32 199
Wijziging van het Reglement van Orde in verband met het maken van een stenografisch verslag van notaoverleg en algemeen overleg

nr. 1
VOORSTEL

Het Reglement van Orde wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 24, eerste lid, wordt na «taakuitoefening» ingevoegd: met betrekking tot stenografische en beknopte verslagen.

II

In de artikelen 28, onderdeel c, en 123, opschrift en enig lid, wordt «nota-overleg» telkens vervangen door: notaoverleg.

III

In artikel 34, tweede lid, wordt «een nota-overleg waarin moties kunnen worden ingediend,» vervangen door: een notaoverleg.

IV

Artikel 40 wordt vervangen door:

Artikel 40. Notaoverleg

1. Een commissie kan over een in haar handen gesteld stuk een notaoverleg houden.

2. Van een notaoverleg wordt een stenografisch verslag gemaakt. 3. Tijdens een notaoverleg kunnen moties worden ingediend. Artikel 66 is van overeenkomstige toepassing.

V

Artikel 41, derde lid, wordt vervangen door:

3. Van een algemeen overleg wordt een stenografisch verslag gemaakt.

VI

Artikel 44a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift wordt vervangen door:

Artikel 44a. Plenaire behandeling na algemeen overleg (tweeminutendebat)

2. Het eerste lid wordt vervangen door:

1. De beraadslaging over een verslag van een algemeen overleg wordt alleen geopend indien een lid naar aanleiding van dat overleg een motie wenst in te dienen.

3. In het derde lid vervalt «, tweede lid,».

VII

Artikel 45, eerste lid, wordt vervangen door:

1. De dagen en uren waarop een overleg met stenografisch verslag als bedoeld in de artikelen 39, 39a en 40 zal worden gehouden, worden door de Voorzitter vastgesteld.

Toelichting

Algemeen

Dit voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde (RvO) betreft twee onderwerpen.

Allereerst wordt het RvO in overeenstemming gebracht met de reeds geruime tijd bestaande praktijk dat van notaoverleg altijd een stenografisch verslag wordt gemaakt. In artikel 40 wordt nu nog bepaald dat een commissie de Kamer kan verzoeken dat er een stenografisch verslag wordt gemaakt.

Met de tweede wijziging wordt vastgelegd dat van een algemeen overleg een stenografisch verslag wordt gemaakt; het RvO schrijft nu nog een beknopt verslag voor.

Toelichting op de onderdelen

I

Deze bepaling bevat duidelijker dan inde huidige tekst dat nadere voorschriften over het vervaardigen van stenografische en beknopte verslagen zijn opgenomen in het Reglement voor de Dienst Verslag en Redactie.

II

De spelling van het woord «nota-overleg» is in het gehele RvO gewijzigd in «notaoverleg».

III en VI

Deze wijzigingen hangen samen met het gegeven dat van alle notaoverleg een stenografisch verslag wordt gemaakt.

IV

Artikel 40 over het notaoverleg wordt opnieuw vastgesteld. Omdat van alle notaoverleg een stenografisch verslag wordt gemaakt moet de in het bestaande tweede lid vastgelegde hoofdregel (beknopt verslag van notaoverleg) worden aangepast. Het derde lid van het artikel vervalt; het voorschrift dat de Kamer kan besluiten dat een stenografisch verslag wordt gemaakt is overbodig geworden.

V

Dit artikellid bevat het voorschrift dat van een algemeen overleg een stenografisch verslag wordt gemaakt.

VII

Nu ook van algemeen overleg een stenografisch verslag wordt gemaakt is aanpassing nodig van de bepaling dat de Voorzitter dag en uur vaststelt van een overleg met stenografisch verslag. Artikel 45, tweede lid, stelt dat niet meer dan twee van dergelijke overleggen tegelijk kunnen plaatshebben, en in combinatie met een plenaire vergadering slechts één. Het voorstel strekt ertoe dat de regeling van het tweede lid alleen betrekking heeft op stenografisch verslag van wetgevings-, begrotings- en notaoverleg. Deze limitering geldt derhalve niet voor algemeen overleg. Hier speelt het praktische punt mee dat het niet mogelijk zal zijn om bij algemeen overleg telkens reeds enkele uren na sluiting van de vergadering het stenografisch verslag gereed te hebben, zoals het geval is bij ander overleg met stenografisch verslag.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

G. A. Verbeet

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

Naar boven