Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2019
Conform de toezegging aan uw Kamer informeren wij u, mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken, over ontwikkelingen ten aanzien van de samenwerking tussen Nederland en Indonesië
rondom de drie (gedeeltelijk) verdwenen scheepswrakken in de Javazee, te weten van
de Hr.Ms. De Ruyter, Hr.Ms. Java en de Hr.Ms. Kortenaer.1
Nederland en Indonesië hebben van 12 tot en met 19 juni 2019 een gezamenlijke onderzoeksexpeditie
uitgevoerd op de locaties van de wrakken van deze gezonken oorlogsschepen (tevens
oorlogsgraven) uit de Tweede Wereldoorlog. De expeditie werd namens Nederland geleid
door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Het onderzoek bestond uit een
maritiem-archeologisch onderzoek, uitgevoerd door een voor deze gelegenheid speciaal
samengesteld team van archeologen en specialisten uit Nederland en Indonesië.
Het gaat om een eerder aangekondigd vervolgonderzoek naar de wraklocaties. Nadat in
2016 de (gedeeltelijke) verdwijning van de drie scheepswrakken werd geconstateerd,
is een drie-sporen-onderzoek gestart. Allereerst is het verdwijnen van de wrakken
geverifieerd, vervolgens is onderzocht hoe dit zou hebben kunnen gebeuren en hoe dit
dient te worden geapprecieerd. Momenteel wordt samengewerkt aan het gezamenlijk vormgeven
van een beter beheer van scheepswrakken en oorlogsgraven. Met dit onderzoek wordt
hieraan invulling gegeven.
Het onderzoek brengt de locaties nog beter in beeld dan met eerder onderzoek mogelijk
was. Dit is vooral van belang met het oog op hun bescherming als plaats van herinnering.
De komende tijd worden de onderzoeksdata door de RCE en Defensie geanalyseerd. Indien
dit leidt tot relevante nieuwe inzichten, dan zullen wij uw Kamer hierover informeren.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten