32 178 (R 1898)
Reglement voor de Gouverneur van Curaçao

nr. 9
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG VAN DE STATEN VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN, RESPECTIEVELIJK ARUBA

Ontvangen 15 maart 2010

Over het Reglement voor de Gouverneur van Curaçao hebben de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba verslag uitgebracht dat op 3 februari, respectievelijk 2 februari, is ontvangen (32 178 (R 1898), nrs. 7 en 8). De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik hebben met belangstelling kennis genomen van de opmerkingen en vragen van verschillende fracties in de beide Staten. In deze nota wordt ingegaan op de gestelde vragen.

De MAN-fractie vraagt waarom in artikel 25 van het onderhavige voorstel van rijkswet verwezen wordt naar een Nederlandse wet uit 1855. De wet waarnaar wordt verwezen in artikel 25 regelt de strafrechtelijke aansprakelijkheid van ministers. Artikel 25 verklaart deze wet voor bepaalde gevallen van toepassing op de Gouverneur. De staatsrechtelijke positie en de hiermee verband houdende bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur van Curaçao zullen niet verschillen van die van de Gouverneur van Aruba of van die van de huidige Gouverneur van de Nederlandse Antillen. Om deze reden zijn het Reglement voor de Gouverneur van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van de Nederlandse Antillen bij het onderhavige wetsvoorstel als uitgangspunt genomen. Wijzigingen zijn alleen aangebracht in het geval dit strikt noodzakelijk is vanwege de staatkundige vernieuwingen. De regering van het Koninkrijk ziet geen reden om op het punt van de vervolgbaarheid van de Gouverneur af te wijken van het bepaalde in de Reglementen voor de Gouverneurs van Aruba en de Nederlandse Antillen.

De MAN-fractie vraagt waarom de Gouverneur op grond van artikel 9 van het onderhavige voorstel van rijkswet niet in één van de Caribische landen tot straf mag worden vervolgd.

Dit artikel is afkomstig uit de bestaande Reglementen voor de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en Aruba die, zoals hiervoor is aangegeven, uitsluitend zijn aangepast voor zover dit noodzakelijk is vanwege de staatkundige vernieuwing.

Achtergrond van de bepaling is de bijzondere positie die de Gouverneur inneemt als vertegenwoordiger van de Koninkrijksregering en als hoofd van de landsregering. Het is wenselijk voor hem een bijzondere voorziening te treffen zodat een eventuele vervolging niet hoeft plaats te vinden binnen zijn voormalige ambtsgebied.

De PAR-fractie heeft slechts één opmerking ten aanzien van het wetsvoorstel. Er staat namelijk nergens omschreven aan welke minimumvereisten iemand moet voldoen om voorgedragen te worden voor de benoeming tot Gouverneur. Welke zijn de criteria en zijn zij ergens vastgelegd? Indien dat laatste het geval is, kunnen de Staten daarvan een afschrift ontvangen?

In artikel 7 van het voorstel van rijkswet is geregeld dat bloed- of aanverwantschap tot en met de tweede graad of huwelijk niet mag bestaan tussen de Gouverneur enerzijds en de ondervoorzitter of een overig lid van de Raad van Advies, een minister of de Gevolmachtigde Minister anderzijds. Verder zijn er geen minimumvereisten of criteria wettelijk vastgelegd. Door middel van procedurele waarborgen wordt ervoor gezorgd dat een nieuwe Gouverneur capabel is. Het is vooral van belang dat de toekomstig Gouverneur aanzien heeft, van onbesproken gedrag is en bij voorkeur niet politiek gebonden is. De procedure bij de benoeming van een nieuwe Gouverneur begint in de praktijk bij de Raad van Ministers van het betrokken Caribische land. Deze selecteert één of meer geschikte kandidaten, waarover door de veiligheidsdienst van de Nederlandse Antillen advies wordt uitgebracht. Vervolgens stuurt de Raad van Ministers een aanbeveling naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doet de voordracht voor de benoeming van de nieuwe Gouverneur en is dus ministerieel verantwoordelijk voor het benoemen van een competent persoon. Voordat de voordracht wordt gedaan, vindt er beraadslaging plaats in de rijksministerraad. Vervolgens wordt de Gouverneur bij Koninklijk Besluit benoemd.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven