32 054 Koninginnedag 2009

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2010

Naar aanleiding van het Algemeen Overleg (AO) Koninginnedag dat op 3 december 2009 heeft plaatsgevonden (kamerstuk 32 054, nr. 2), deel ik u het volgende mee. Tijdens het AO is de breed gedragen politieke wens uitgesproken om – bij wijze van uitzondering op het regime van de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo) – een gebaar te maken naar de gemeente Apeldoorn door een financiële bijdrage te leveren in de kosten met betrekking tot de herdenking van de gebeurtenissen tijdens Koninginnedag 2009. Daarbij is benadrukt dat een dergelijke bijdrage niet past in het bestaande wettelijke systeem van de Wrzo en uitsluitend kan worden overwogen als gebaar van steun voor een herdenking met een nationaal karakter van een uitzonderlijke gebeurtenis. In het AO is als randvoorwaarde voor Apeldoorn aangegeven dat er sprake moet zijn van een fonds waaraan vervolgens een bijdrage kan worden verleend.

Tijdens het AO zijn naast Apeldoorn ook Haarlemmermeer (Poldercrash) en Tynaarlo (brand bij De Punt met drie dodelijke slachtoffers onder het brandweerpersoneel) genoemd als gemeenten die in aanmerking zouden kunnen komen voor een financiële bijdrage.

Aan mijn ambtsvoorgangster is een eindbericht terzake gevraagd (Kamerstukken II, 2009–2010, 32 054, nr. 2, pag. 27). Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

Bij brief van 2 augustus jl. heb ik aan de Stichting Herinnering Koninginnedag 2009 een eenmalige bijdrage verleend van € 100 000,– als tegemoetkoming in de gemaakte kosten voor de herdenking in 2010. Aan deze bijdrage liggen de volgende overwegingen ten grondslag:

  • er ligt een breed gedragen politieke wens om een financieel gebaar te maken,

  • er is sprake van een herdenking met een nationaal karakter van een uitzonderlijke gebeurtenis,

  • er is een stichting opgericht met een breed samengesteld bestuur,

  • er is, gelet op de begroting van de Stichting, sprake van een tegemoetkoming in de gemaakte kosten.

Omdat de herdenkingsbijeenkomst in 2010 in de gemeente Haarlemmermeer ook een nationaal (en zelfs internationaal) karakter had en op een uitzonderlijke gebeurtenis betrekking had, acht ik het in overeenstemming met de breed gedragen politieke wens om ook aan deze gemeente een eenmalige bijdrage te verlenen. Bij brief van 2 augustus jl. heb ik de gemeente Haarlemmermeer eveneens € 100 000,– toegekend als tegemoetkoming in de gemaakte kosten. Aangezien de herdenkingsbijeenkomst heeft plaatsgevonden voor het moment van mijn besluit, was het niet opportuun om ook hier als randvoorwaarde te stellen dat er een fonds zou moeten worden gevormd.

Aangezien er in de gemeente Tynaarlo geen sprake was van een herdenking met een nationaal karakter van een uitzonderlijke gebeurtenis, hoe ernstig of vreselijk de gevolgen van de brand bij De Punt voor de lokale gemeenschap ook waren, heb ik besloten deze gemeente geen financiële bijdrage te verlenen. Ik heb de gemeente over dit besluit geïnformeerd bij brief van 2 augustus jl.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven