nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID DE KROM
Ontvangen 11 februari 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 1, onderdeel D, artikel 2a, wordt, na het tweede lid een lid
ingevoegd, luidende:
2a. In afwijking van het eerste lid, onder a en b, kan ten behoeve
van verblijf in Nederland van een familie- of gezinslid niet als referent
optreden degene:
a. die onherroepelijk is veroordeeld voor een der misdrijven omschreven
in titel XIV, XIX, XX of XXIII van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht,
voor een misdrijf als bedoeld in artikel 197a of 237 van het Wetboek
van Strafrecht, of voor een misdrijf omschreven in de tweede paragraaf van
de Wet internationale misdrijven;
b. wiens huwelijk nietig is verklaard op grond van artikel 71a van
het Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, of
c. die in zijn hoedanigheid als referent aan Onze Minister gegevens
heeft verstrekt, waarvan hij wist of behoorde te weten dat deze onjuist waren.
Toelichting
Middels dit amendement bewerkstelligt de indiener dat diegenen die zich
schuldig maken aan de volgende misdrijven: tegen de zeden, tegen het leven,
mishandeling, afpersing en afdreiging, oorlogsmisdrijven, mensensmokkel, bigamie,
het aangaan van een schijnrelatie of referenten die onjuiste gegevens hebben
verstrekt in de toekomst nog kunnen optreden als gezinsreferent. Het gaat
hier in het algemeen om misdrijven waarbij geen respect wordt getoond voor
de integriteit van het menselijk lichaam in de brede zin des woords.
De Krom