32 173 Prinsjesdagstukken

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2015

Hierbij bied ik u de reactie aan op de verzoeken van het lid Van Raak (SP) n.a.v. het stenogram van de Regelingen van Werkzaamheden van 1 (Handelingen II 2014/15, nr. 106, Regeling van werkzaamheden) en 3 september 2015 (Handelingen II 2014/15, nr. 108, Regeling van werkzaamheden).

Tijdens de regelingen van werkzaamheden van 1 en 3 september heeft de heer Van Raak verzocht om openbaarmaking van de begrotingsstukken.

Het kabinet heeft met de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer afspraken gemaakt over verstrekking van de stukken. Zij ontvangen de begrotingsstukken op de vrijdag voor Prinsjesdag onder embargo. Op Prinsjesdag zelf worden de stukken openbaar gemaakt en aan media aangeboden.

In de afgelopen jaren zijn verschillende varianten ten aanzien van de verstrekking van de begrotingsstukken beproefd. Zoals ook de commissie Prinsjesdagstukken in 2010 heeft geconstateerd, is gebleken dat geen van de varianten zonder nadelen is (Kamerstuk 32 173, nr. 2). De huidige afspraak is zorgvuldig en na meerdere gesprekken met beide Kamervoorzitters tot stand gekomen.

Het kabinet gaat uit van de gemaakte afspraken. Hoezeer het eventuele lekkages over de mogelijke inhoud van de begrotingsstukken ook betreurt, het ziet geen aanleiding in te gaan op de verzoeken vanuit de Kamer. Kortheidshalve verwijs ik u verder naar hetgeen ik hierover gisteren in het debat met uw Kamer heb gezegd (Handelingen II 2014/15, nr. 108, Ik-mentaliteit in Nederland).

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

Naar boven