nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nadere regels
te stellen met betrekking tot de wijze waarop aanspraken op langdurige zorg
in het buitenland gerealiseerd kunnen worden en de financiering van deze aanspraken
transparant te regelen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1 wordt het eerste lid, onderdeel d, 2° vervangen door:
2°. een organisatorisch verband dat gevestigd is op het grondgebied
van een andere staat en overeenkomstig de wetgeving van die staat rechtmatig
gezondheidszorg verstrekt als bedoeld bij en krachtens artikel 6;.
B
Artikel 10, eerste tot en met derde lid, komen te luiden als volgt:
1. De verzekerde die zijn aanspraak op zorg tot gelding wil brengen,
wendt zich daartoe tot een zorgaanbieder naar eigen keuze, met wie de zorgverzekeraar
waarbij hij is ingeschreven tot dat doel een overeenkomst als bedoeld in artikel
15 heeft gesloten. Een aanspraak als bedoeld in de vorige volzin kan uitsluitend
tot gelding worden gebracht bij een zorgaanbieder die is gevestigd binnen
het grondgebied van de staten behorende tot de Europese Unie, de Europese
Economische Ruimte en Zwitserland.
2. Een verzekerde heeft buiten Nederland, maar binnen het grondgebied van de staten behorende tot de Europese Unie, de Europese Economische
Ruimte en Zwitserland, ook aanspraken op zorg als bedoeld bij en krachtens
artikel 6 van deze wet, niet zijnde zorg met verblijf in een instelling, indien
deze wordt verleend door een zorgaanbieder met wie een zorgverzekeraar geen
overeenkomst heeft gesloten.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald:
a. in welke gevallen en onder welke voorwaarden een verzekerde die
een aanspraak op zorg als bedoeld bij en krachtens artikel 6 van deze wet,
tot gelding wil brengen, zich voor deze zorg kan wenden tot een zorgaanbieder
met wie de zorgverzekeraar geen overeenkomst heeft gesloten;
b. in welke gevallen en onder welke voorwaarden zorg als bedoeld
bij en krachtens artikel 6 van deze wet, buiten het grondgebied van de Europese
Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland kan worden verleend;
c. in welke gevallen en onder welke voorwaarden de verzekerde in
plaats van aanspraak op zorg als bedoeld bij en krachtens artikel 6 van deze
wet, aanspraak heeft op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de voor deze
zorg gemaakte kosten.
C
Artikel 11 vervalt.
D
Aan artikel 15 wordt een zesde lid toegevoegd, luidende:
6. De zorgverzekeraar die een overeenkomst sluit als bedoeld in artikel
10, eerste lid, met een zorgaanbieder buiten Nederland stelt de zorgautoriteit
daarvan in kennis. De zorgverzekeraar is gehouden desgevraagd aan de zorgautoriteit
of aan een door deze aangewezen persoon kosteloos een afschrift van de gesloten
overeenkomst te overleggen.
E
In artikel 16b, eerste lid, wordt na de zinsnede «met iedere instelling»
een zinsnede ingevoegd, luidende: als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel
d, onder 1°,.
ARTIKEL II
Artikel 41 van de Wet toelating zorginstellingen wordt gewijzigd als volgt:
Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid door een
komma, wordt een zinsnede toegevoegd luidende: voor zover het betreft instellingen
die in Nederland werkzaam zijn.
ARTIKEL III
Indien vóór de inwerkingtreding van deze wet een overeenkomst
als bedoeld in artikel 15 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is gesloten
met een in het buitenland gevestigde rechtspersoon die voldeed aan artikel
1, eerste lid, onderdeel d, onder 2°, van die wet zoals dat onderdeel
luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, en die
rechtspersoon niet voldoet aan dat onderdeel zoals dat luidt vanaf de inwerkingtreding
van deze wet, wordt die rechtspersoon gedurende één
jaar na de inwerkingtreding van deze wet geacht een instelling te zijn in
de zin van dat onderdeel, zoals dat luidt vanaf de inwerkingtreding van deze
wet, en blijft de overeenkomst gedurende die periode van kracht, of zoveel
korter als de resterende duur van de overeenkomst korter dan een jaar was.
ARTIKEL IV
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,