32 123 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2010

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2009

Tijdens het Algemeen Overleg over AWACS op 23 september 2009 heb ik u toegezegd uw Kamer binnen een maand te informeren over de conclusies die ik verbind aan het overleg dat ik heb gevoerd met de Europese Commissie over de mogelijkheden voor aanvullende Europese geluidnormering voor AWACS-vliegtuigen.

Sinds ik de AWACS-problematiek naar voren heb gebracht bij de Europese Commissie op de Milieuraad van 3 maart 2008, heb ik verscheidene malen contact gehad met zowel de commissarissen Barrot en Dimas als de secretaris-generaal van de NAVO De Hoop Scheffer. Over het verloop van deze contacten heb ik u meerdere malen geïnformeerd, meest recentelijk per brief van 9 juli 2009 (Kamerstuknummer 31 700 XI, nr. 98), in de voortgangsrapportage AWACS van 18 september (Kamerstuknummer 32 123 XI, nr. 4) en op het AO AWACS van 23 september.

Ik wacht het definitieve antwoord van Dimas op dit moment nog steeds af. Op 29 september heeft hij me nog schriftelijk laten weten informatie te zullen gaan inwinnen bij DGTREN.

In de laatste voortgangsrapportage heb ik u reeds laten weten dat ik in het kader van dit EU-traject een onderzoek heb laten uitvoeren door het T.M.C. Asser-instituut. Dit instituut concludeert dat, om de EU emissie-eisen te kunnen laten opleggen aan militaire vliegtuigen, de basis van de Europese regelgeving, het EG-verdrag, fundamenteel zou moeten worden aangepast. De Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten zouden allen moeten instemmen met een dergelijke fundamentele aanpassing van de bestaande regelgeving.

Een andere mogelijkheid leek gelegen in het gebruiken van wél in het Verdrag opgenomen rechtsgrondslagen, als milieu en vervoer. Op die basis zullen AWACS-vliegtuigen misschien expliciet onder de werking van de momenteel slechts op civiele luchtvaart betrekking hebbende richtlijn kunnen worden gebracht, zoals in de brief aan Dimas is verzocht. Dit zou echter een proces worden van lange adem met een zeer onzekere kans op succes daar ook hier instemming van de Europese instellingen is vereist, terwijl de Commissie de AWACS-problematiek ziet als een lokaal probleem waar liefst op maat gesneden oplossingen voor gemaakt dienen te worden.

Zoals ik samen met de staatssecretaris van Defensie met uw Kamer heb besproken op het afgelopen AO, zet het Kabinet op dit moment op meerdere gebieden constructieve stappen om meer lokaal gerichte oplossingen te realiseren voor de AWACS-problematiek. Ik doel hiermee bijvoorbeeld op het verminderen van het aantal vliegbewegingen vanaf de basis in de komende jaren en op de maatregelen die kunnen voortvloeien uit de aanbevelingen van de Final Comprehensive Study zoals de verlenging van de start- en landingsbaan van de vliegbasis.

Dit zijn concrete oplossingen waar met name de inwoners van de regio rond de NAVO-vliegbasis het meeste baat bij zullen hebben.

Alles overziend concludeer ik dat het EU-traject op korte termijn geen soelaas biedt en dat de kans op succes op langere termijn ook zeer onzeker is. Ik wacht uiteraard het antwoord van commissaris Dimas af, maar geef voorrang aan de oplossingen die op dit moment met de NAVO en de regio worden verkend.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

C. P. Cramer

Naar boven