Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2015
De afgelopen periode is de mogelijkheid pensioen in te zetten voor het aflossen van
de woningschuld verkend. De verkenning is uitgevoerd naar aanleiding van een voorstel
van de RMU1 en op verzoek van de SGP2. In een open en constructieve sfeer is overleg gevoerd met de RMU over de invulling
en de uitvoering van de verkenning. Vervolgens is overlegd met de Stichting van de
Arbeid (StvdA), de Pensioenfederatie, het Verbond van Verzekeraars (VvV), de Nederlandse
Vereniging van Banken (NVB), De Nederlandsche Bank (DNB), de Autoriteit Financiële
Markten (AFM), het Centraal Planbureau (CPB), de Belastingdienst, externe juridische
adviseurs en het NIBUD. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van
de verkenning en de gevolgen die het kabinet aan die uitkomsten verbindt.
Uit de verkenning komt naar voren dat de inzet van pensioen voor de eigen woning interessant
kan zijn voor sommige groepen pensioendeelnemers. Op langere termijn kan dit leiden
tot een beperkte stijging van het aantal woningtransacties en een lichte toename van
de huizenprijs. De woningschuld zou licht dalen. Tegelijkertijd is tijdens de verkenning
gebleken dat de inzet van pensioen voor de eigen woning moeilijk inpasbaar is in het
huidige wettelijk kader. Er treden aanzienlijke juridische risico’s op rondom gelijke
behandeling op grond van leeftijd. Deze juridische risico’s zijn binnen het huidige
wettelijke kader niet weg te nemen. Daarom acht het kabinet verdere vervolgstappen
op dit moment niet opportuun.
In de brief «Hoofdlijnen van een toekomstbestendig pensioenstelsel», die ik op 6 juli
2015 aan uw Kamer heb gestuurd3, heeft het kabinet aangegeven dat er meer ruimte moet komen voor keuzemogelijkheden
in de aanvullende pensioenen. Zo kan bijvoorbeeld gekeken worden naar mogelijkheden
om de pensioeninleg en de pensioenuitkering af te stemmen op persoonlijke behoeften,
zoals de aanschaf of de aflossing van een eigen woning. Hierbij moet steeds een balans
worden gevonden tussen ruimte voor keuzemogelijkheden en collectief risico’s delen.
Ook onderschrijft het kabinet het belang van het terugbrengen van de risico’s van
te hoge woningschuld en van het bevorderen van de doorstroming op de woningmarkt.
Het kabinet vindt de ideeën en inzichten over de inzet van pensioen voor de eigen
woning die deze verkenning heeft opgeleverd interessant, en zal deze betrekken bij
de uitwerking van de hoofdlijnen van een toekomstbestendig pensioenstelsel.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma