Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2014
Met uw brief van 9 oktober 2014 bracht u het verzoek aan mij over om de Kamer schriftelijk
te informeren over druk die op de redactie van het programma Opsporing Verzocht zou zijn uitgeoefend om het aantal Marokkanen in dat programma te beperken.
Bron van dat bericht: een artikel in Nieuwe Revu waarin beweerd wordt dat «vanuit
politiek Den Haag en de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) druk zou zijn uitgeoefend
op de programmaleiding van Opsporing Verzocht om minder aandacht te besteden aan zaken waarbij Marokkanen of andere allochtonen
worden gezocht». Als bron voor dit verhaal noemt Nieuwe Revu politieagenten die bij
het programma betrokken zijn, maar omwille van hun privacy alleen anoniem hun verhaal
kwijt willen.
Ik heb het Commissariaat voor de Media verzocht om bij alle betrokkenen in Hilversum
navraag te doen naar het bericht in Nieuwe Revu. Uit niets blijkt dat er vanuit «politiek
Den Haag» en de NPO druk zou zijn uitgeoefend op de redactionele keuzes die de programmamakers
maken.
AVROTROS reageert als volgt: «De bewering dat de directie van AVROTROS invloed uitoefent
op de selectie van te behandelen onderwerpen in Opsporing Verzocht is pertinent onjuist. Alle zaken die in de uitzending aan bod komen, worden aangedragen
door politie en Justitie; Opsporing Verzocht geeft slechts vorm aan deze inhoud. Daarbij is voor alle betrokken partijen bij dit
programma het oplossen van een zaak leidend en niet de afkomst/achtergrond van een
verdachte». Ook vanuit de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) is geen invloed uitgeoefend
op Opsporing Verzocht, noch op AVROTROS.
Uiteraard heeft het Commissariaat ook contact gehad met de redactie van Opsporing Verzocht en ook dat heeft geen enkele aanwijzing opgeleverd van redactionele beïnvloeding.
Het Commissariaat houdt geen toezicht op politie en Justitie en kan dus geen uitspraken
doen over de selectie van onderwerpen, maar merkte nog wel op dat de contacten die
het Commissariaat in het kader van dit onderzoek heeft gehad met politie en Openbaar
Ministerie geen enkele indicatie hebben opgeleverd voor de juistheid van het verhaal
in Nieuwe Revu.
In het artikel van Nieuwe Revu is ook sprake van «druk vanuit politiek Den Haag» op
de redactie van Opsporing Verzocht; hiervoor is bij het onderzoek door het Commissariaat voor de Media evenmin enig
bewijs aangetroffen.
Gezien het grote belang dat ik hecht aan handhaving van de redactionele autonomie
van zowel de publieke als de commerciële omroep, ben ik blij met de uitkomst van dit
onderzoek door het Commissariaat.
De Mediawet bepaalt nadrukkelijk dat de publieke media-instellingen zelf verantwoordelijk
zijn voor vorm en inhoud van het media-aanbod dat zij verzorgen (artikel 2.88, eerste
lid, Mediawet 2008); in het geval van Opsporing Verzocht ligt die verantwoordelijkheid bij AVROTROS.
Hierbij past de eerder in deze brief gemaakte kanttekening dat alle zaken die in het
programma aan bod komen, worden aangedragen door politie en Justitie. Dat kan ook
niet anders omdat het opsporingsbelang de doorslag geeft bij de selectie van uit te
zenden items.
Deze bepaling in de Mediawet is er op gericht dat het media-aanbod tot stand komt
met maximale «redactionele autonomie», zodat de kijker/luisteraar er op kan vertrouwen
dat het aanbod voldoet aan de hoogste normen van kwaliteit en onafhankelijkheid. Dat
is zeker bij journalistieke programma’s – waartoe ik ook Opsporing Verzocht reken – een absolute must. Wellicht ten overvloede: ook voor commerciële media-instellingen
bepaalt de Mediawet dat deze zelf verantwoordelijk zijn voor vorm en inhoud van hun
programma-aanbod.
Ik vertrouw er op dat ik uw Kamer hiermee voldoende heb geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker