nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 24 november 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:
B
Aan artikel 2 wordt een lid, waarvan de nummering aansluit op het laatste
lid van dat artikel, toegevoegd, luidende:
#. Bij samenvoeging van pensioenfondsen als bedoeld in de definitie
van ondernemingspensioenfonds in artikel 1, geldt als voorwaarde dat de afzonderlijke
pensioenfondsen voor de samenvoeging gedurende een periode van ten minste
5 jaar waren verbonden aan een onderneming of groep, tenzij de samenvoeging
plaatsvindt omdat de ondernemingen of groepen waaraan de pensioenfondsen waren
verbonden een onderneming of groep zijn geworden.
B
In artikel I, onderdeel C, en artikel I, onderdeel G, wordt «artikel
123, tweede lid» vervangen door: artikel 123, tweede of derde lid.
C
Artikel I, onderdeel F, komt te luiden:
F
Artikel 123 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid houdt een ondernemingspensioenfonds
dat pensioenregelingen uitvoert voor meerdere ondernemingen of groepen gescheiden
vermogens aan per onderneming of groep.
3. In afwijking van het eerste en, indien van toepassing, het tweede
lid kan een ondernemingspensioenfonds, indien de bij een onderneming of groep
horende pensioenregelingen waren ondergebracht bij verschillende pensioenfondsen
die zijn samengevoegd met het ondernemingspensioenfonds, een gescheiden vermogen
aanhouden voor de pensioenregelingen die voor de samenvoeging bij een afzonderlijk
pensioenfonds waren ondergebracht.
Toelichting
Onderdeel A
Door de redactionele aanpassing van artikel I, onderdeel B, wordt verhelderd
dat de voorwaarde die in dit onderdeel wordt gesteld (5 jaar verbonden zijn
aan een onderneming) zowel wordt gesteld aan ondernemingspensioenfondsen bij
de eerste samenvoeging tot een multi-opf als aan een ondernemingspensioenfonds
dat later wil toetreden tot een al bestaand multi-opf. Op grond van de toevoeging
aan het onderdeel wordt deze voorwaarde niet gesteld indien de samenvoeging
van de ondernemingspensioenfondsen of de latere toetreding een gevolg is van
het feit dat de ondernemingen waaraan de pensioenfondsen zijn verbonden een
(bijdragende) onderneming worden. Het gaat hierbij dus om de situatie dat
twee verschillende ondernemingen, die ieder een eigen ondernemingspensioenfonds
hebben, een onderneming worden.
Onderdeel B en C
Met de voorgestelde wijziging van artikel 123 krijgt een ondernemingspensioenfonds
dat is ontstaan door samenvoeging van meerdere ondernemingspensioenfondsen
en waarbij sprake is vaneen bijdragende onderneming
of groep, de keuze om gescheiden vermogens aan te houden. Hierbij kan het
zowel gaan om de situatie dat twee ondernemingen met eigen ondernemingspensioenfondsen
samengaan en een onderneming worden als om de situatie dat een onderneming
de pensioenregelingen had ondergebracht in meerdere ondernemingspensioenfondsen
die worden samengevoegd.
In een ondernemingspensioenfonds kunnen daarmee de volgende situaties
voorkomen:
– Het ondernemingspensioenfonds voert de pensioenregeling(en)
uit voor een onderneming of groep. Dit pensioenfonds vormt op grond van artikel
123, eerste lid, een financieel geheel.
– Bij het ondernemingspensioenfonds is sprake van samenvoeging
van meerdere ondernemingspensioenfondsen waarbij voor meerdere ondernemingen
of groepen pensioenregelingen worden uitgevoerd. Dit is een multi-opf dat
op grond van artikel 123, tweede lid, (in beginsel) per onderneming of groep
gescheiden vermogens aanhoudt. Dit verplichte ringfencen voorkomt belangconflicten
binnen het bestuur tussen de vertegenwoordigers van de verschillende ondernemingen.
Immers besluiten ten aanzien van de ene regeling hebben geen gevolgen voor
de financiële positie van de andere regeling(en).
– Bij het ondernemingspensioenfonds is sprake van samenvoeging
van meerdere ondernemingspensioenfondsen waarbij voor een onderneming of groep
pensioenregelingen worden uitgevoerd. Dit is eveneens een multi-opf, maar
dat heeft op grond van artikel 123, derde lid, de keuze om gescheiden vermogens
aan te houden voor de pensioenregelingen die voorheen bij een afzonderlijk
ondernemingspensioenfonds waren ondergebracht. Zoals eerder gesteld
kan hiervan sprake zijn wanneer een onderneming of groep van oudsher verschillende
pensioenregelingen kende die in afzonderlijke pensioenfondsen waren ondergebracht
of wanneer twee ondernemingen fuseren die ieder een afzonderlijk pensioenfonds
hadden. Omdat hier sprake is van een bijdragende onderneming of groep hebben
deze multi-opf’en ook de vrijheid om de verschillende pensioenregelingen
een financieel geheel te laten vormen. Belangenconflicten tussen deelnemers
van de verschillende regelingen zullen niet ontstaan omdat alle deelnemers
in dienst zijn van dezelfde onderneming of groep. Het multi-opf wordt daardoor
een pensioenfonds als bedoeld in het eerste lid van artikel 123.
Overigens kan theoretisch ook een combinatie van het bovenstaande ontstaan:
bijvoorbeeld een multi-opf voor twee ondernemingen (gescheiden vermogens per
onderneming op grond van het tweede lid), waarbij een van de twee ondernemingen
het gevolg is van een fusie (de keuze voor gescheiden vermogens binnen het
ondernemingsniveau op grond van het derde lid). Daarom staat in het derde
lid ook dat dit een afwijking van het tweede lid is «indien dit van
toepassing is».
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner