32 138 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 39 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT 1 VAN A. L. TE Z. 2 BETREFFENDE KLACHTBEHANDELING BELASTINGDIENST

Vastgesteld 15 april 2010

Klacht

Verzoeker klaagt dat zijn klacht bij de Belastingdienst niet goed is behandeld omdat hij niet is gehoord en omdat hij geen antwoord heeft gehad op zijn eis tot schadevergoeding.

Feiten

Verzoeker heeft op 18 september 2008 een klacht ingediend bij de Belastingdienst over een medewerker en een reeks andere zaken; ook heeft hij schadevergoeding geëist wegens onbehoorlijk handelen van de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft de klacht op 30 oktober 2008 beantwoord; hij heeft het verzoek tot schadevergoeding afgewezen omdat er niet disproportioneel zou zijn gehandeld bij het vragen van inlichtingen op grond van artikel 47 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Verzoeker is niet uitgenodigd voor een hoorgesprek over zijn klacht. Later heeft de Belastingdienst wel herhaaldelijk pogingen gedaan om de relatie met verzoeker te verbeteren door middel van een gesprek. De Belastingdienst is nog steeds bereid tot een hoorgesprek als verzoeker dat ook wil.

Overwegingen

Verzoeker voert aan dat zijn klacht over een medewerker van de Belastingdienst niet goed is behandeld. Hij vindt dat hij had moeten worden gehoord over zijn klacht hierover en dat ambtenaren van de Belastingdienst hun bevoegdheden overschrijden. Ook is hij van mening dat over door hem gestelde schade en aansprakelijkheid geen uitspraak is gedaan.

Oordeel van de commissie3

De Belastingdienst heeft niet zorgvuldig gehandeld door verzoeker niet te horen over zijn klacht, zoals is bepaald in artikel 9:10 van de Algemene wet bestuursrecht. Een hoorgesprek zou gezien de slechte betrekkingen tussen verzoeker en de Belastingdienst, mogelijk hebben bijgedragen aan een vermindering van het conflict. De klacht is wel binnen de wettelijke termijn behandeld. Omdat de Belastingdienst later de bereidheid heeft getoond tot een hoorgesprek en daartoe nog steeds bereid is, is voldoende tegemoetgekomen aan de klacht van verzoeker.

De afwijzing van de eis tot schadevergoeding van verzoeker door de Belastingdienst op de grond dat niet disproportioneel is gehandeld, is niet ter beoordeling van de Kamer. Verzoeker kan zich wenden tot de civiele rechter die immers bevoegd is om te beslissen over de vraag of de Belastingdienst gehouden is de gestelde schade te vergoeden. Dat geldt ook voor het aansprakelijk stellen van een medewerker van de Belastingdienst door verzoeker.

Voor de fiscale geschilpunten tussen verzoeker en de Belastingdienst staat voor verzoeker de weg van bezwaar en beroep open.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,

Remkes

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD), voorzitter, Van Gent (GL), Depla (PvdA), Jager (CDA), ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) Anker (CU) en P. Linhard (PvdA) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Neppérus (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).

Naar boven