32 049 (R1891) Goedkeuring van de op 28 april 2008 en 5 mei 2008 te Washington totstandgekomen wijzigingen van de Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds (Trb. 2009, 17)

E NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIES1 VOOR FINANCIËN EN VOOR BUITENLANDSE ZAKEN, DEFENSIE EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Vastgesteld 27 april 2010

De memorie van antwoord geeft de leden van de commissies aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de SP-fractie danken de regering voor de beantwoording van de vragen. Hoewel de antwoorden van de regering naar het oordeel van de leden van de SP-fractie uitvoerig en adequaat zijn, roepen deze voor een klein deel toch nog vragen bij deze leden op, met name op het punt van de appreciatie van het huidige IMF (paragraaf 4).

Ten aanzien van de conclusie van de regering dat op basis van de stelling dat «... de «one-size-fits-all» beleidsaanbevelingen van het IMF ten tijde van de Azië crisis en de overgang van de voormalige Sovjet-Unie van het communisme naar het kapitalisme niet het gewenste effect hebben gehad voor de ontwikkeling van de landen in deze regio’s» hieruit lessen zijn getrokken en dat de rol van het IMF in de huidige crisis van een heel andere orde is, leggen de leden van de SP-fractie de regering de vraag voor waaruit de twee door de regering getrokken conclusies in de laatste zin blijken.

Met betrekking tot de zinsnede dat het IMF «... in vergelijking tot het verleden duidelijke aanpassingen (heeft) gedaan in het beleid ...» verzoeken de leden van de SP-fractie de regering aan te geven welke aanpassingen de regering precies bedoelt. Kan de regering een vergelijking geven van de situatie vóór en na de genoemde aanpassingen en daarbij aangeven waar het succes van de aanpassingen uit blijkt? Betreft dit een gevoelskwestie, of is een en ander hard te maken met resultaten? Ook verzoeken de leden van de SP-fractie de regering in dit verband voorbeelden te geven van de ontwikkeling en versterking van sociale vangnetten voor de meest kwetsbaren in de armste landen. Hoe definieert de regering deze «versterking» en hoe is aan te tonen dat sprake is van versterking?

Voor wat de in paragraaf 4 opgenomen zinsnede betreft dat «... het IMF op dit ogenblik meer flexibel (is) met betrekking tot het begrotingsbeleid en meer flexibel ten aanzien van inflatie ...», verzoeken de leden van de SP-fractie de regering aan te geven waarin de toegenomen flexibiliteit zich uit. Ook vernemen de leden van de SP-fractie graag van de regering hoe het instrumentarium voor de armste landen er in het verleden uit zag en thans uitziet en waar de herziening van dit instrumentarium precies in gelegen is. Hoe is «de behoefte van deze landen» vastgesteld? Hebben deze landen expliciet hun behoefte aangegeven? En zijn «deze landen» alle armste landen, of zijn er aanzienlijke verschillen tussen de armste landen wat betreft hun behoeften?

Ten aanzien van het door de regering geschetste doel «... de stemgewichten zoveel mogelijk in lijn te brengen met het economisch gewicht van landen in de wereld, waarbij het stemgewicht van de armste landen beschermd moet worden», stellen de leden van de SP-fractie zich op het standpunt dat dit regeringsdoel niet consistent is; het eerste doeldeel suggereert een lineair verband tussen economisch gewicht en stemgewicht, terwijl het tweede doeldeel een meer solidair verband suggereert met een curve die bij een alsmaar lager wordend economisch gewicht afvlakt, waardoor een basisstemgewicht gegarandeerd is.

Naar aanleiding van de in paragraaf 4 opgenomen stelling van de regering dat «... in de IMF-programma’s meer aandacht (wordt) besteed aan de meest kwetsbaren van de samenleving en veel meer naar landenspecifieke factoren (wordt) gekeken», verzoeken de leden van de SP-fractie de regering een aantal voorbeelden te geven die deze stelling onderbouwen. De leden van de SP-fractie verzoeken de regering voorts iets specifieker in te gaan op de stelling van de regering dat «... de landenteams van de Wereldbank en het IMF meer (zullen) moeten samenwerken.» Samenwerking an sich hoeft volgens deze leden immers niet per definitie tot beter resultaat te leiden.

Tot slot zien de leden van de SP-fractie graag een nadere onderbouwing van de regering tegemoet ten aanzien van het regeringsstandpunt «... dat handelsbeperkende maatregelen per saldo over het algemeen niet bijdragen aan grotere voedselzekerheid van landen.» Wat bedoelt de regering met «per saldo» en wat met «over het algemeen»? Waarop berust dit standpunt nog meer? Ligt hier een berekening aan ten grondslag? Gaf de reflex van rijstexporterende landen tijdens de voedselcrisis in 2008 niet aan dat voedselsoevereiniteit in eigen land en regio juist uitermate wenselijk is?

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Essers

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking,

De Graaf

De griffier a.i. van de vaste commissies voor Financiën en voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking,

Peter van Oort


XNoot
1

Samenstelling Financiën:

Van den Berg (SGP), Bemelmans-Videc (CDA), Terpstra (CDA), Ten Hoeve (OSF), Kox (SP), Vedder-Wubben (CDA), Biermans (VVD), Essers (CDA) voorzitter, Noten (PvdA), Sylvester (PvdA), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), Doek (CDA), Leijnse (PvdA), Peters (SP), De Boer (CU) vicevoorzitter, Reuten (SP), Hofstra (VVD), Asscher (VVD), Laurier (GL), Hermans (VVD), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Elzinga (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Samenstelling Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking:

Van den Berg (SGP), Dupuis (VVD), Rosenthal (VVD), Ten Hoeve (OSF), De Graaf (VVD) voorzitter, Vedder-Wubben (CDA), Kox (SP), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), Eigeman (PvdA), Franken (CDA), 1e vicevoorzitter, Thissen (GL), Van Kappen (VVD), De Boer (CU)

K.G. de Vries (PvdA), Willems (CDA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Hillen (CDA), Smaling (SP) 2e vice-voorzitter, Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Kuiper (CU), Elzinga (SP), Vliegenthart (SP), Yildirim (Fractie-Yildirim), Flierman (CDA) en Tiesinga (CDA).

Naar boven