32 123 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2010

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2009

Tijdens het Wetgevingsoverleg, d.d. 24 juni 2009, over het Jaarverslag VROM 2008 (31 924 XI, nr. 12) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de verbetering van de financiële functie van VROM alsmede de stand van zaken met betrekking tot een drietal specifieke onderwerpen: afvalfonds, bodemsanering en luchtkwaliteit.

Ik zal in deze brief achtereenvolgens ingaan op deze onderwerpen.

Financiële functie VROM

Zoals al aangegeven bij het Wetgevingsoverleg wil ik de financiële functie van VROM structureel op orde brengen. Met de financiële functie bedoel ik het geheel van verantwoordelijkheden, taken, functies, regels, procedures, processen, systemen, administratie en rapportages van het departement dat wordt ingezet om te zorgen dat het primaire proces en de weerslag daarvan in de financiële administratie rechtmatig en doelmatig geschiedt.

De verbetering wil ik bereiken door een verhoging van het financieel bewustzijn binnen VROM teneinde de naleving van de (interne) procedures te verhogen en (rechtmatigheids)fouten te voorkomen.

Daarbij ga ik uit van de verwachting dat de cultuur daadwerkelijk ten goede zal veranderen als alle betrokkenen, zowel managers als medewerkers, in de financiële functie beschikken over de juiste instrumenten (o.a. kennis en kunde, procedures, ondersteuning, werkinstructies, informatie) om hun verantwoordelijkheden en taken uit te kunnen oefenen. Maar ook dat iedereen aanspreekbaar is, en indien nodig ook aangesproken wordt, op zijn functioneren.

Al de noodzakelijke maatregelen om de financiële functie te verbeteren zijn bijeen gebracht in het Verbeterplan financiële functie dat is bedoeld om het proces van verbetering te kunnen monitoren en bijsturen. Het grootste deel van de maatregelen uit het verbeterplan zal, conform planning, in 2009 zijn afgerond, de daadwerkelijke verbetering van de financiële functie zal voor een deel in 2009 zichtbaar worden en voor een groter deel in 2010 en verder. Alle maatregelen dragen bij aan de noodzakelijke veranderingen zowel met betrekking tot verhogen bewustzijn maar ook ten aanzien van het effectiever en efficiënter maken van de financiële functie. Ze zijn te verdelen in de categorieën: verbetering organisatie en instrumenten en verbeteren sturing binnen de financiële kolom.

Verbetering organisatie en instrumenten

Hieronder vallen de maatregelen die zijn gericht op stroomlijnen en verbeteren van de vormgeving van de financiële functie (organisatorische veranderingen), het effectiever en efficiënter maken van de financieel administratieve processen binnen het kerndepartement en het verbeteren van de te gebruiken instrumenten (o.a. werkinstructies, rapportages e.d.).

Voorbeelden van maatregelen, die inmiddels zijn doorgevoerd, zijn de nieuwe organisatie van de financiële functie, de hierop aangepaste nieuwe financieel administratieve processen, de financiële opleidingen voor medewerkers en directeuren. Maar ook is er al een verbeterslag gemaakt met betrekking tot de financiële administratie.

Verbeteren sturing binnen financiële kolom

Dit gaat over zowel het aanspreekbaar zijn als het aangesproken worden op het functioneren van managers en medewerkers ten aanzien van de verantwoordelijkheden en taken binnen de financiële functie. Voorbeelden van maatregelen die zijn/worden genomen betreft verhogen kennis van de geldende regels en procedures op financieel gebied, verbeteren van de managementinformatie zodat er betere en directere sturing kan plaatsvinden op functioneren, het functioneren op het gebied van de financiële functie is expliciet onderdeel geworden bij de beoordeling van managers binnen VROM.

De verandering van de cultuur op het gebied van de financiële functie zal niet van de ene dag op de andere zijn gerealiseerd. In 2010 zal de gewenste cultuurverandering nadrukkelijk binnen VROM op de agenda blijven staan. Wel is er mijns inziens al een aantal verbeteringen zichtbaar. Voorbeelden hiervan zijn een nieuwe VROM-breed werkende interne controle functie, een verbetering bij het naleven van de betaaltermijn van 30 dagen en een nieuwe managementrapportage waarmee managers sneller worden geïnformeerd over o.a. enkele aspecten van de financiële functie en daardoor sneller kunnen bijsturen.

Stand van zaken op inhoudelijke dossiers:

Tijdens het Wetgevingsoverleg Jaarverslag 2008 heeft uw Kamer mij gevraagd om in deze brief eveneens in te gaan op de stand van zaken met betrekking tot de bodemsanering, de Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit en het Afvalfonds. Hierna komen deze onderwerpen achtereenvolgens aan de orde.

Bodemsanering

In 2010 zullen de budgetten voor de aanpak van bodemverontreiniging (geleidelijk) gedecentraliseerd worden. De Wbb-bijdrage gaat per 1 januari 2010 over naar de Decentralisatie-Uitkering Bodem (DUB). Voor het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing geldt dat deze vanaf 2011 overgaat naar een Decentralisatie-Uitkering.

De nieuwe financieringswijze via het gemeente- en provinciefonds met de daaraan verbonden bestedingsvrijheid heeft gevolgen voor de correcte afwikkeling van het laatste meerjarenprogramma voor bodemsanering (periode 2005–2009) en voor het plan dat daarvoor is opgesteld. Vanaf 2010 vereist het Rijk niet meer dat er een meerjarenprogramma geschreven wordt voor de DUB. Er zullen geen nieuwe afspraken over te leveren prestaties in termen van bodemprestatie-eenheden worden gemaakt. Wel zullen de afspraken leidend zijn uit het convenant «Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties», dat op 10 juli 2009 door de Minister van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de vertegenwoordigers van het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen is ondertekend. Hierbij zijn afspraken gemaakt over de aanpak van spoedlocaties, het benutten van kansen in de ondergrond en een verdere integratie van het bodembeleid met het energie-, water- en ruimtelijk ordeningsbeleid.

Om de overgang van de bijdrageregeling Wbb naar een decentralisatie-uitkering goed te laten verlopen, is een overgangsbeleid voor de afwikkeling van de meerjarenprogramma’s 2005–2009 bepaald. Het overgangsbeleid heeft betrekking op twee onderwerpen: het (bodemsanerings)budget dat is toegekend voor de uitvoering van het meerjarenprogramma Wbb in de periode 2005 tot en met 2009 en de prestaties (uitgedrukt in bodemprestatie-eenheden oftewel b.p.e.) die daarvoor geleverd zouden worden. Het beleid is er op gericht om binnen het bestaande kader van de Wbb ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk van de geplande milieudoelen c.q. bodemprestaties gerealiseerd worden, ook als aan het eind van de programmaperiode nog niet alle te leveren prestaties zijn gerealiseerd. Het terugvorderen van toegekende budgetten is alleen aan de orde als er geen zicht is op het alsnog realiseren van de nog te leveren prestaties. Over het overgangsbeleid zal overleg met de Algemene Rekenkamer plaatsvinden.

Financieel beheer Luchtkwaliteit

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is op 30 juli 2009 vastgesteld en in werking getreden op 1 augustus 2009 (TK 2008–2009, 30 175, nr. 88)

In de bijgaande brief1 (d.d. 28 oktober jl., DGM/NSL 2009058663) informeerde ik de mede-overheden, zijnde de subsidieontvangers, over de inhoudelijke en financiële manier van verantwoorden van de te ontvangen NSL-middelen en de herziening van de beschikkingen. Daardoor wordt zekergesteld dat het voor de subsidieontvanger duidelijk is hoe zij op basis van de verstrekte prestatieverantwoordingen en SISA informatie dienen te verantwoorden.

In het document «Verantwoording en afrekening van lokale maatregelen luchtkwaliteit, werkwijze en procedure» zijn deze bekende voorwaarden nog eens in samenhang bij elkaar gebracht.

Afvalfonds

Bij de verplichtingen van het Afvalfonds is door de Algemene Rekenkamer een onrechtmatigheid gesignaleerd van circa € 26 mln. Bij de toekenning van twee subsidies in het kader van het Afvalfonds heeft VROM niet gezorgd voor een wettelijke grondslag en een juridische verplichting.

In mijn reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer heb ik aangegeven dat er mijns inziens wel degelijk een wettelijke grondslag voor deze toekenning is, alleen is deze abusievelijk niet vermeld in de toekenningen. Bij de subsidievaststelling van de beide toekenningen zal ik alsnog de juiste wettelijke grondslag in de beschikking opnemen. De daadwerkelijk vaststelling wacht op nadere informatie van de accountants van de subsidieontvangers. Zodra deze informatie is ontvangen en antwoord geeft op de gestelde vragen zal de subsidievaststelling worden afgerond.

Nadat de subsidievaststelling is afgerond is mijn inziens de omissie met betrekking tot het Afvalfonds gerepareerd.

Afstemming met de toezichthouders

Het Verbeterplan financiële functie is ambtelijk besproken met de toezichthouders; Algemene Rekenkamer, DG Rijksbegroting en de Rijksauditdienst. Zij kunnen zich vinden in de opzet van het Verbeterplan financiële functie. Een oordeel over de bereikte resultaten geven zij pas in de rapporten bij het Jaarverslag. Zoals aan uw Kamer is toegezegd is de inhoud van deze brief ambtelijk besproken met de toezichthouders.

Beleidsdoorlichtingen 2010

Ik wil deze brief graag ook nog even gebruiken voor het onderwerp beleidsdoorlichtingen 2010. In de rijksbegroting voor 2010 zijn drie evaluaties aangekondigd, die dit jaar zouden starten of afgerond zouden worden: Integrale ruimtelijke projecten van betekenis (beleidsartikel 2, Realisatie nationaal ruimtelijk beleid), Behouden en ontwikkelen van de ruimtelijke kwaliteit (beleidsartikel 2, Realisatie nationaal ruimtelijk beleid) en Tegengaan geluidhinder (artikel 10, Leefomgevingskwaliteit). Inmiddels zijn er in het kader van de grote rijksbrede heroverwegingsoperatie 20 studiegroepen van start gegaan, waaronder één voor Leefomgevingskwaliteit en Natuur, waarin het ingezette beleidsinstrumentarium onderwerp van onderzoek zal zijn. De aangekondigde beleidsevaluaties zullen derhalve worden opgeschort. Na de oplevering van en besluitvorming over de voorstellen uit de heroverweging zal bezien worden of een beleidsevaluatie op deze onderwerpen alsnog opportuun is.

Ik hoop dat ik met deze brief uw Kamer voldoende heb kunnen overtuigen dat ik werk maak van de noodzakelijke verbetering van de financiële functie binnen VROM. Ik ga ervan uit dat deze verbetering ook in de dagelijkse praktijk van het handelen binnen VROM zichtbaar zijn.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven