32 180
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Azerbeidzjan tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol; Bakoe, 22 september 2008

nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 21 november 2008 en het nader rapport d.d. 18 september 2009, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 30 oktober 2008, no. 08.003131, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Azerbeidzjan tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol; Bakoe, 22 september 2008, met toelichtende nota.

Het verdrag bevat regels om dubbele belasting te vermijden en het ontgaan van belasting te voorkomen met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen. De Raad onderschrijft de goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij een kanttekening.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 30 oktober 2008, nr. 08.003131, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 21 november 2008, nr. W06.08.0459/III, bied ik U hierbij aan.

1. In artikel XIII, onderdeel 3, van het protocol is opgenomen, dat voor de toepassing van het verdrag de uitdrukking «lijfrente» betekent een vaste som, periodiek betaalbaar op vaste tijdstippen, gedurende een vastgesteld of voor vaststelling vatbaar tijdvak, ingevolge een verbintenis tot het doen van betalingen, welke tegenover een voldoende en volledige tegenprestatie in geld of geldswaarde staat. Deze omschrijving van het begrip «lijfrente» wijkt aanmerkelijk af van hetgeen op grond van artikel 1.7 van de Wet inkomstenbelasting 2001 onder lijfrente wordt verstaan, in het bijzonder omdat in de omschrijving niet is opgenomen dat de uitkeringen uiterlijk bij overlijden eindigen.

In de toelichtende nota is op de omschrijving van het begrip «lijfrente» niet ingegaan.

De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.

1. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de uitdrukking «lijfrente», is de toelichting op dit onderdeel aangevuld (artikel 18).

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

2. Aan de redactionele kanttekeningen is gevolg gegeven.

3. Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt de toelichting op enkele onderdelen aan te vullen. Het betreft de inleiding en de toelichting op de artikelen 2, 10, 13, 25 en 28.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W06.08.0459/III met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– Het opschrift van de toelichtende nota in overeenstemming brengen met het opschrift van het verdrag.

– De toelichtende nota aanvullen aangezien artikel 5, vierde lid, onderdeel e, van het verdrag niet overeenstemt met het Nederlands Standaardverdrag en een toelichting terzake ontbreekt. De toelichtende nota daarnaast aanvullen met een toelichting op artikel IV (inzake artikel 5) van het protocol.

– De toelichtende nota aanvullen met een toelichting op de laatste volzin van artikel VI (inzake artikel 7) van het protocol.

– In de toelichting op artikel 8, tweede lid, onderdeel a, slotzinsnede, van het verdrag, voor de beschrijving van het karakter van de in die slotzinsnede bedoelde voordelen niet de terminologie «incidenteel karakter» gebruiken, maar aansluiten bij de terminologie van het verdrag («voortvloeit uit»).

– In artikel 14, tweede lid, van het Nederlands Standaardverdrag staan «accountants» al vermeld in de opsomming van vrije beroepen. In de laatste alinea van de toelichting op artikel 14 van het verdrag «accountants» vervangen door (in het tweede lid van dit artikel toegevoegde) «registeraccountants».

Naar boven