32 048
Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2011 een wijziging van de gemeentelijke indeling wordt beoogd

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

A Algemeen

Dit wetsvoorstel voorziet in een verlenging van de zittingsduur van de gemeenteraden van gemeenten waarin een herindeling per 1 januari 2011 wordt beoogd. Het voorstel beoogt te voorkomen dat in de gemeenten die met ingang van die datum worden heringedeeld binnen één jaar tweemaal verkiezingen voor de gemeenteraad worden gehouden; de reguliere gemeenteraadsverkiezing op 3 maart 2010 en de tussentijdse raadverkiezing in verband met de herindeling in het najaar van 2010. In dit wetsvoorstel worden niet de gemeenten genoemd waarvan de zittingsduur wordt verlengd. Dat gebeurt in de voorstellen van wet die een herindeling betreffen.

Een afzonderlijke wet tot verlenging van de zittingsduur van de gemeenteraden die betrokken zijn bij een herindeling is nodig, omdat de raadsverkiezingen van maart 2010 plaatsvinden voordat wetsvoorstellen voor gemeentelijke herindelingen tot wet zijn verheven en in werking treden. De inwerkingtreding van een herindelingswet vindt doorgaans plaats in juli of uiterlijk de eerste helft van september voorafgaand aan het jaar van herindeling. Dat is ruim nadat de reguliere gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden.

Afwijkend ten opzichte van eerdere wetten voor verlenging van de zittingsduur is dat dit voorstel niet tegelijkertijd met de wetsvoorstellen voor de gemeentelijke herindeling wordt ingediend. In dit wetsvoorstel wordt dan ook niet naar de concrete gemeenten verwezen. In plaats daarvan is een meer algemene bepaling opgenomen dat de reguliere raadsverkiezing niet plaatsvindt in gemeenten waarvoor wetsvoorstel tot herindeling aanhangig wordt gemaakt bij de Tweede Kamer in de periode van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009. De reden waarom is gekozen voor deze andere aanpak is dat veel herindelingvoorstellen vaak pas vanaf medio oktober-november bij de Tweede Kamer kunnen worden ingediend. In combinatie met een uitstelwet is dit tamelijk laat. Doorgaans traden de daarbij behorende uitstelwetten pas in de tweede helft van december in werking. In een enkel geval gebeurde dit zelfs nog later, zoals bij de gemeenten Medemblik, Noord-Koggenland en Wognum. Die wet trad pas op 15 februari 2006 in werking (Stb. 2006, 58). Dit leidt ertoe dat gemeenten toch moeten beginnen met de wettelijk verplichte voorbereidingen van de verkiezingen, terwijl deze hoogstwaarschijnlijk niet plaatsvinden. De algemene benadering van dit wetsvoorstel biedt een mogelijkheid om deze situaties te voorkomen. Op het moment dat deze uitstelwet in werking is getreden en het voorstel voor herindeling aanhangig wordt gemaakt bij de Tweede Kamer staat vast dat de verkiezingen worden uitgesteld. Het moment van indiening van een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer is een logisch moment om te bepalen dat de zittingsduur van de raden wordt verlengd. Het is het eerste officiële openbare moment waarbij een wetsvoorstel in de openbaarheid wordt gebracht. Eveneens werd in voorgaande wetten voor gemeentelijke herindeling verwezen naar het moment van indiening bij de Tweede Kamer.

De wettelijk verplichte voorbereidingen van de aankomende reguliere gemeenteraadsverkiezingen starten per 7 december 2009 met de registratie van politieke partijen. Daarom heeft het de voorkeur dat dit wetsvoorstel vóór 1 december 2009 in werking treedt. In ieder geval heeft het een sterke voorkeur dat dit wetsvoorstel ruim voorafgaand aan de kandidaatstelling op 19 januari in werking treedt. Eveneens zal de regering zich ervoor inspannen de voorstellen voor herindeling tijdig bij de Tweede Kamer in te dienen. Zo mogelijk vóór 1 december.

Om een indicatie te geven van de gemeenten waarom het hierbij gaat, volgt hieronder een opsomming van gemeenten waarvoor een herindelingsprocedure is gestart:

• Bussum, Muiden, Naarden, Weesp (Noord-Holland);

• Andijk, Medemblik, Wervershoof (Noord-Holland);

• Scherpenzeel, Renswoude en Woudenberg (Utrecht/Gelderland);

• Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wunseradiel, Wymbritseradiel (Friesland);

• Bergen, Gennep, Mook en Middelaar (Limburg);

• Margraten, Eijsden (Limburg);

• Lith, Oss (Noord-Brabant);

• Bodegraven, Reeuwijk (Zuid-Holland);

• Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen en Loenen (Utrecht).

De gebundelde regeling die met dit wetsvoorstel wordt beproefd is een tussenstap naar een algemene regeling die op termijn in de Wet algemene regels herindeling zal worden opgenomen.

B Artikelen

Artikel 1

De definitie herindelingsgemeente in onderdeel a omvat die gemeenten waarvoor een voorstel van wet tot herindeling wordt ingediend bij de Tweede Kamer in de periode tussen 1 juli tot en met 31 december 2009. Buiten deze definitie vallen de gemeenten waarvan een voorstel tot herindeling vóór 1 juli 2009 is ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2008/09, 31 916, nr. 2). Dat betekent dat de herindeling van de gemeenten Rotterdam en Rozenburg, waarbij geen verlenging van de zittingsduur nodig is, buiten het bereik van onderhavig wetsvoorstel valt. In dat wetsvoorstel wordt geregeld dat de datum van herindeling vlak na de reguliere verkiezingen valt zodat de herindelingsverkiezing en de reguliere verkiezingen op dezelfde dag vallen.

Niet alle gemeenten waarvan de grens bij een herindelingswet wordt gewijzigd, hoeven tussentijdse verkiezingen te houden. Tussentijdse verkiezingen zijn alleen nodig waarvoor artikel 52 van de Wet arhi dat bepaalt. Zo kan het zijn dat een herindeling gepaard gaat met een kleine grenscorrectie in een aanliggende gemeente. In de gemeente die alleen is betrokken bij de grenscorrectie is er geen noodzaak de reguliere verkiezingen uit te stellen. In de definitie wordt daarom bepaald dat alleen in de gemeenten waar een tussentijdse verkiezing moet worden gehouden, de zittingsduur wordt verlengd.

In onderdeel b is bepaald dat ook de gemeenten waarvoor een herindeling wordt voorzien in het wetsvoorstel houdende samenvoeging van de gemeente Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen en Loenen (31 840). Naar aanleiding van de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer heb ik toegezegd het wetsvoorstel aan te houden om te onderzoeken of er alternatieven zijn die een groter lokaal draagvlak hebben.

Omdat de gemeente Maarssen eveneens bij dit onderzoek naar alternatieven is betrokken heeft het college van deze gemeente na een besluit van de gemeenteraad in een brief van 30 juni 2009 aan mij verzocht de gemeente Maarssen aan dit wetsvoorstel toe te voegen. Gezien de onzekere situatie rond de herindeling heb ik gehoor gegeven aan dit verzoek. De zittingsduur van de gemeenteraad van Maarssen wordt daarmee uitgesteld evenals de andere herindelingsgemeenten, ongeacht het antwoord op de vraag of deze gemeente deel zal nemen aan een herindelingsvariant.

Artikel 2

Dit artikel regelt, dat de zittingsperiode van de thans zitting hebbende raden van de her in te delen gemeenten wordt verlengd. Indien vóór 17 september 2010 het betreffende wetsvoorstel tot wet is verheven en in het Staatsblad is geplaatst, vinden de verkiezingen voor de nieuwe gemeente plaats, voorafgaand aan de herindeling per 1 januari 2011. De datum van deze verkiezingen wordt, op grond van de Wet arhi, bepaald door gedeputeerde staten van de betrokken provincie.

Artikel 3

Dit artikel heeft betrekking op de situatie dat een of meer van de betrokken herindelingsvoorstellen niet of niet tijdig, dat wil zeggen niet uiterlijk 17 september 2010, tot wet verheven zullen zijn en in werking getreden. In dat geval vindt de kandidaatstelling voor de verkiezingen van de leden van de betreffende gemeenteraden plaats op 12 oktober 2010. De verkiezingen vinden dan op grond van artikel J 1 van de Kieswet plaats op de 43e dag na de kandidaatstelling, te weten 24 november 2010. Bij de keuze voor de data is zoveel mogelijk van de data die zijn vastgesteld in de wetten ter verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden uit 2006. (Zie bijvoorbeeld Stb. 2006, 58).

Voor de in het eerste lid beschreven situatie wordt in het tweede lid een aantal termijnen, onder meer betreffende de registratie van de aanduidingen van politieke groeperingen, verkort. De laatstgenoemde verkorting vloeit voort uit het feit dat krachtens artikel 2, tweede lid, de leden van de betrokken gemeenteraden op 1 januari 2011 aftreden. Die verkorting van de termijnen komt overeen met de verkorting van termijnen die gebruikelijk is bij tussentijdse raadverkiezingen vanwege gemeentelijke herindelingen. In het geval van herindelingsverkiezingen komt de bevoegdheid tot verkorting van de termijnen toe aan gedeputeerde staten (Artikel 55, derde lid, van de Wet arhi).

De zittingsduur van de op grond van deze bepaling te kiezen gemeenteraden eindigt tegelijk met de zittingsduur van de raden die op 3 maart 2010 worden gekozen. Daarmee zal de zittingsduur van die raden ongeveer 9 maanden korter zijn dan de overige raden bij de reguliere verkiezingen zijn gekozen.

Artikel 4

Het wetsvoorstel voorziet in een vervaldatum per 1 januari 2015. Bij toepassing van artikel 3 wordt in het derde lid van dat artikel bepaalt dat de raad die dan gekozen wordt zitting heeft tot medio maart 2014. Daarna kan deze wet vervallen.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Naar boven