32 138 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 42 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT 1 VAN J.R. TE O.2 BETREFFENDE KWIJTSCHELDING BELASTINGAANSLAG

Vastgesteld 20 mei 2010

Klacht

Verzoeker klaagt dat zijn verzoek tot kwijtschelding van belastingaanslagen is afgewezen.

Feiten

Verzoeker heeft in 2000 een verplaatsbaar chalet in een recreatiepark gekocht. Hij heeft het perceel waarop het chalet zich bevond, gehuurd. Verzoeker heeft hiervoor een lening afgesloten waarvan hij, door de woorden hypothecaire lening in de brief van de bank, in de veronderstelling verkeerde dat hij een hypothecaire lening had afgesloten. Daarom heeft hij de verschuldigde rente in de aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen in mindering op zijn inkomen gebracht. De Belastingdienst heeft, omdat bleek dat verzoeker geen recht op de aftrek had, navorderingsaanslagen opgelegd. Over het jaar 2007 is op grond van een negatieve voorlopige aanslag overeenkomstig de aangifte teruggave van belasting verleend. De aanslag over 2007 is opgelegd als een correctie op deze onterechte teruggave. Het verschuldigde bedrag op de aanslagen over de jaren 2004, 2005 en 2007 is € 4.259 exclusief kosten en rente. Verzoeker heeft een verzoek tot kwijtschelding van de belastingschuld ingediend. Na afwijzing van dit verzoek heeft hij beroep aangetekend tegen de beschikking. De directeur van de Belastingdienst heeft het beroep afgewezen op de gronden dat de aangifte foutief was ingevuld en dat het bezit van de stacaravan in aanmerking wordt genomen als vermogen. De aanwezigheid van vermogen staat kwijtschelding in de weg.

Overwegingen

Verzoeker voert aan dat hij zijn aangifte te goeder trouw heeft gedaan en door toedoen van het onjuiste advies van de bank de lening als een box 1 lening heeft gekwalificeerd. Hij is van mening dat bij verkoop van de stacaravan overwaarde is te verwachten.

De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat de beschikbare feiten geen aanleiding geven om te veronderstellen dat de (over)waarde van het chalet/de stacaravan lager is dan de openstaande belastingschuld. Ook beschikt verzoeker volgens berekening over een betalingscapaciteit die hoger is dan de belastingschuld.

Oordeel van de commissie3

Niet gebleken is dat de Belastingdienst het verzoek van verzoeker onzorgvuldig heeft behandeld. Verzoeker heeft voldoende betalingscapaciteit om de belastingschuld te betalen; de aanslag corrigeert een ten onrechte verleende teruggave. Dat verzoeker bij de aangifte is afgegaan op een onjuist advies van de bank, kan niet aan de Belastingdienst worden toegerekend. Hiervoor kan de bank aansprakelijk worden gesteld. Ook heeft de Belastingdienst verzoeker een redelijke betalingsregeling verleend die doorloopt totdat de belastingschuld is voldaan.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie

Remkes

De griffier van de commissie

De Gier


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL), Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) Anker (CU) en P. Linhard (PvdA) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Neppérus (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).

Naar boven