32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 41 MOTIE VAN DE LEDEN KOPPEJAN EN JACOBI

Voorgesteld 15 maart 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de handhaving van maximaal motorvermogen van 300 pk in de garnalenvisserij een complexe materie betreft;

overwegende, dat verschillende instrumenten en methodieken zijn beproefd om te komen tot een effectieve handhaving van het motorvermogen, maar dat tot nu toe dit noch in Nederland, noch in andere lidstaten heeft geleid tot een afdoende bruikbare en betrouwbare controlesystematiek;

constaterende, dat de voor 1 maart te ontvangen kabinetsreactie waaronder de uitkomsten van het onderzoek van de werkgroep motorvermogen zoals toegezegd tijdens het overleg van 15 februari 2012 tot op heden nog niet door de Kamer ontvangen is;

van mening, dat het gewenst is dat de werkgroep motorvermogen nader onderzoek doet naar alle mogelijke systematieken tot handhaving van het motorvermogen, waaronder de black box;

roept de regering op de werkgroep motorvermogen ook de bestaande ontwikkelingen, zoals black box, te laten evalueren en daarbij de mogelijkheden te onderzoeken tot een spoedige, brede invoering daarvan binnen een wettelijk kader dan wel een privaat arrangement;

verzoekt de regering daarbij ook nadrukkelijk te kijken naar handhaving met Natuurbeschermingswet 1998-vergunningen;

verzoekt de regering voorts voor het zomerreces de Kamer te informeren over het eindrapport van de werkgroep motorvermogen en in de bijbehorende kabinetsreactie te komen met concrete voorstellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Koppejan

Jacobi

Naar boven