nr. 80
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2009
Diverse malen spraken wij over de gewenste verbeteringen in de Zeetoegang
IJmond, meer in het bijzonder over noodzakelijk geachte investeringen in een
nieuwe grote zeesluis te IJmuiden.
Nu kan ik u mededelen dat na een proces van verkenningen en (financiële)
onderhandelingen met de Provincie Noord-Holland en de Gemeente Amsterdam het «zicht
op financiering» is ingevuld en vastgelegd. Met het bereikte akkoord
heb ik kunnen besluiten over te gaan naar de planstudiefase. De bouw van de
sluis is niet Tracé-wetplichtig. Wel zal een Bestemmingsplanprocedure
worden doorlopen. De overgang van Verkenning naar Planstudie zal bij Miljoenennota
2011 in het MIRT en de begroting worden verwerkt.
In deze planstudie zullen met name de volgende onderwerpen worden onderzocht:
• de maatschappelijke kosten en baten in een MKBA;
• de milieueffecten volgens de MER-procedures;
• de precieze dimensionering en ligging van de sluis in het bestaande
sluizencomplex. Vertrekpunt van de studie is een sluis van 500*65*-18m gelegen
tussen de Midden- en Noordersluis;
• de timing voor de realisering van de sluis. Vertrekpunt van de
studie is dat de sluis eind 2016 gereed is;
• de optimaliseringsmogelijkheden voor het design, de fasering en
de financiering (waaronder, maar niet uitsluitend, de verzelfstandiging van
het Amsterdamse havenbedrijf) van de Nieuwe sluis;
• of het wenselijk is in het DBFM-contract voor de bouw van de Nieuwe
sluis op een nieuwe locatie niet alleen het beheer en onderhoud van de Nieuwe
sluis, maar ook het onderhoud van het gehele sluizencomplex en de vaarwegen
in de buitenhaven mee te nemen.
Met dit besluit dat concrete studie naar een nieuwe grote sluis in IJmuiden
op een nieuwe locatie mogelijk maakt, is afgestapt van het idee dat renovatie
van de huidige grote sluis tot de mogelijkheden zou kunnen behoren.
Onderzoek wijst uit dat grondige renovatie van de Noordersluis minimaal ca.
drie jaar in beslag zou gaan nemen. In die drie jaar moet de sluis buiten
gebruik worden gesteld, waardoor ca. 80% van het zeescheepvaartverkeer
het Amsterdamse havengebied niet zou kunnen bereiken. Een quick scan analyse
van de kosten die zijn gemoeid met het omleiden van goederen via Rotterdam,
Antwerpen of Hamburg wijst uit, los van de imagoschade en de reële kans
dat bedrijven Amsterdam zullen verlaten, dat die kosten hoger uitvallen dan
de bouw van een nieuwe sluis binnen het huidige sluizencomplex. Mijn intentie
is de haven van Amsterdam een haven van internationale allure te laten blijven
zodat renovatie zonder eerst te zorgen voor vergelijkbare toegankelijkheid,
niet realistisch is.
De Zeetoegang IJmond zal als planstudie in het MIRT-projectenboek worden
opgenomen. Over de voortgang van het project wordt u in dat kader geïnformeerd.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings