beslissing hierover
aan te houden tot een deugdelijke afweging kan worden gemaakt. Het amendement
voorziet in een meer zorgvuldige besluitvorming over dit onderwerp.
Eindoordeel
Wanneer wij een advies over voorgenomen regelgeving uitbrengen, geven
wij een eindoordeel waarin tot uitdrukking komt of het voorstel al dan niet
in gewijzigde vorm doorgang moet vinden. Wij hanteren vier categorieën:
1. Ja.
2. Ja, nadat met onze adviespunten rekening wordt gehouden.
3. Nee, tenzij met onze adviespunten rekening wordt gehouden.
4. Nee.
Wij beogen met een advies met de conclusie «ja, nadat» of «nee,
tenzij» een aanpassing van het voorstel.
Ons eindoordeel over het amendement Harbers (Nr. 13) luidt: ja.
Hoogachtend,
S. R. A. van Eijck,
Collegevoorzitter