nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Algemeen
Tijdens het bestuurlijk overleg over de toekomstige staatkundige positie
van Curaçao en Sint Maarten op 2 november 2006 te Den Haag is
overeengekomen dat de beoogde status van Sint Maarten die van land binnen
het Koninkrijk is.1 De regering van het Koninkrijk
zal in het nieuwe land Sint Maarten worden vertegenwoordigd door de Gouverneur
van Sint Maarten. Het onderhavige wetsvoorstel strekt tot het vaststellen
van een Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.
De staatsrechtelijke positie en de hiermee verband houdende bevoegdheden
en verantwoordelijkheden van de Gouverneur van Sint Maarten zullen niet verschillen
van die van de Gouverneur van Aruba of van die van de Gouverneur van de Nederlandse
Antillen. Om deze reden is er in inhoudelijk opzicht geen nieuw reglement
ontworpen en zijn het Reglement voor de Gouverneur van Aruba en het Reglement
voor de Gouverneur van de Nederlandse Antillen bij het onderhavige wetsvoorstel
als uitgangspunt genomen. Hieronder wordt artikelsgewijs toegelicht op welke
punten het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten afwijkt van de Reglementen
voor de Gouverneurs van Aruba en de Nederlandse Antillen. De artikelen die
niet afwijken van bovengenoemde reglementen behoeven geen toelichting.
Artikelsgewijs
Artikel 7
Bloed- of aanverwantschap tot en met de tweede graad of huwelijk mag niet
bestaan tussen de Gouverneur enerzijds en de vice-voorzitter, een overig lid
of een buitengewoon lid van de Raad van Advies, een minister of de Gevolmachtigde
minister anderzijds. Volgens de ontwerp-Staatsregeling van Sint Maarten kan
de Gouverneur het voorzitterschap van de Raad bekleden, zo dikwijls hij dit
nodig oordeelt. Om deze reden wordt in artikel 7 de vice-voorzitter van de
Raad van Advies genoemd en niet de voorzitter. Dit komt overeen met het Reglement
voor de Gouverneur van Curaçao en wijkt af van het Reglement voor de
Gouverneur van Aruba. In Aruba is de Gouverneur geen voorzitter van de Raad
van Advies.
Hiernaast opent de ontwerp-Staatsregeling van Sint Maarten de mogelijkheid tot het benoemen van buitengewone leden van de Raad van Advies.
In artikel 7 worden dan ook, anders dan in de Reglementen voor de Gouverneurs
van Aruba en van Curaçao, de buitengewone leden van de Raad van Advies
genoemd.
Artikel 14, tweede lid
De woorden «bij zijn eerste optreden als zodanig» zijn uit
het tweede lid van artikel 14 geschrapt omdat dit in de praktijk tot de onwenselijke
situatie leidde dat de Gouverneur het land diende te verlaten om de installatie
van zijn waarnemer in de Staten mogelijk te maken.
Artikel 15
derde lid
Voorgesteld wordt om in het Reglement op te nemen dat de Minister-President
en de ministers van het Koninkrijk met de Gouverneur kunnen overleggen. Aangezien
de Gouverneur als Koninkrijksorgaan een rol speelt bij de behartiging van
Koninkrijksaangelegenheden, is het nuttig als er overleg plaatsvindt tussen
de Gouverneurs en de ministers van het Koninkrijk. De minister-president overlegt
met de Gouverneur in zijn hoedanigheid van voorzitter van de raad van ministers
van het Koninkrijk.
vierde lid
De Gouverneur is als koninkrijksorgaan verantwoording verschuldigd aan
de regering van het Koninkrijk en de voor Koninkrijksaangelegenheden verantwoordelijke
ministers. Het is daarom gewenst dat er afstemming plaatsvindt tussen aan
de ene kant de Gouverneur in diens hoedanigheid van koninkrijksorgaan en aan
de andere kant de ministers van het Koninkrijk. Ten minste tweemaal per jaar
voert de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanwege zijn
verantwoordelijkheid voor de waarborgtaak van het Koninkrijk en voor de goede
uitvoering van de reglementen voor de Gouverneurs overleg met de Gouverneur,
de Gouverneur van Aruba en de Gouverneur van Curaçao. Ook andere koninkrijksaangelegenheden
kunnen bij het overleg aan de orde komen, indien en voor zover de Gouverneur
als koninkrijksorgaan een rol speelt bij de behartiging van die aangelegenheden.
In dat geval wordt de minister die binnen de Koninkrijksregering voor de betreffende
Koninkrijksaangelegenheden de verantwoordelijkheid draagt daarvan tijdig op
de hoogte gesteld. De betreffende minister kan vervolgens deelnemen aan het
overleg over de Koninkrijksaangelegenheid in kwestie. Ook kan hij desgewenst
separaat overleg voeren (zie derde lid).
In het overleg zullen alleen aangelegenheden van het Koninkrijk besproken
worden. De Gouverneur neemt deel aan het overleg in zijn hoedanigheid van
vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. De Gouverneur neemt
niet aan het overleg deel in zijn hoedanigheid van hoofd van de landsregering.
In die hoedanigheid zijn de ministers van het land verantwoordelijk.
vijfde lid
De minister-president kan te allen tijde aan het overleg tussen de Gouverneurs
en een minister van het Koninkrijk deelnemen en zit in dat geval de vergadering
voor.
Artikel 24
Aangezien het land Sint Maarten één bestuurslaag zal kennen,
hoeft er in artikel 24 niet worden opgenomen dat de organen van de eilandgebieden
op verzoek van de Gouverneur hun medewerking verlenen bij de uitoefening
van de hem in dit reglement toegekende bevoegdheden. Dit is uiteraard ook
niet opgenomen in het Reglement voor de Gouverneur van Aruba, maar wel in
het Reglement voor de Gouverneur van de Nederlandse Antillen.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten