nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 18 november 2009
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van
de leden van de fracties van de PvdA en van de VVD, die ik gaarne hieronder
beantwoord.
De leden van de PvdA-fractie merken op dat het sluiten van de nevenvestigingsplaats
Schiedam onderdeel van de gehele rechterlijke kaart had moeten zijn. Zij menen
dat het sluiten van een rechtbank niet tegemoet lijkt te komen aan hun visie
dat rechtspraak voor iedereen bereikbaar en dicht bij de mensen in de buurt
moet zijn.
In antwoord hierop merk ik op dat louter een praktisch motief aanleiding
geeft om nu een afzonderlijk voorstel voor te leggen over deze relatief kleine
nevenlocatie, namelijk de onafwendbare noodzaak dat de rechtspraak het pand
waar thans in Schiedam kantonzaken worden behandeld, uiterlijk per 1 april
2010 zal moeten verlaten wegens restauratie- en renovatiewerkzaamheden. Deze
noodzaak dwingt ertoe thans onder ogen te zien of het zowel voor rechtzoekenden
als voor de rechtspraak zelf noodzakelijk en zinvol is om in Schiedam een
kantonlocatie aan te houden. Deze vraag moet, om in de memorie van toelichting
en hieronder uiteengezette redenen, ontkennend worden beantwoord. De voorgenomen
herziening van de gerechtelijke kaart staat hier los van. Ook als een dergelijke
herziening niet in het voornemen zou hebben gelegen, zou de regering dit voorstel
hebben gedaan.
Ik onderschrijf de opvatting van de leden van de PvdA-fractie dat rechtspraak
voor iedereen bereikbaar moet zijn, ook in geografisch opzicht. Die goede
bereikbaarheid blijft na sluiting van de nevenvestigingsplaats Schiedam in
de agglomeratie Rotterdam volledig verzekerd. Ik wijs erop dat in Schiedam
alleen kantonzaken worden behandeld die geografisch verbonden zijn met de
gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. Die gemeenten worden grotendeels
omsloten door de gemeente Rotterdam. De afstand tot het gerechtsgebouw op
de Kop van Zuid in Rotterdam, waar voortaan de behandeling van deze kantonzaken
zal plaatsvinden indien de sluiting van de nevenvestigingsplaats Schiedam
doorgang vindt, kan redelijkerwijs niet als een belemmering worden gezien.
De gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis liggen in een gebied met een
dichtvertakt netwerk van openbaar vervoer (trein, metro en bus) en verkeerswegen
tussen deze gemeenten en Rotterdam. Ook in cultureel opzicht is
sprake van een oriëntatie op Rotterdam. Vanaf het NS-station van de verst
van het gerechtsgebouw gelegen gemeente (Maassluis) is de reisduur naar het
gerechtsgebouw in Rotterdam met het openbaar vervoer 36 tot 38 minuten, met één
overstap (bron: www.9292ov.nl).
Huisvesting in een tijdelijke locatie elders in Schiedam, in afwachting
van de herziening van de gerechtelijke kaart, al dan niet door inhuizing in
een ander openbaar gebouw, zou uit het oogpunt van doelmatigheid en efficiënt
omgaan met belastinggeld geen verstandige keuze zijn, terwijl als gezegd evenmin
het motief van bereikbaarheid van rechtspraak tot die keuze dwingt. De leden
van de PvdA-fractie doen ook de suggestie om de zittingen tijdelijk te verplaatsen
naar Rotterdam. Zoals aangegeven betekent de opheffing van de nevenvestigingsplaats
Schiedam dat de «Schiedamse» kantonzaken voortaan zullen worden
behandeld in het gerechtsgebouw in Rotterdam. Daarbij spreekt het vanzelf
dat, mocht de wetgever in het kader van de herziening van de gerechtelijke
kaart besluiten dat er (weer) een locatie in Schiedam moet worden opengesteld,
de rechtspraak daaraan gevolg zal geven.
De leden van de VVD-fractie zouden graag vernemen of bekend is wat met
de 2,11 fte rechterlijke ambtenaren en 10,28 fte gerechtsambtenaren gebeurt.
Alle personeelsleden worden in het Rotterdamse gerechtsgebouw tewerkgesteld.
Zij blijven werkzaam in de sector kanton, waarvan zij nu ook deel uitmaken.
Tot slot zouden deze leden willen weten of de rechtbank Rotterdam voldoende
capaciteit heeft om 12% meer zaken per jaar te behandelen. In antwoord
hierop merk ik op dat de sluiting van de nevenvestigingsplaats Schiedam alleen
tot gevolg heeft dat meer zittingen op de hoofdlocatie in Rotterdam zullen
plaatsvinden. Voor het aantal zaken van de rechtbank Rotterdam heeft de opheffing
van de nevenvestigingsplaats Schiedam geen gevolgen. De sector kanton van
de rechtbank Rotterdam heeft weliswaar verschillende locaties, maar is organisatorisch
al sedert 2002 één geheel binnen de rechtbank Rotterdam. In
het gerechtsgebouw op de Kop van Zuid is voldoende zittingsruimte, die door
het laten plaatsvinden van de «Schiedamse» zittingen (nog) efficiënter
kan worden gebruikt.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin