32 186 (R1901) Wijziging van verschillende rijkswetten in verband met de verkrijging van de hoedanigheid van land binnen het Koninkrijk door Curaçao en Sint Maarten en de toetreding van Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot het Nederlandse staatsbestel (Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen)

Nr. 18 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE BIJZONDERE GEDELEGEERDE BIKKER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 16

Ontvangen 13 april 2010

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 2.6 wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

B0

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

De Hoge Raad neemt in belastingzaken met betrekking tot Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba kennis van een beroep in cassatie, ingesteld hetzij door de belanghebbende of door Onze Minister van Financiën van onderscheidenlijk Aruba, Curaçao, Sint Maarten of Nederland, hetzij «in het belang der wet» door de procureur-generaal bij de Hoge Raad.

II

In artikel 2.6 wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

Na paragraaf 3 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3a. Cassatie in belastingzaken ingesteld door de belanghebbende of de minister

Artikel 15a

  • 1. De belanghebbende die bevoegd was in belastingzaken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Onze Minister van Financiën van Aruba, Curaçao, Sint Maarten of Nederland kunnen bij de Hoge Raad beroep in cassatie instellen tegen uitspraken in belastingzaken van het Gemeenschappelijk Hof. Tegen andere beslissingen van het Gemeenschappelijk Hof kan slechts tegelijkertijd met het beroep in cassatie tegen de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld.

  • 2. Het beroep kan worden ingesteld binnen twee maanden na dagtekening van het afschrift van de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof.

  • 3. Afdeling 4 van hoofdstuk V, met uitzondering van artikel 28, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Indien verwijzing naar een andere rechter moet plaats hebben, geschiedt deze steeds naar het Gemeenschappelijk Hof.

  • 5. Het Gemeenschappelijk Hof is in het geval, bedoeld in het vierde lid, zoveel mogelijk samengesteld uit rechters die nog niet over de zaak hebben geoordeeld.

III

Artikel 8.3 komt te luiden:

Artikel 8.3

De artikelen van deze rijkswet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Toelichting

De indiener van dit amendement onderschrijft de strekking van het amendement Van Bochove rondom een cassatiemogelijkheid bij belastingzaken op de BES eilanden, maar is evenwel van mening dat de werkingssfeer moet worden uitgebreid tot het hele Koninkrijk. Met dit amendement worden derhalve voor het gehele Koninkrijk de mogelijkheden tot beroep in cassatie bij de Hoge Raad gelijkgetrokken aan de situatie in Nederland, waar beroep in cassatie mogelijk is in burgerlijke zaken, strafzaken en belastingzaken.

De wijziging van de inwerkingtredingsbepaling (artikel 8.3) bewerkstelligt dat het beroep in cassatie in belastingzaken op het daarvoor geëigende moment kan worden ingevoerd.

Bij de formulering van het amendement is uitgegaan van de situatie waarin in belastingzaken is voorzien in de mogelijkheid van hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof.

Bikker

Naar boven