32 163
Verhoging AOW-leeftijd

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2009

Tijdens de regeling van werkzaamheden op 1 oktober heeft de heer Weekers, in aanvulling op een eerder verzoek van mevrouw Sap, een brief gevraagd met daarin een kabinetsreactie op het uitblijven van een SER-advies over de verhoging van de AOW. Daarnaast vraagt de heer Weekers het kabinet om aan te geven hoe het kabinet zal omgaan met zware beroepen en aanvullende pensioenen. Verder vraagt de heer Weekers om het tijdpad van besluitvorming en wanneer het kabinet met het wetsvoorstel over de AOW komt.

In het kader van de afspraken met sociale partners over het sociaal akkoord van april jl. heeft het kabinet aangegeven bereid te zijn om tot 1 oktober te wachten met de definitieve beslissing over de verhoging van de AOW-leeftijd, teneinde de SER in de gelegenheid te stellen een alternatief daarvoor vast te stellen. De SER heeft tot op heden een dergelijk voorstel niet vastgesteld en de SER-voorzitter heeft in een publieke verklaring aangegeven dat er ook geen alternatief komt.

Het kabinet vindt het jammer dat het de partijen in de SER niet gelukt is een alternatief vast te stellen. Implicatie daarvan is dat het kabinet thans overgaat tot afronding van de besluitvorming over de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd en tot voorbereiding van een wetsvoorstel. Op de inhoud van dat voorstel kunnen wij niet ingaan totdat het kabinet daar definitief over heeft beslist en de regering dit heeft ingediend.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Naar boven