32 155
Voorstel van de leden Van der Staaij, Griffith en Depla tot wijziging van de Regeling parlementair en extern onderzoek

nr. 2
VOORSTEL

In de Regeling parlementair en extern onderzoek wordt na artikel 9 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a

In het kader van parlementair onderzoek als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a, neemt de enquêtecommissie bij de uitoefening van de bij de Wet op de parlementaire enquête 2008 verleende bevoegdheden tegenover de personen en rechtspersonen, genoemd in artikel 14 van die wet, de vereiste zorgvuldigheid in acht.

Toelichting

Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben de initiatiefnemers van de inmiddels in werking getreden Wet op de parlementaire enquête 2008 (de leden Van de Camp, Depla, Griffith en Van der Staaij) een onderhoud gehad met deze minister over de uitvoering van de motie-Rehwinkel c.s. (Kamerstuk 30 415, nr. J). Deze in de Eerste Kamer aangenomen motie geeft in overweging in de Wet op de parlementaire enquête of anderszins een nadere regeling op te nemen van een verschoningsrecht op non-incriminatie (zwijgrecht) alsmede van de binnentredingsbevoegdheid.

In dat gesprek hebben deze initiatiefnemers nogmaals het standpunt van de Kamer naar voren gebracht, te weten dat er thans geen aanleiding is om de Wet op de parlementaire enquête 2008 te wijzigen naar aanleiding van de eerder genoemde motie. Eerst dient enige ervaring met nieuwe wet te worden opgedaan. Op grond daarvan kan worden bepaald of een wetswijziging nodig is; zie Kamerstuk 30 415 nr. 18 en Handelingen II 2007/08, nr. 94, blz. 6664.

Waar de initiatiefnemers en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet over van mening verschillen is dat een enquêtecommissie zorgvuldig dient om te gaan met de haar toegekende bevoegdheden jegens burgers en rechtspersonen. De initiatiefnemers stellen daarom voor dat in de Regeling parlementair en extern onderzoek een bepaling wordt opgenomen waarin een enquêtecommissie in algemene bewoordingen wordt opgedragen op een zorgvuldige wijze om te gaan met de bevoegdheden welke zij jegens burgers en rechtspersonen kan inzetten.

Dit wijzigingsvoorstel strekt tot het opnemen van deze bepaling.

Van der Staaij

Griffith

Depla

Naar boven