Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2012
Met deze brief informeer ik u, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
over de wijze waarop het kabinet voornemens is uitvoering te geven aan de door uw
Kamer op 29 maart 2011 aangenomen motie van de leden Haubrich-Gooskens, Vliegenthart,
Böhler, Ten Hoeve, Koffeman, Putters en Meurs (Kamerstukken I 2010/2011, 32 187, letter F). De motie roept op tot het nemen van stappen om te komen tot een verbod op aantoonbare
directe investeringen in de productie, verkoop en distributie van clustermunitie.
Achtergrond
Op 30 mei 2008 kwam te Dublin het Verdrag inzake Clustermunitie1 tot stand. Hiermee wordt het gebruik, maar ook het ontwikkelen, produceren, anderszins
verwerven, opslaan of direct dan wel indirect aan een ander overdragen van clustermunitie
verboden. De Nederlandse Staat heeft dit Verdrag ondertekend en geratificeerd.
Na de ondertekening van het Verdrag is een brede juridische discussie op gang gekomen,
ook in uw Kamer, over de vraag of de introductie van een investeringsverbod wel of
geen deel uitmaakt van de verplichtingen waaraan de partijen bij het Verdrag zich
hebben gecommitteerd. Van internationale consensus hierover is (nog) geen sprake,
maar net als aan het Verdrag zelf ligt ook aan deze discussie de gedachte ten grondslag
dat er een einde moet komen aan het onaanvaardbaar humanitair leed dat clustermunitie
veroorzaakt. Vanuit deze overweging heeft het kabinet daarom besloten om het verzoek
uit de motie Haubrich-Gooskens te ondersteunen en een wettelijk verbod op directe
investeringen in clustermunitie door financiële instellingen te introduceren.
Uitvoering motie
Het verbod zal betrekking hebben op alle directe investeringen in de productie, verkoop
of distributie van clustermunitie. Onder directe investering wordt verstaan het verstrekken
van een lening of kredietlijn, het verwerven van zeggenschap en kapitaalbelang in
een onderneming en het verwerven van een bepaald beleggingsproduct. Voor de definitie
van clustermunitie zal worden verwezen naar het Verdrag inzake Clustermunitie.2 Het verbod zal gaan gelden voor partijen die veel handelen op de financiële markten,
waaronder institutionele beleggers en aanbieders van beleggingsproducten. De reikwijdte
van het verbod zal zich beperken tot nieuwe investeringen.
Het verbod wordt geregeld krachtens de Wet op het financieel toezicht (Wft). In lijn
met de huidige systematiek van de Wft zal de Autoriteit Financiële Markten (AFM) primair
verantwoordelijk worden voor het toezicht op de naleving van het verbod. Een overtreding
van het verbod zal worden gesanctioneerd via het Besluit bestuurlijke boetes financiële
sector (Boetebesluit).
Slot
Het kabinet hecht grote waarde aan het op korte termijn formaliseren van het investeringsverbod,
en streeft er daarom naar om de betreffende regelgeving 1 januari 2013 in werking
te laten treden.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager