32 138 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 46 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT 1 VAN R.B. TE A.2 BETREFFENDE EEN BETALINGSREGELING

Vastgesteld 20 mei 2010

Klacht

Verzoeker klaagt dat de Belastingdienst zijn verzoek tot een betalingsregeling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekering over het jaar 2007 ten onrechte heeft afgewezen.

Feiten

Verzoeker is ondernemer. Aan hem is een aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2007 van € 19 806 opgelegd; door afbetaling bedraagt de belastingschuld nu € 16 509. In augustus 2009 heeft verzoeker uitstel van betaling gevraagd. Hij heeft het voorstel gedaan om maandelijks

€ 500 te betalen zodat de schuld binnen 36 maanden zou zijn afgelost. Op 11 september 2009 heeft hij daartoe een hem toegezonden formulier ingevuld. De ontvanger van de Belastingdienst heeft het verzoek getoetst aan het gewone beleid voor uitstel ingevolge de Leidraad Invordering 2008 en aan het tijdelijk versoepelde invorderingsbeleid. Het verzoek is afgewezen; ook het beroepschrift is door de directeur van de Belastingdienst afgewezen.

Overwegingen

Verzoeker voert aan dat hem ten onrechte geen betalingsregeling voor de belastingschuld is verleend. Hij is van mening dat invordering van het hele bedrag zal leiden tot grote kosten door gedwongen verkoop van zijn huis en openbare verkoop van de inboedel.

De minister stelt zich op het standpunt dat de beslissingen van de ontvanger en de directeur van de Belastingdienst juist zijn omdat voor ondernemers een betalingsregeling met een looptijd van meer dan twaalf maanden volgens vast beleid niet mogelijk is. Omdat verzoeker nu echter in zijn verzoekschrift wat tijd in plaats van 36 maanden heeft gevraagd om zijn schuld in gedeelten af te lossen, heeft de minister de ontvanger van de Belastingdienst gevraagd te bezien of een betalingsregeling binnen de bestaande wet- en regelgeving mogelijk is.

Oordeel van de commissie3

Nu de ontvanger van de Belastingdienst het verzoek om een betalingsregeling opnieuw zal overwegen, is voldoende aan de klacht van verzoeker tegemoetgekomen.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie

Remkes

De griffier van de commissie

De Gier


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL), Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) Anker (CU) en P. Linhard (PvdA) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Neppérus (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).

Naar boven