nr. 4
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 16 april 2009 te
Ankara totstandgekomen Aanvullend Akkoord bij het Verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Republiek Turkije overeenkomstig de artikelen 7 en 26
van het Europees Verdrag inzake sociale zekerheid, gesloten op 14 december
1972, en houdende herziening van het Verdrag inzake sociale zekerheid, gesloten
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije op 5 april
1966 ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van
de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 16 april 2009 te Ankara totstandgekomen Aanvullend Akkoord
bij het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije
overeenkomstig de artikelen 7 en 26 van het Europees Verdrag inzake sociale
zekerheid, gesloten op 14 december 1972, en houdende herziening van het
Verdrag inzake sociale zekerheid, gesloten tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de Republiek Turkije op 5 april 1966, waarvan de Franse en de Nederlandse
teksten zijn geplaatst in Tractatenblad 2009, 79, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Buitenlandse Zaken,