32 123 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2010

Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juli 2010

Mede namens de Minister van Financiën bericht ik u met deze brief over de voortgang van de bestuursakkoorden Rijk-gemeenten en Rijk-provincies. Tevens bied ik u de evaluatie Bestuursakkoorden aan, die in opdracht van BZK, IPO en VNG is uitgevoerd door Twijnstra Gudde.1

Het kabinet heeft de bestuursakkoorden in 2007 en in 2008 gesloten met respectievelijk de gemeenten en de provincies. De akkoorden zijn een gevolg van het Coalitieakkoord van kabinet Balkenende IV, waarin het volgende is opgenomen:

«Decentralisatie van taken en bevoegdheden naar en zelfstandigheid van provincies en gemeenten wordt met kracht bevorderd, uit te werken in twee bestuursakkoorden, waarin afspraken worden gemaakt over de bijdragen van provincies resp. gemeenten aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken.»

Vorig jaar ontving u de voortgangsrapportage vanwege de toezegging van de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om de Tweede Kamer halverwege de kabinetsperiode te informeren over de voortgang rond de afspraken uit de akkoorden (TK 2008–2009, 31 700 VII, nr. 94). Gelet op de demissionaire status van het kabinet Balkenende IV heb ik gemeend dat dit het moment is om «het net» van afspraken op te halen, te bezien wat de huidige resultaten van de bestuursakkoorden zijn en u daarover te informeren.

De voortgangsrapportage is opgesteld in drie schematische overzichten van de stand van zaken van de uitvoering van de afspraken. De voortgangsrapportage geeft een beeld op hoofdlijnen van de implementatie van de afspraken. Bijlagen A en B bevatten respectievelijk de afspraken tussen rijk en gemeenten en de afspraken tussen rijk en provincies. De afspraken in deze bijlagen zijn in twee delen gesplitst. Het eerste deel betreft de generieke afspraken en het tweede deel betreft de beleidsmatige afspraken.

Het kabinet heeft in 2008 met de gemeenten aanvullende afspraken gemaakt op basis van adviezen van de Interbestuurlijke Taakgroep Gemeenten (Commissie d’Hondt). In bijlage C rapporteren wij u over de stand van zaken van deze afspraken.

Het beeld dat het kabinet naar aanleiding van de voortgangsrapportage over de resultaten van het bestuursakkoord met de gemeenten heeft, is dat veel van de gemaakte afspraken worden ingevuld door concreet beleid. In de voortgangsrapportage is terug te lezen dat het grootste deel van de afspraken met de gemeenten als «gerealiseerd» kan worden aangemerkt.

Ten aanzien van het bestuursakkoord met de provincies kan naar aanleiding van de voortgangsrapportage worden opgemerkt dat samen met het IPO eveneens een groot deel van de decentralisatieopgaven is vormgegeven. Toch blijkt ook een aantal decentralisatieafspraken niet te zijn gehaald. Deels is het niet realiseren van decentralisatieafspraken overigens terug te voeren op de demissionaire status van het kabinet en het controversieel verklaren van wetgeving, waardoor verdere besluitvorming momenteel niet plaatsvindt.

In de voortgangsrapportage wordt vaak gemeld dat een afspraak «op koers» ligt. Deze afspraken zijn nog niet gerealiseerd, maar zijn dat naar verwachting eind 2011 wel, omdat de uitvoering ervan doorloopt.

De balans opmakend is het kabinet van mening dat de bestuursakkoorden een bijdrage hebben geleverd aan enerzijds het verbeteren van de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende overheidslagen en anderzijds het bereiken van nationale doelstellingen. Uiteraard zijn er zaken voor verbetering vatbaar. Mochten er door een nieuw kabinet bestuursakkoorden met de gemeenten en provincies gesloten worden, dan zijn de uitkomsten uit het evaluatieonderzoek daarbij behulpzaam. Ik spreek de hoop uit dat het kabinet in de toekomst op deze constructieve basis met provincies en gemeenten kan voortbouwen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven